woensdag 7 december 2016

tekst Lezing Mgr Jousten over de Werkelijke Aanwezigheid van Christus in de Eucharistie



Op 9 november 2016 sprak Mgr Aloys Jousten, ere-bisschop van Luik, op uitnodiging van de Sacramentsbroederschap in de Kathedraal over de aanwezigheid van Christus in de Eucharistie. Hij gaf de toestemming om zijn tekst weer te geven. 

Mgr Jousten spreekt op 10 mei 2017 opnieuw in onze parochie over de Hoop, in het kader van de Virga Jesse Feesten.

De Aanwezigheid van Christus in de viering van de Eucharistie

Op een keer is het me opgevallen dat ik, als celebrant die de Eucharistie opdraagt, de gemeenschap op verschillende momenten groet met een wens waarmee ik op enkele verschillende manieren wijs op de aanwezigheid van de Heer: 
(1) Bij het begin 
(2) Voor het Evangelie
(3) Bij het begin van het Eucharistisch gebed
(4) Voor de vredeswens
(5) Voor de zending

Ik vroeg me af of het dan gaat over verschillende vormen van aanwezigheid van Christus of over een simpele herhaling of bevestiging. En is de reële tegenwoordigheid van Christus in het brood en de wijn van een andere orde dan de andere ‘tegenwoordigheden’?
Ik wil u enkele reflecties voorstellen over de aanwezigheid van Christus, in 7 punten: 
(1) De aanwezigheid van de Verrezene in de wereld, in ons leven, in de Kerk, in de sacramenten
(2) De aanwezigheid in de gemeenschap en in degene die de eredienst opdraagt
(3) De aanwezigheid in het Woord, namelijk in het Evangelie
(4) De aanwezigheid in de gedachtenis van de ‘dood en de verrijzenis van de Heer’
(5) De aanwezigheid in het brood en in de wijn
(6) De aanwezigheid in de leden van de gemeenschap om de communie te creëren tussen hen en Christus
(7) De aanwezigheid in de zending en in het leven na de Eucharistie.

1. Aanwezigheid van de Verrezene in het algemeen.

Paus Franciscus spreekt er in ‘De vreugde van het Evangelie’ over met een grote overtuiging: Evangelii Gaudium 275, 276, 278. De Eucharistie wordt gevierd in de context van dit geloof in de Verrijzenis van Jezus. ‘Verkondigen wij het mysterie van ons geloof’. Dat mysterie van het geloof, dat is het paasmysterie van de dood en de verrijzenis van Christus die wij verkondigen en vieren tot aan zijn komst in heerlijkheid.
Christus is met ons, met de Kerk, iedere dag, tot op het einde der tijden (Mt 28, 18 + 20). Maar zijn aanwezigheid is niet meer een fysieke aanwezigheid zoals het was vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood op het kruis. In die periode, heeft de realiteit van het heil van God zich op een lichamelijke, fysieke wijze gemanifesteerd. 
Na zijn verrijzenis is zijn aanwezigheid onder ons in de geschiedenis van een heel andere orde. Hij handelt en is aanwezig doorheen zijn Geest. Zijn aanwezigheid neemt een bijzondere vorm aan in de sacramenten waar ze zich realiseert in tekens en concrete symbolen. 
In de sacramenten is de Drievuldigheid aan het werk: Ze zijn allen een gift van de Vader, doorheen Christus, in de Heilige Geest. In die brede zin, is de kerk ook sacrament van de aanwezigheid en van het handelen van God. Ik wil goed de band benadrukken en vasthouden die er bestaat tussen het historische lichaam van Christus, zijn verrezen lichaam en zijn kerkelijk lichaam. 


 2. De aanwezigheid van Christus in de Eucharistische gemeenschap en in de celebrant. 

 Alleen de aanwezigheid en de macht van de Verrezene kan de viering van de Eucharistie rechtvaardigen. De woorden van Jezus ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’ zijn nu geladen met de kracht van de Verrezen Christus. Doorheen de Geest is hij aanwezig en actief in de Eucharistie. Zoals op het laatste avondmaal, nodigt hij ons uit aan tafel, wij zijn zijn gasten. De gestorven en verrezen Christus brengt ons samen. Het is op zijn initiatief. Van sinds het begin van het christendom zijn christenen locaal samengekomen om hun geloof in de overwinning van Christus op de dood te verkondigen en te vieren. In hun
midden is de Geest van Jezus aan het werk (Hand 2-4). In het begin zei men: Ik ga naar de samenkomst; het is pas later dat de samenkomst “de Mis” geworden is … Dit laat ons toe om beter te begrijpen dat de eerste taak van de Kerk is om de dood van de Heer te verkondigen, de verrijzenis te vieren en zijn wederkomst in glorie af te wachten (cfr Acclamatie!)
> Vier tekens tonen op een sterke manier de aanwezigheid van Christus in de samenkomst rond het altaar aan:
* De begroeting  (door de celebrant)
* Het teken van het kruis
* Het zich keren tot Christus (Kyrie)
* Het bidden tot de Vader

> De aanwezigheid van Christus in hem die voorgaat (celebrant)
De priester is gewijd en gezonden door de bisschop. Zo wordt de band tussen de eucharistische gemeenschap en de Kerk van Christus uitgedrukt en gewaarborgd. Tegelijkertijd handelt de priester in de naam van Christus, het hoofd van de Kerk. Hij realiseert een nieuwe manier van aanwezigheid van Christus tijdens heel de Mis. Christus brengt ons bij elkaar en de priester is daar het duidelijke teken van, zou men kunnen zeggen. In hem, is het Christus die spreekt en handelt. De celebrant (of de voorganger) stelt de herder Christus voor op een sacramentele manier, hij maakt Hem zichtbaar (‘darstellen’). Zo zegt het een tekst over de Kerk, die de bisschoppen van Frankrijk hebben geschreven in 1973: ‘Het is de specifieke rol van degene die Christus, de goede herder, vertegenwoordigt (“re-présente”) tussen zijn broeders,  het Evangelie te verkondigen en de Heilige Geest af te roepen over heel de gemeenschap en over de gaven tijdens het Eucharistisch gebed zodat Christus aanwezig zou komen en we zouden delen in zijn lichaam en in zijn bloed.’ (Nous responsables dans l’Eglise, p 49). Maar het is Christus die handelt doorheen de celebrant. Tegelijkertijd handelt de celebrant ook in naam van de gemeenschap wanneer hij bidt tot de Vader en het offer opdraagt. 
Die sacramentele dimensie van het voorgaan is ‘hoorbaar’ en dus uitgedrukt doorheen de vier begroetingen die ik al naar voor bracht. Het is iets totaal anders dan “een goedendag”,  laat staan een vraag of interpellatie.
 Laat ons even stilstaan bij het antwoord van het volk: ‘en met uw geest’. Dat wat eigenaardige antwoord is rijk aan spirituele betekenis: het volk wenst boven alles dat de Verrezene de celebrant begeestert of vervult in de meest spirituele dimensie van zijn wezen, opdat de liturgische actie vruchtbaar zou
zijn. In de Oosterse Kerk, onderlijnt men met nadruk dat en hoopt dat de Geest die gekregen werd bij de wijding in de persoon aanwezig zou zijn. 

3. De Aanwezigheid van Christus in het Woord van God

 Het tweede Vaticaanse Concilie wilde het Woord van God laten ontdekken als onmisbaar voedsel voor het Christelijk leven. We spreken van de tafel van het Woord en van de liturgie van het Woord (Woorddienst). Het Woord wordt verkondigd, het wordt niet simpelweg voorgelezen. Sommigen spreken zelf van een tafel waarop ons het Woord en het Brood worden aangereikt. Het is ook zo dat de liturgie van het Woord en de Eucharistische liturgie een éne eredienst vormen. Het Woord is brood des levens net als het Eucharistische brood. Het verhaal van de leerlingen van Emmaüs doet ons goed het belang van het Woord en van het breken van het brood begrijpen. In het Woord is Christus werkelijk tegenwoordig. De verkondiging van het Evangelie wordt omringd door het zingen van het Alleluia en bij plechtige missen van wierook. Het Woord zal ook worden gesproken op het moment van de instellingswoorden. Het is de werkelijke aanwezigheid van Christus in het Woord die alle zin geeft aan de werkelijke aanwezigheid in het brood en in de beker. En de communie van het brood en aan de beker is als de voltooiing van de communie van het Woord van Christus. Net zoals de leerlingen van Emmaüs herkennen we de levende Heer aanwezig in het brood (en de wijn) omdat hij ons de Schriften opent. In de Mis is het Evangelie onmisbaar. De lezing van het Evangelie is een apostolische getuigenis, op een vertellende toon, van de actieve aanwezigheid, van de beslissende handeling van God in Jezus Christus. 
Het Evangelie is de basis van het getuigenis, van de belijdenis van het apostolische geloof. Trouwens wat de geschreven apostolische getuigenis kenmerkt, is haar verhalende karakter. Wat er gebeurd is in het leven, de dood en de verrijzenis van Jezus wordt verteld. De verkondiging van het Evangelie zoekt de gelovige toehoorders om hen in de geschiedenis onder te dompelen, in het evenement Jezus. Dat laat zich in het bijzonder zien tijdens het Eucharistische gebed dat een echte belijdenis van het geloof is. De liturgie van het Woord wordt zo een echte gebeurtenis. Het is heel wat meer dan een simpele voorlezing. Ze laat een echte ‘mise en scène’ (o.a. processie van het Evangelie) toe. Het Evangelie is een actuele ontmoeting met de Verrezen Heer, zijn aanwezigheid wordt herkend door de acclamatie. 

4. Herdenking  van de dood en de verrijzenis van Christus

“Indachtig zijn dood en opstanding dragen wij U op …/ Daarom gedenken wij …/ Zijn dood en verrijzenis indachtig …” (E. G. II)
Wij dragen dank op voor de grote daden van God in zijn Zoon, zoals wordt gezegd in de prefatie, en die haar hoogtepunt bereikt in de handelingen van Jezus die op de vooravond van zijn lijden, zijn leven zal opdragen uit liefde voor zijn vrienden. Jezus zegt ons: “Doet dit tot mijn gedachtenis”. Wij zeggen de Vader dank, in het spoor van Jezus, en door de handelingen van Jezus te herhalen. ‘Gedachtenis’ beperkt zich niet tot een herinnering, alsof het gaat om zich het verleden te herinneren (het laatste avondmaal). De term ‘Memorie’ of gedachtenis (mémoire) wil zeggen dat de Eucharistie de werkelijke handeling van de Verrezene is: Hij neemt ons mee doorheen de gebaren van het Laatste Avondmaal, waarvan de gebaren van Christus geactualiseerd zijn voor de wereld van vandaag. (N.B. Brood dat in de mis zelf wordt geconsacreerd, niet bewaard …). Christus nodigt ons zo uit om ons achter hem te zetten en hem te volgen op zijn weg, want de Eucharistie brengt ons heel het leven van Jezus in herinnering tot aan zijn dood. In de woorden van het Laatste Avondmaal, legt Jezus heel zijn leven uit (cfr Mc 10, 45). Hij wil ons dus doen deelnemen aan zijn leven van dienstbaarheid tot aan de dood, aan zijn dood en aan zijn verrijzenis. Doorheen zijn leven, heeft hij zich gegeven, geofferd aan de Vader: “Ik kom om Uw wil te doen”. Hij maakt zijn offer, zijn offergave tegenwoordig als hij ons uitnodigt aan zijn tafel. Eraan deelnemen, zich aan tafel zetten wil zeggen dat men geïntegreerd wordt, dat men binnentreedt in zijn offer. Zo nodigt de Mis ons uit tot een leven in navolging van Jezus en tegelijkertijd doet de Eucharistie ons delen in zijn Verrijzenis: ‘Wie van dit brood eet, zal niet meer sterven, hij zal voor eeuwig leven’ (Joh 6,51). Zo vieren we dan in de Eucharistie het verleden, het heden en de toekomst. Of nog, de Eucharistie is de belijdenis van ons geloof, onze liefde en onze hoop. 
De Eucharistie is dus een actie: die van Jezus, van de apostelen, en van ons. Ze is ‘een actie, een passage (“doorheen gaan”), een moeilijk zichzelf verloochenen in de navolging van de Heer Jezus, een deelname aan zijn paasmysterie, en dat alles in de dankzegging en de lofzang van God, Hij die zijn Zoon heeft opgewekt en ons heeft gegeven als eerstgeborene van heel de schepping.    

5. De aanwezigheid van Christus in het brood en de wijn

Misschien bent u verbaasd dat ik pas in het vijfde punt de aanwezigheid naar voor breng, die we vaak de werkelijke (‘reële’) aanwezigheid of de
Eucharistische aanwezigheid noemen. Ik hoop dat u begrijpt waarom. De broederschap van het Heilig Sacrament wijdt zich aan de Eucharistie en neemt initiatieven om het geloof in de Eucharistie te bevorderen. Ik hoop en durf geloven dat alles wat ik tot nu toe verteld heb u mag en zal helpen om uw geloof in de Eucharistie te dynamiseren, als daar nog nood aan is; geloof in de Eucharistie als een handeling en een evenement waardoor de dode en verrezen Heer tussen ons aanwezig is om ons uit te nodigen tot de eredienst aan de Vader en ons wil uitnodigen om steeds meer in zijn navolging te leven. Ja, zijn aanwezigheid is geen statische aanwezigheid, een aanwezigheid die zijn hoogtepunt bereikt zodra de instellingswoorden zijn uitgesproken. De aanwezigheid van Christus is een actieve en dynamische aanwezigheid, die ons de Eucharistie doet vieren met een actieve deelname. Dat wil zeggen: De Heer wil ons bewegen, ons raken met Zijn Woord en wil ons Ja doen zeggen aan zijn leven, zijn dood en zijn verrijzenis door het Eucharistische brood te nemen en eten (en de beker te nemen en te drinken). Kortom, Hij wil ons geloof voeden, onze hoop en vooral onze liefde. Het lichaam en het bloed van Christus zijn daar om gegeten te worden. Als men niet te communie gaat, dan mist men iets essentieel van de Eucharistie, van de Mis. Van daaruit komt voort dat de Eucharistie het Allerheiligste Sacrament van het Altaar is, het Sanctissimum Sacramentum: Het is wel degelijk de dode en verrezen Christus, die zich heeft overgeleverd ter wille van ons die daar aanwezig is in het brood en de wijn. Christus geeft zich aan ons zoals hij zich 2000 jaar geleden heeft overgeleverd. Het is in die heel concrete vorm dat de gave van Jezus ons bereikt. Wat een mysterie!
De aanbidding van het Heilig Sacrament doet ons in het brood aanbidden wie zich voor ons heeft gegeven en die zich ook vandaag nog geeft om zijn en ons leven te voeden. Dezelfde overwegingen kan men ontwikkelen rond de communie die naar de zieken wordt gebracht. 
We begrijpen steeds beter dat de aanwezigheid van Christus in de Eucharistie niet ‘iets fysiek is maar de aanwezigheid van iemand die ons wil ontmoeten, iedereen die rond zijn tafel samenkomt, en die zijn uitnodiging aanvaarden. 

6. Een dynamische aanwezigheid om een gemeenschap te creëren onder hen die delen aan Zijn Lichaam en Zijn Bloed.

Onze gebruikelijke communieritus doet me soms denken aan een ‘elk voor zich en God voor ons allen’. We ontvangen de communie, we ontvangen het Lichaam van Christus, om gemeenschap te worden, om het Lichaam van
Christus te worden. ‘Gedenk wat u ontvangt en wordt wat u ontvangt: het Lichaam van Christus’ (Sint Augustinus).
Ik ben mijn lezing begonnen met spreken over de aanwezigheid van de Verrezene in de Eucharistische gemeenschap. Jezus heeft de mensen willen verzamelen om er een nieuw volk van God van te maken. En volgens Sint Jan, heeft hij aan zijn leerlingen gezegd tijdens de voetwassing: ‘Het is aan de liefde die je voor elkaar hebt de een voor de andere, dat de wereld zal herkennen dat je mijn leerlingen zijt’. In de Eucharistie bevestigt en verdiept Jezus zijn vriendschap met ons, die begonnen is in ons doopsel, zijn vriendschap met elkeen en met ons allen. Onze broederschap en onze gemeenschap onder elkaar wordt zo bekrachtigd. Samen zijn we gezonden om te getuigen van het Evangelie, van de liefde van God en van het heil voor alle mensen. Paulus spreekt er dikwijls over, onder andere in zijn eerste brief aan de Korintiërs. De Eucharistie vieren engageert elkeen en heel de gemeenschap: het is een samenkomen en missie of zending!

7. De aanwezigheid van Christus in de wereld doorheen de Kerk

Paus Franciscus houdt niet op ons te herinneren dat de diaconie, de dienst aan de armen en de zwakken de test is voor de geloofwaardigheid van de Kerk. In de Eucharistie, herdenken we de diaconie van Christus, zijn barmhartigheid, zijn meeleven voor de armen en de zwakken in der rand. Zij die eten van het Lichaam van Christus worden op hun beurt sacrament, effectief teken van de aanwezigheid van de verrezen Christus in de wereld. We worden gezonden om een zichtbaar, tastbaar en geloofwaardig teken zijn van de nieuwe wereld van God die Jezus op onze weg heeft gebracht en die aan het komen is tot op de dag dat de Heer komt in al zijn Glorie. 
Maranatha!  Kom, Heer Jezus, kom!

“Zegene u, de almachtige God, Vader, Zoon en heilige Geest… Gaat nu allen heen in vrede.”
Ga de vrede van Christus uitdragen in de wereld!
Bewaar de vrede van Christus onder u!
Wees werktuigen van zijn vrede! 





Nogmaals, Heeel hartelijk dank aan Mgr Jousten voor deze wonderlijke avond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten