donderdag 3 mei 2018

De Kerk en de islam: Gevaarlijke illusies [Collaboratie of naïviteit]

Vertaling van een artikel door William Kilpatrick, in crisismagazine, beschikbaar in het openbare domein:
Het artikel is geschreven binnen een Amerikaanse context, die allicht niet volledig opgaat voor de Europese situatie, die veel urgenter is.


De Kerk en de islam: Gevaarlijke illusies:

Toen ik begon met schrijven over de Kerk en islam, wijdde ik veel tijd aan het beschrijven van verschillende wegen voor kerkleiders om de verspreiding van islam tegen te gaan. Het leek een kwestie van tijd tot ze zouden begrijpen dat ze de islam moeten weerstaan. Het blijkt daarentegen, dat mijn evaluatie veel te optimistisch was.

De meest dringende taak was, zo leerde ik, niet om wegen te vinden om de islam tegen te gaan, maar om de Kerkelijke hiërarchie te overtuigen dat islam moet weerstaan worden. Het heeft geen zin om gevechtsstrategieën te bespreken met mensen die niet willen toegeven dat er een ideologische vijand is.

De vijand is niet moslims per se, maar geen geloofssysteem dat de meeste moslims geloven, weliswaar met verschillende graden van betrokkenheid. Hoewel de islam zich niet echt leent tot gematigdheid, beoefenen veel moslims hun geloof toch op vredevolle manieren. Anders geven het alleen lippendienst, en nog anderen hebben een gepassioneerd vuur om het te verspreiden, met zwaard en vuur zo nodig.
Het idee om ideologieën te bestrijden is niet vreemd voor Amerikanen, maar een ideologie bestrijden die tegelijk ook een religie is, is problematisch. En het wordt steeds problematischer in deze tijd waarin we leven waar het simpelweg oneens zijn met de opinie van een ander, wordt gecatalogeerd als hate crime. Dus, voor alle duidelijkheid, kritiek op de islam wil niet zeggen dat men alle moslims haat. Kritiek hebben op de islam is niet hetzelfde als kritiek op moslims, niet meer dan kritiek op het communisme het zelfde niet is als kritiek op Russen in de sovjet-periode. Men kan ook de humaniteit en de goede intenties van andere waarderen zonder hun ideologie te waarderen of steunen. En als hun ideologie of geloofssysteem een groot gevaar voor anderen vormt, zou het verkeerd zijn er geen kritiek op te hebben. Natuurlijk moet men tact en voorzichtig zijn in dergelijke kritiek.

Het onderscheid tussen Burger X en zijn geloof is simpel. Je moet zijn geloof niet respecteren, maar je moet proberen respect te hebben voor de persoon, als een mede-mens. Heel wat Katholieke leiders schijnen nochtans moeite te hebben om dat onderscheid te maken. In plaats van dat te doen, hebben ze simpelweg verklaard, in het geval van de islam, dat het een broederreligie is die veel gelijkenissen vertoont met het Christendom. Op die manier zijn niemands gevoelens gestoord. Het probleem van islamitische terroristen en extremisten wordt op dezelfde manier aangepakt: het wordt verondersteld dat het gaat om een kleine minoriteit die de vredevolle natuur van hun religie verkeerd hebben begrepen.

Op dezelfde manier worden mensen die kritiek hebben op de islam, weggezet als mensen die de islam niet begrijpen, en die gecorrigeerd moeten worden. Als ze bij hun gedacht blijven, worden ze geïsoleerd en afgedaan als intolerante mensen en 'islamofoben'. Op dezelfde manier zeggen Kerkverantwoordelijken dat zij die tegen moslimimmigratie zijn, verkeerd zijn geïnformeerd, en anders zijn het racisten en xenofoben. Als ze hun naaste liefhebben zouden ze zijn geloof niet in vraag stellen of zijn religieuze praktijk niet in vraag stellen.

Onder paus Benedictus XVI waren en tekens - zoals de rede van Regensburg - dat de Kerk een meer realistische visie op de islam aan het ontwikkelen was. Maar wat voor vooruitgang er ook moge gemaakt worden door Benedictus, die werd volledig ongedaan gemaakt door Franciscus. Meer nog, het is eerlijk om te zeggen dat onder Franciscus, de kennis van de Kerk over de islam achteruit is gegaan. Het meest frappante voorbeeld is de verklaring van de Paus (24-11-2013) dat een 'authentieke islam en een goede lezing van de koran sluiten iedere vorm geweld uit'. Het is moeilijk om een dergelijke uitspraak in te beelden van zijn voorgangers of hun adviseurs.

Spijtig genoeg hebben slechts weinige kerkelijke verantwoordelijken kritiek op de fundamenteel gebrekkige visie van Franciscus op de islam. Integendeel, velen hebben het chorus vervoegd - sommigen door naïviteit, sommigen door misplaatste sensitiviteit, en sommigen, misschien door lafheid.
Verschillende tientallen jaren zijn voorbij gegaan sinds een wereldwijde islamitische terroristennetwerken zijn ontstaan, en kerkleiders blijven volhouden aan een fantasy-based opvatting over de islam. In hun voordeel, moeten we toegeven dat ook andere wereldleiders meedoen aan de cultus van sensitiviteit, en al even traag zijn in het opgeven van hun dromerige ideeën. Voor heel lang, hebben westerse leiders de mantra volgehouden dat de islamterreur niets te doen heeft met de islam. Maar nu begint hun toon te veranderen. De Oostenrijkse premier heeft gedreigd om een van de grootste moskeeën van Wenen te sluiten, ook Frankrijk heeft verschillende moskeeën gesloten en verschillende radicale imams gedeporteerd. Polen, Hongarije en Tsjechië hebben hun grenzen gesloten voor de moslimmigranten, en de eerste minister van Hongarije heeft zonder doekjes de Christelijke identiteit van zijn land verdedigd.

Het is meer dan eigenaardig dat de Kerk, die gezien haar geschiedenis, de eerste zou moeten zijn, blijkbaar het laatste instituut lijkt te zijn dat beseft dat islam geen religie van vrede is.

Of misschien hebben kerkleiders inderdaad het gevaar van de islam begrepen maar hebben ze een strategie van stilte aangenomen om potentiële slachtoffers van de islam te beschermen. Dat zou een plausibele verdediging van hun inactiviteit kunnen zijn. Misschien vrezen ze dat iedere vorm van kritiek op de islam op repercussies zal stuiten op Christenen in moslimlanden. In de tweede wereldoorlog leerden Katholieke leiders snel dat afwijzingen van het nazisme directe en dodelijke reacties gaven zowel tegen joden en Christenen. Terwijl de nazimacht steeg, ontwikkelde het Vaticaan strategieën om joden in het verborgene te helpen ontsnappen, en Katholieken om weerstand te bieden.

Men kan zeggen dat de Katholieke leiders vandaag misschien een gelijkaardige strategie volgen in de hoop om de vervolging van Christenen en andere minderheden te verminderen. Maar er is een verschil. Als de Kerk een soort voorzichtige stilte zou volhouden over de islamitische agressies, dan zou men dat argument kunnen maken. Maar men kan niet zeggen dat Kerkleiders zich inhouden om kritiek te geven op de islam. Integendeel, ze nemen iedere kans te baat om de islam te prijzen, om solidair te zijn met de islam, om allerlei islamitische initiatieven te vervoegen, zoals de campagne tegen 'islamofobie'. Als men kijkt naar de zorg van de Kerk voor de islam zou men denken dat het de meest vervolgde religie op aarde is, in werkelijkheid de grootste vervolger.

De omgang van de Kerk met de islam op dit moment lijkt niet op de voorzichtige aanpak van iemand die omgaat met een gevaarlijke vijand. Het lijkt eerder op de vertrouwende onschuld van iemand die denkt dat hij geen vijanden heeft. Pius XII mag dat misschien een voorzichtige stilte hebben onderhouden tegenover de nazi-barbarijen toen het duidelijk werd dat onschuldige mensen het gelag zouden betalen, maar nooit heeft hij het nazisme geprezen als een kracht van vrede, en hij heeft zeker nooit de solidariteit van de Kerk ermee geuit.

In diep contrast, hebben kerkleiders en Paus Franciscus in het bijzonder, de islam gefaciliteerd. Paus Franciscus ontkent publiekelijk dat islam geweld toelaat, en heeft zelf een morele gelijkheid tussen islam en Katholicisme verkondigd ('Als ik spreek over islamgeweld, moet ik ook over Katholiek geweld spreken 01-08-2016), en heeft campagne gevoerd voor het invoeren van miljoenen moslimmigranten in Europa. Meer nog, hij heeft iedereen die zijn open-grenzen-beleid bekritiseert, uitgemaakt voor hardleerse xenofoben. Hij is voor zijn inspanningen geprezen door tal van moslimleiders voor zijn 'verdediging van de islam'.

Men zou bijna het woord 'collaborateur' willen gebruiken, beter dan 'facilitator'. Maar collaborateur is een te sterk woord. In de context van de tweede wereldoorlog, houdt dat een bewuste medewerking en toestemming aan een duivelse onderneming in. Het is voor mij duidelijk dat de Paus en anderen in de Kerkelijke hiërarchie de verspreiding van een duivelse ideologie faciliteren; maar het is niet volledig duidelijk dat ze weten wat ze aan het doen zijn. Franciscus lijkt bijvoorbeeld oprecht te denken dat alle religies ongeveer gelijk in goedheid zijn. Dus voor hem moet de verspreiding van iedere religie iets goed lijken. Het is een ongelooflijk naïeve kijk, maar hij schijnt die oprecht te hebben.

Maar men kan niet blijven pleiten voor domheid. Uiteindelijk wordt de situatie duidelijk voor iedereen, zonder ontkenning. Op dat moment - op het punt dat de bedreiging zonneklaar wordt - kunnen we ervan uitgaan dat de mensen met macht zullen ontwaken en actie zullen ondernemen. Maar wat als dat te laat is? De Paus laat op geen enkele manier zien dat hij zijn visie zal bijstellen. Hij is misschien wat teruggekrabbeld - recent zei hij dat het recht van de migranten soms de nationale veiligheid in gedrang kan brengen. Maar we moeten niet kijken naar de Paus om ons de weg te wijzen in deze zaak. Hij lijkt constitutioneel in de onmogelijkheid om enige twijfel te krijgen over zijn islampolitiek. Het lijkt dat de aanzet om de koers te veranderen zal moeten komen van de bisschoppen, priesters en de Katholieke leken. Ze kunnen er maar beter werk van maken. Er is geen tijd te verliezen.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten