donderdag 4 mei 2017

Kardinaal Willem Eijk: realisme en hoop voor deze tijd.


God is dood in Nederland (maar niet bij de jongeren en de volwassen bekeerlingen):

Interview op tempi.it met Kardinaal Willem Eijk


Willem Jacobus Eijk is de aartsbisschop van Utrecht en primaat van Nederland sinds 2008 en kardinaal sinds 2012. Zijn taak is niet gemakkelijk: hij is verantwoordelijk voor een Kerk die de laatste jaren sterk in aantallen is verminderd, hij heeft te maken met een meedogenloos proces van secularisatie en met veel interne polemieken die haar sterk hebben verzwakt in de laatste jaren. De Nederlandse Katholieken zijn van 5,5 miljoen in 1990 naar 4 miljoen gegaan vandaag, of van 37 naar 23 percent van de bevolkingen. Hij is arts met een thesis over euthanasie, en filosoof, en Kardinaal Eijk werd gewijd tot priester in 1985. Hij geeft een uitgebreid interview aan Tempi.

Eminentie, volgens een studie van de Verenigde Naties is Nederland het zesde gelukkigste land van de wereld. Ziet u dat ook zo? Zijn de Nederlanders vandaag gelukkig?

Veel hangt af van welke criteria die ze gebruiken om tot zo een conclusie te komen. Volgens een rapport van een officieel Nederlands instituut, het sociaal en cultureel planningsbureau, zijn twee derde van de Nederlanders pessimistisch, en denken dat het land niet in de juiste richting gaat. Dat is een algemeen verspreid gevoel dat in Nederland de laatste jaren toeneemt. Men klaagt over een verwildering van de gebruiken en normen, van de manier waarop de mensen zich gedragen. In de publieke discussie zien we vaan beledigingen, zelfs in het parlement, en men voelt een klimaat van intolerantie. Een toenemend aantal  van de bevolking vindt dat de regering te veel doet voor de immigranten en te weinig voor de autochtone bevolking. Sommigen worden getroffen door een toenemende armoede. Nederland is zeker een welvarend land. En die rijkdom is zeker een van de elementen waardoor de UNO zegt dat de Nederlanders tussen de gelukkigsten van de wereld horen. Maar niet iedereen heeft kunnen profiteren van de heropleving van de economie: de mensen die weinig onderwijs hebben gehad, kennen een toenemende armoede. Als Kerk worden we steeds meer geconfronteerd met de arme families, waarin vaak de vader en de moeder beiden werkloos blijven. De staat doet steeds minder voor die mensen, de middelen voor de sociale hulp wordt kleiner, en het resultaat is dat het aantal mensen dat niet meer rondkomt stilaan stijgt. Een deel van de bevolking wordt steeds rijker, en zij hebben het grootste aandeel van de financiële middelen, maar een ander deel wordt steeds armer, en is steeds meer geïrriteerd dat anderen wel kunnen genieten. En daardoor stijgt ook het wantrouwen van de politieke elite: een deel van de bevolking vindt dat de politiekers niets voor hen doen en dat we niets ondernemen om daaraan te doen omdat Nederland een deel van haar soevereiniteit heeft opgegeven voor de EU.

 Wat is de eigenschap van de Nederlandse gemeenschap die u het meeste aanstaat, en welke geeft u het meeste zorgen?

De Nederlanders zijn genereuze mensen, ze willen altijd de minder fortuinlijken helpen. Op dit moment wordt een grote omhaling gehouden voor de slachtoffers van de honger in Zuid Sudan; christelijke en niet-christelijke organisaties werken samen voor dit initiatief. Daarnaast zijn er dingen die me bedroefd maken: het gebrek aan geloof in onze maatschappij en het verlief van een elementair ethisch besef dat verbonden is met het geloof en met het gezonde verstand. Ik moet vaststellen dat in ons land het respect voor het menselijk leven steeds minder wordt. Een ander punt waar ik me zorgen over maak is het huwelijk: steeds minder mensen huwen, in de kerk of burgerlijk.

 

Zoals in vele andere Europese landen is het geloof en de religieuze praktijk sterk afgenomen in Nederland. Volgens de editie2016 van het onderzoek ‘God in Nederland’ is het aantal atheïsten en agnosten 60% van de bevolking, en voor het eerst overstijgt het aantal atheïsten het aantal mensen die geloven in het bestaan van een persoonlijke God. Wat is volgens u de belangrijkste factor die deze tendens heeft ingezet? Gaat het om oorzaken gelinkt aan de Kerk, zoals de liberale theologie of de pastoraal die daar uit voortkomt, of gaat het meer om de algemene druk vanuit de maatschappij die haar geseculariseerde waarden oplegt?

De meest belangrijke factor is volgens mij de cultuur. De eerste tekenen van de secularisatie in Nederland kunnen we al zien in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. In de grote steden waren er al Katholieken die niet meer naar de Kerk gingen, die hun kinderen niet meer lieten dopen. Het fenomeen werd nog intenser tijdens de tweede wereldoorlog. In oktober 1947 werd er in het klein-seminarie van het aartsbisdom Utrecht een symposium gehouden over dat probleem. Men heeft er gesproken over de problemen van de pastoraal en men voorzag daar dat een groot aantal van de gedoopten de Kerk stilzwijgend zouden verlaten in de decennia die kwamen. Ze hebben gelijk gekregen, want twintig jaar later liep de Nederlandse Katholieke Kerk in snel tempo leeg. In 1947 was al te zien dat heel wat Katholieken met de Kerk een ethisch-sociale visie gemeen hadden, maar dat ze niet geïnteresseerd waren in de waarheid van het geloof. Men had een uitgebreid netwerk van katholieke organisaties, maar het ontbrak aan een persoonlijk leven van gebed, van een eigen spiritualiteit.

Aan het eind van de jaren 40 bezocht Karol Wojtyla ons land, toen hij zijn thesis moest afleggen aan de universiteit van Leuven, aan het naburige België, en hij sprak zijn bewondering uit over de uitgebreide structuur en organisatie van onze Katholiek Kerk, maar hij vond ook een gebrek aan spiritueel leven, aan een persoonlijke band met Christus. Hij stelde vast dat de Nederlandse Kerk verenigd was in haar gevecht tegen de prostestanten, maar dat was een eenheid in het negatieve, met andere woorden zonder een persoonlijk geloof. Dat zijn allemaal factoren die de grote crisis verklaren van de Nederlandse Kerk sinds de jaren 60. De grote rijkdom die toen ontstond stelde de mens in staat om onafhankelijk te leven van de anderen, en dat heeft geleid tot een heel sterk individualisme, overdreven individualisme, dat we vandaag in ons land kennen. Het individualisme maakt tot een autoreferentiële persoon, ervan overtuigd dat hij niet alleen het recht heeft maar zelfs de plicht heeft om voor zichtzelf te bepalen wat hij doen, en zijn eigen ethische waarden. Hij zoekt geen referentiepunten bij de anderen, niet in de realiteit en de structuren die hem overstijgen, maar enkel in zichzelf. En zo een persoon is gesloten op zichzelf, niet open naar een God die de wereld overstijgt en een gemeenschap van gelovigen, wat de essentie is van de Kerk. Al die dingen hebben bijgedragen aan de zware geloofscrisis van het leven van de Katholieke Kerk vandaag.

Ook de theologen hebben die weg gevolgd, en zijn steeds liberaler geworden. Ze hebben meer leed veroorzaakt dan ze hebben geproduceerd. Edward Schillebeeckx bijvoorbeeld, die professor was van dogmatiek aan de universiteit van Nijmegen was in de jaren 50 redelijk orthodox, maar vanaf 1965 heeft hij zich getoond als een voorstander van de nieuwe theologische stromingen. De theologisch zijn meer de cultuur gevolgd, dan dat ze er invloed op hadden. Dat is het gevolg van vele factoren, die ervoor gezorgd hebben dat de catechese ontbrak in de Katholieke Kerk van de tweede helft van de vorige eeuw. Ik ben naar een wetenschappelijk lyceum van religieuzen in Amsterdam geweest, en de eerste jaren van ’65 tot ’67 heb ik een prachtige catechese gehad, over de bijbel. Men had gezegd dat we vanaf het derde jaar de sacramenten zouden bespreken, maar dat hebben ze nooit gedaan. De godsdienstleraren waren nog steeds priesters, maar we kregen discussies over Che Guevara, over thema’s van het moment, en niets meer over religie. Ik heb mijn roeping mogen ontdekken en onderhouden dankzij mijn parochiepriester van mijn geboortestad dicht bij Amsterdam. In het algemeen ontbrak het de Katholieke scholen aan catechese, en dat is vandaag nog het geval.

Doet men geen catechese in de parochies?

Vandaag doet men een voorbereiding op de eerste communie en het vormsel, mar het is zeer moeilijk om jongeren bij elkaar te brengen voor de catechese, omdat ze zoveel andere recreatieve dingen te doen hebben, elk met hun persoonlijk programma. Toen ik klein was waren er niet zoveel activiteiten, maar nu is het mogelijk om mensen bij elkaar te brengen een middag of s’avonds om hun catechese te geven. Er bestaan nog vele scholen met een Katholieke identiteit, maar omdat het grootste deel van hun afgestudeerden niet meer Katholiek is, en ook de leraren het niet zijn, of toch geen actieve gelovigen, is de Katholieke school niet meer in staat om het Katholieke geloof over te brengen zoals 50 jaar geleden.

Het rapport ‘God in Nederland’ toont dat de jongere Katholieken orthodoxer zijn dan de ouderen, wat betreft de traditionele Katholieke doctrine. Is dat juist volgens u?

Ja dat is zo, dat kan ik beamen. De oudere generatie is die die in de jaren 60 de nieuwe theologische stromingen hebben omarmd, terwijl de jongeren, die welke nog geloven, de orthodoxie niet ter discussie stellen en een intens gebedsleven hebben. Palmzondag valt in mijn bisdom samen met een pastorale activiteit voor de jongeren, en die bevat ook een uur aanbidding. Onze jongeren hebben graag de aanbidding, en het stille gebed. Tijdens dat uur bieden we ook de mogelijkheid aan om te biechten, en bijna alle jongeren doen dat ook, terwijl als je praat over de biecht met de oudere generatie zien we bijna steeds een negatieve reactie, vijandig: ‘dat doen wij niet meer’. Dat zie je niet bij de jongeren, die staan heel open voor de biecht. Het aantal Katholieken blijft maar verminderen, maar de kwaliteit wordt hoger, en dat is een teken van hoop. In een nabije toekomst zal de Kerk in Nederland maar heel klein zijn, maar met een sterk geloof, dat het gist kan zijn voor het Rijk van God in de maatschappij van morgen. Ik ben geen wanhopige aartsbisschop, maar we moeten aanvaarden dat de Katholieke Kerk in Nederlands heel klein wordt. Ik moet veel kerken sluiten, een derde van de kerken in het aartsbisdom tegen 2020 en twee derde zal sluiten tegen 2015. Ik zal nog een 20tal parochies kunnen behouden met een of twee kerken elk, terwijl er in de jaren 60 400 waren: dat is een enorme achteruitgang. Maar als de parochianen een sterk geloof hebben, diep, dat kan dat het gist zijn voor de toekomst: dat is mijn hoop voor de toekomst. En ik moet zeggen dat zelfs de ouderen tegenwoordig een geloof hebben dat sterker is dan dat van een generatie geleden. Toen ik kapelaan werd in 1985, was het grootste deel van mijn parochianen aanhangers van de beweging van 8 mei. Dat was de naam van een beweging die geboren werd in de nazog van het bezoek van Johannes Paulus II aan Nederland, met name van 8 mei 1985. Dat was een bijzonder bezoek, met veel protesten tegen de Paus:  het was het moeilijkste bezoek van Johannes Paulus II tijdens heel zijn lange pontificaat. De leden van deze beweging hielden vast aan een liberale theologie, bekritiseerden tal van punten uit de doctrine van de Katholieke Kerk, vooral dan de sexuele moraal. Op zondag zat de kerk nog vol, maar ik wist dat de meerderheid van de mensen daar de inhoud van mijn preek niet aanvaarden. Nu is dat niet meer zo, de sfeer is veel rustiger, vrediger. Het geloof verkondigen is nu gemakkelijker dan 30 jaar geleden. Niet alles is negatief, het zou dom zijn om dat te denken.

 Terwijl het aantal Katholieken in Nederland afneemt, neemt het aantal mensen dat op volwassen leeftijd wordt bekeerd toe. Wie zijn die volwassenen die willen toegelaten worden in de Katholieke Kerk?

Ze zijn zo divers als de Nederlandse maatschappij. Enkele worden Katholiek omdat ze met een Katholiek trouwen, het merendeel ontdekt het Katholicisme via vrienden, of na een belangrijk moment in hun leven. Sommigen zijn protestanten, anderen zijn nog niet gedoopt. Het zijn diverse personen, maar het merendeel worden heel actieve gelovigen met een sterk geloof.

Zijn er veel vreemdelingen onder hen, of zijn het meestal Nederlanders?

Het merendeel zijn autochtone Nederlanders. Onder de christelijke immigranten zijn er veel gedoopten, die geloven, en die het geloof leren kennen bij Nederlanders. In Nederland hebben we een miljoen moslims, maar ook 800 of 900 000 christelijke immigranten, die een hele actieve component vormen van de parochie in het westen van het land, in de grote steden zoals Amsterdam, Den Haag en Rotterdam.

 Recent heeft u gezegd dat er best een document zou komen vanuit de Katholieke Kerk over de gender-theorie. Waarom zou zo een document belangrijk zijn?

Ook op dat vlak heeft Nederland op barricaden gestaan. Vanaf de jaren 80 was het een protestantse universitaire kliniek in Amsterdam die als eerste hormoon- en chirurgische behandelingen begon te geven om het biologisch geslacht te veranderen. De ziektezorg betaalde in grote mate de kosten, en dat is nog steeds zo. Door de commissies van de Verenigde Naties is er veel druk op de staten om wetgeving te starten naar de geest van de theorie van het ‘gender’, vooral voor schoolprogramma’s. Wat zegt die theorie eigenlijk in het kort? Dat in het verleden de identiteit vooral werd opgelegd door de maatschappij, vooral in relatie met het sociale leven van de vrouw, maar tegenwoordig zijn we individualisten, volwassenen, autonoom, en dus hebben we het recht en zelfs de plicht om onze sexuele identiteit zelf te scheppen. Vandaag is in Nederland deze ‘gendertheorie’ al geen punt meer waarover gedebatteerd wordt, het is als een evidentie geworden: Het geslacht valt niet meer essentieel samen de biologische sexe, maar het individu heeft de vrijheid om zijn eigen geslacht te bepalen en dus zijn biologische sexualiteit aan te passen volgens zijn wil, volgens zijn eigen idee over zijn geslacht. Voor de mensen is het moeilijk geworden om te begrijpen dat het veranderen van het geslacht onverenigbaar is met het Katholieke geloof over het huwelijk en de sexualiteit. Daarom heb ik het Magisterium in Rome gevraagd om een document over de theorie van het ‘gender’; daarom niet een encycliek, maar een document dat duidelijk laat zien wat de Kerk denk over deze theorie van het ‘gender’ op basis van de christelijke antropologische filosofie, om duidelijk te maken aan de mensen wat de wereldvisie is van de Kerk dat komt vanuit de Heilige Schrift en de Traditie, dat de biologische sexualiteit ook essentieel is voor het geslacht van het individu. Men kan onmogelijk zeggen dat het geslacht volledig los staat van de biologische seksualiteit, ook al wil men de sociale regels van het geslacht veranderen, wat nochtans in alle culturen en heel de geschiedenis vaststaat. Ik heb gevraagd om een dergelijk document omdat heel onze maatschappij de theorie van het ‘gender’ aanhangt maar zonder te begrijpen wat de consequenties zijn en welke antropologie het veronderstelt. De Paus heeft al wat gezegd over de argumenten, en hij heeft gesproken over een agressieve ideologische kolonisatie van deze ‘gender’theorie, als een oorlog op wereldschaal tegen de familie en het huwelijk, maar een specifiek document over deze theorie zou profetisch kunnen blijken.

Een ander thema is de wetgeving over euthanasie, die in Nederland al bestaat en erg permissief is. Wat denkt u bij de huidige wetgeving, en wat zullen de gevolgen zijn van hervormingen in de richting van hulp bij zelfmoord?

De situatie is ingewikkeld. Een commissie van de regering onder leiding van een lid van D66, die veel gedaan heeft voor de invoering van euthanasie in Nederland, heeft besloten dat de huidige wet goed is en dat er geen nood is tot wijziging. De commissie heeft geschreven dat er in Nederland ouderen zijn die gebruik zouden willen maken van hulp bij zelfmoord, terwijl ze geen enkele ziekte hebben, maar die van zichzelf vinden dat hun leven ‘voltooid’ is. Die mensen kunnen volgens de commissie nu reeds gebruik maken van de huidige wetgeving. Niettemin heeft het ministerie van justitie en van volksgezondheid een brief geschreven aan het parlement op 13 oktober laatstleden, met de mededeling dat ze een weg zouden willen hebben, die aansluit bij de huidige over euthanasie, voor de mensen die het leven als voltooid beschouwen. Die wet over het ‘voltooide leven’ zou aan alle mensen het recht moeten geven om te vragen voor hulp bij zelfdoding aan geautoriseerde assistenten, die medici kunnen zijn of psychologen of gespecialiseerde verpleging. De assistenten zijn competent om te oordelen of de persoon vrij en coherent hun leven voldaan vinden en hulp bij zelfdoding vragen, zonder druk van familie of belanghebbenden. Opnieuw is het de partij D66 die heft aangekondigd een wetsvoorstel in te dienen hierover, vanaf de leeftijd van 75 jaar. Dat is de nieuwe stap in de discussie over euthanasie in Nederland; Men kan niet anders dan besluiten dat met al die voorstellen er een langzame maar gevaarlijke verschuiving plaatsvind, hoewel men protesteert en ontkent, maar het valt niet te ontkennen dat er sinds de jaren 60 tot nu een steeds verdere verschuiving plaatsvindt. Men is begonnen met te praten over euthanasie voor ongeneeslijk zieken in de allerlaatste fase van het leven; dan ging het over euthanasie buiten de allerlaatste fase, dan in de jaren 90 over de toestand van psychiatrische ziekten en neurodegeneratieve aandoeningen; sinds 2004 werd het Protocol van Groningen ingevoerd voor moord op de ernstig zieke neonaten, en daar wordt dus ook voor het eerst de barrière doorbroken dat de euthanasie moet aangevraagd worden door de zieke zelf. Nu gaat het nog verder met de wil om ook hulp bij zelfmoord te introduceren voor hen die volstrekt geen ziekte hebben, maar die hun leven voltooid vinden.

 Sinds de laatste 30 jaar is Nederland een bestemming geworden van een sterke influx van migranten. Velen komen uit regio’s van de wereld waar een religieus wereldbeeld over het leven nog erg aanwezig is. Veel onder hen zijn moslims. Is het uw indruk dat deze migranten net als de Nederlanders na een tijd ook seculariseren, of geven zij een sterke religieuze identiteit door?

 Eind 2004 was er de tendens dat er ook een secularisatie plaatsvond onder de mohammedaanse migranten, maar sinds 2004 is er een duidelijke versterking van de islamitische identiteit te zien onder de migranten, vooral onder die van turkije en marocco, waarvan 95% zeggen dat ze praktiserende mohammedanen zijn. Effectief, 40% van de Nederlandse moslims bezoekt op vrijdag de moskee, een aanzienlijk percentage als je dat vergelijkt met de christenen die regelmatig een kerk bezoeken wat ligt rond de 10-15 %. De zondagspraktijk van de Katholieken ligt onder de 5%. De mohammedanen hebben een sterke religieuze identiteit, sterker dan de protestanten of de Katholieken van vandaag.

 Hoeveel soennitische moskees zijn er in Nederland? En hoeveel Katholieke parochies?

Er zijn momenteel 500 moskees, maar er worden er nog bijgebouwd. Zij bouwen moskees, wij sluiten Christelijke kerken. Het aantal Katholieke parochies is ongeveer 1500, maar daarvan zijn ook kerken niet open voor de cultus. Dat zijn kerken waarvan men nog niet weet wat ermee te doen, in afwachting van een definitieve ontwijding. Op dit ogenblik zijn er in mijn aartsbisdom een 20tal kerken te koop. Ik ben van mening dat we niet alle financiële middelen van een parochie mogen gebruiken om een kerk die niet gebruikt wordt open te houden, met dan een volgende generatie die zonder middelen zit, met lege handen: in Nederland is er geen ‘8 per mille’. De gemeenten kunnen ook een kerk op hun territorium tot monumentaal erfgoed bestempelen. En dan kan men niet meer aan de architectuur van de kerk komen, het wordt dan moeilijk om ze te verkopen omdat men de bestemming niet kan veranderen, maar de gemeenten spenderen weinig aan het onderhoud van de kerken die ze tot monumentaal erfgoed hebben gemaakt. De gemeenten binden de handen van de Kerk, maar ze doen weinig om een oplossing te vinden.

 
-------
Wat een verademing dit artikel. Natuurlijk is het geen goed nieuws dat de meerderheid van de kerken in Nederland moet sluiten. Maar het is een redelijke kijk op de realiteit. En vooral, het sluiten van kerken wordt gezien als een poging om middelen vrij te houden voor de volgende generatie en de evangelisatie. Een bron van hoop dus.
Zet daar de onredelijke houding tegenover van een kardinaal die in het Katholiek Nieuwsblad zegt dat het allemaal goed gaat en dat er geen sprake is van een ineenstorting in Vlaanderen, maar dat iedereen nog veel 'voeling' heeft met de Kerk. Dan heb je dus weinig basis voor een nieuwe start, integendeel de ineenstorting wordt er alleen maar dieper van.
Kijk nu naar onze gemeenschap in Hasselt. De Virga Jesse basiliek is prachtig gerenoveerd voor meer dan 1 miljoen euro. Ik ben blij dat het geld van de gemeenschap daarvoor wordt gebruikt, en niet voor een ander/niet-Katholiek project. Het resultaat is uiteraard magnifiek. Maar men kan niet ontkennen, dat men ook het aantal stoelen in de basiliek drastisch heeft gereduceerd, zodat we misschien toch nog eens kunnen zeggen dat ze volzit.
Tegelijk zit in dit interview een redelijke beoordeling van de catechese en het Katholiek onderwijs: het stelt allemaal weinig voor, volgens Kardinaal Eijk. Dat kan je in Vlaanderen denk ik ook wel zeggen, maar waar is de tegenbeweging vanuit de bisschoppen? De Vlaamse dialoog-school zal het probleem niet oplossen.
En dan toch ook een redelijke kijk op de immigratie en islam. De erkenning dat ze een religie vormen die bijna groter is dan de Katholieke Kerk in Nederland, en alvast veel vitaler. Tegelijkertijd ook het realisme om te erkennen dat vele autochtonen met leedwezen kijken naar de talrijker subsidies voor migranten.
Al even realistisch is de observatie dat de EU en de UNO zich inspannen om een ultra-liberale moraal op te dringen aan hun burgers, en daarbij dwang niet schuwen. Het benoemen van D66 als de partij des doods is al evenzeer een goede aansporing voor de gelovigen om daar alvast niet op te stemmen.
Kardinaal Eijk is in Nederland niet geliefd. Hij heeft ook misschien niet de meest gemakkelijke 'sociale omgang', maar hij durft wel de taak aan die hem is toevertrouwd.
Het zou een verademing zijn als we in België een bisschop zouden hebben die evenveel realisme aan de dag legt. In ieder geval is me wel duidelijk, dat ook tijdens de ineenstorting, de parochies die zoveel mogelijk trachten trouw te blijven aan de Katholieke traditie en leer, op lange termijn de plekken zijn van hoop en vernieuwing.
 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten