zondag 30 oktober 2016

Het mandement dat de Vlaamse Kerk deed ontploffen.

werkvertaling van een artikel van Ferdinand Boischot, vrij op het internet met als titel: 13 mai 1966: Das Mandement der belgischen Bischöfe sprengt die Kirche in Flandern:

België was sinds haar bekering in de vroege middeleeuwen een oerkatholiek land. In de grote steden Gent, Brugge, Antwerpen, Mechelen, Brussel, Ieper bloeiden grote en geleerde abdijen en kloosters en ze vulden een land met hoog-ontwikkelde land- en handwerkactiviteiten met een grote religieuze traditie in de hoogmiddeleeuwen met de nederlandse mystiek en de Devotio Moderna.

Het land werd diep getekend door een intensief doorgevoerde contrareformatie. In de 19 eeuw was het ultramontanisme in België zegenrijk, en dat bleef zo tot diep in de 20 ste eeuw.

Ook na de tweede wereldoorlog was het Katholicisme in België zeer levendig: Belgische (voor het grootste deel zeer modernistische) prelaten hadden een grote invloed in de voorbereiding van het tweede Vaticaanse concilie, en de belgische primaat Léon-Jozef kardinaal Suenens, werd een van de vier moderatoren benoemd en de 'squadra belga' speelde een dominante rol bij de besprekingen.

Bij aanvang van de jaren 60 beleefde België heel turbulente tijden.

De nederlandssprekende Vlamingen in het Noorden van België, die de meerderheid van de bevolking zijn, protesteerden toenemend en heel nadrukkelijk tegen de 130 jaren onderdrukking van hun taal en volkscultuur. Wallonië leed onder de zware crisis van de mijnbouw- en zware industrie. De in 1960 hals over kop doorgevoerde onafhankelijkheid van Belgisch-Congo schudde de paternalistische ingestelde Belgische staat door elkaar. In Vlaanderen zorgde een economisch herstel met veel diensten en middelgrote bedrijven voor een nieuw zelfbewustzijn.

In Leuven, dat in het Nederlandstalig deel ligt, kwamen al die problemen samen als onder een vergrootglas:

De oude universiteit (gesticht in 1425), de grootste Katholieke universiteit van de wereld, die onder het beheer is van de belgische bisschoppen, heeft pas 1938 de eerste nederlandstalige cursussen ingevoerd. De ruzies tussen Vlaamse en Waalse studenten waren legendarisch. Steeds weer rees er discussie over nederlandstalige patiënten die communicatieproblemen hadden met franstalige artsen in het St Pietersziekenhuis in Leuven. De toename van het aantal studenten maakte een uitbreiding van de universiteit nodig, waarbij de walen die hele vergroting tussen Brussel en Leuven in Vlaams territorium wilden laten plaatsvinden. Zo wilde met een grote franstalig gedomineerd gebied tussen Groot-Brussel, Leuven en Wavre opbouwen. Dat werd door zo wat alle Vlamingen onmogelijk gehouden. Erg ongevoelige uitspraken over kinderdagverblijven en scholen voor franstalig personeel van de universiteit, vergiftigden de stemming nog meer.

Op 13 mei 1966, een vrijdag namiddag, kondigden de belgische bisschoppen een beroemd/berucht mandement (een herderlijk schrijven voor de gelovigen dat hiërarchische gehoorzaamheid vraagt) af:

Wij verordenen, dat de Universiteit een moet blijven, in Leuven zelf, en dat elk die tot de universiteit behoort, ons niet tegenspreekt.

Een duidelijke uitspraak, onmisverstaanbaar, en die met precies dezelfde woorden, 25 jaren eerder tijdens de tweede wereldoorlog werden uitgesproken door de duitse bezetter.

Deze melding werd meteen door de televisie en de radio verspreid. De kranten brachten er pas de volgende maandag een verslag over. Alleen de journalisten waren bewust van het politieke dynamiet dat het meebracht.

Het hele katholieke Vlaanderen werd voor de kop gestoten. Enerzijds vanwege de inhoud, waar de bisschoppen hun kerkelijk hiërarchische stelling inzetten om een taalpolitiek probleem op te lossen, anderzijds waarschijnlijk nog meer het woordgebruik en de stijl van het mandement: 'autoritair', 'arrogant', 'hoogmoedig', waren nog de braafste adjectieven die in de literatuur werden gebruikt. Geen jaar na het einde van het Tweede Vaticaanse Concilie dat de mond vol had over 'Dialoog', 'Liefde', 'Openheid', 'Respect', hanteerden de belgische bisschoppen de ouderwetse knuppel met een bevelende toon.

Het mandement werd in de meeste Kerken op zondag voorgelezen. Onvergetelijk was het voor mij, als jonge student, die net na het voorlezen van dit mandement het dreunende geluid van voetstampen op de kerkbanken hoorde dat klonk van het balkon van het grote mannenkoor.

De pers discuteerde direct. De franstalige kranten ware zege-dronken, de politieke partijen reageerden voor een deel verward, voor een deel partijdig. Kardinaal Suenens en de andere bisschoppen wachtten stilzwijgend af.

Op de daaropvolgende zondag, 22 mei 1966, moest in de aarbisschoppelijke hoofdstad Mechelen de 50ste verjaardag van het beroemde St Romboutskathedraalkoor gevierd worden (zeer bekend, zeker in het Vaticaan en Italië, door zijn nieuwe uitvoeringen van polyfone muziek onder leiding van Mgr J Van Nuffel). In de hoogmis, in de fris ingevoerde nieuwe liturgie, klonken onverwacht vlaamse hymnen en liederen. De mis werd abrupt beëindigd, in tumult. Kardinaal Suenens verdween bliksemsnel in de sacristie en werd onder politiebegeleiding ontzet. Ondertussen werd de Rijkswacht uit Antwerpen aangevoerd: op de grote markt, onder de kathedraaltoren, en aan het station kwam het tot straatrellen met inzet van het waterkanon. De roep 'Suenens buiten!' werd de volgende jaren vaak gehoord.

In Leuven waren er burgeroorlog-achtige toestanden. De bisschoppen publiceerden een wereldvreemde pinksterbrief, beëindigde abrupt het zomersemester aan de universiteit van Leuven en verschoven de examens. De regering viel een tijdje later (in 1968 zou de belgische regering dan opnieuw vallen over Leuven - het enige westeuropese land waar de studentenonrust dat kon bewerken).

De politiek in België werd de volgende 40 jaren beheerst door het conflict tussen Vlamingen en franstalingen. In 1970 werd de Universiteit van Leuven gesplitst, waarbij het nederlandstalige deel in Leuven bleef, en het frantalige deel in Louvain-La-Neuve in waals-Brabant.

De Kerk in Vlaanderen werd gedynamiteerd: In de weken na het mandement liep de kerkgang met een derde terug (vooral mannen), in het volgende decennium met drie vierde. De bisschoppelijke seminaries liepen totaal leeg. De vlaamsnationalisten, historisch een sterke fractie in het kerkvolk, en cultureel wetenschappelijk en sociaal erg actief, keerden zich van de Kerk af. In 1968 werd het St Romboutskathedraalkoor ontbonden.

De christendemocratische CVP deelde zich in 1968 in twee partijen op. In de daaropvolgende 40 jaren volgde het nederlandstalige deel een continuerende neergang, splitste in drie fracties en schrompelde tot een vierde van haar vroegere omvang (zo groot als de liberalen en de notoir zwakke socialisten).

De hervormingen van de liturgie na Vaticanum II, de (gewild door Suenens) ostentatieve voorlezing van Humanae Vitae, de totaal bizarre en ongelukkige liturgische en pastorale activiteiten deden de restkerk in Vlaanderen helemaal schipbreuk lopen. Suenens werd in zijn bisdom onzichtbaar.

Het totale verlies aan kwaliteit, aan katholieke traditie, aan theologische kennis en aan verbondenheid met het eigen volk, leiden dan naar de bekende catastrofale situatie:

Priesters werden sociale arbeiders met een klerikale vernis. Openheid en liefde voor alles en iedereen werden een sleutelwoord in de pedo- en homosexuele misstanden in het kerkelijke milieu - en wat minder onderkent wordt, bij de eenvoudige katholieke kinderen en gehandicapten. Zowat alle priesterseminaries sloten, het milieu catholique verdampte, de Universiteit Leuven stelde haar katholieke identiteit zelf in vraag, het niveau van de clerus is enorm verlaagd; de bisdomsdiensten zijn spijtig genoeg met dat soort mensen bestaft. De namen van Suenens, Danneels, van Gheluwe, Bonny en DeKesel zijn intussen jammer genoeg wereldbekend.

Vlaanderen is praktisch totaal agnostisch geworden.

Voor de franstalingen was de splitsing van de universiteit Leuven uiteindelijk een zegen (zo zegde het ook aartsbisschop  Mgr Leonard): Hoewel zeker verwond door de roep 'Walen buiten', beleefden de frantalige Katholieken een herbezinning op de Heilige Schrift, de Kerkvaders en de grote kerkelijke schrijvers, door inspiratie en aanleuning aan Frankrijk en door monastieke spiritualiteit, naar een vernieuwde beleving. Van de modernistische dwaalwegen en de schanddaden van de welnesskerk in Vlaanderen bleef ze gelukkig grotendeels verschoond.

Illustratief is dat de tekst van dat mandement in haar originele versie nauwelijks te vinden is. Duidelijk worden meerdere variaties geproduceerd of na-verbeterd. Onzeker is ook de auteur - eerst werd Suenens, maar enkele dagen later Mgr Descamps, rector van de Universiteit, naar voor geschoven (als zondenbok).
Even veelbetekenend is het dat de 50ste verjaardag van dit mandement met haar zo zwaarwichtige gevolgen voor de Kerk in Vlaanderen, op de bisschoppelijke en kerkelijke websites niet terug te vinden is. Over Suenens wordt ijzig gezwegen, en ook Danneels zelf zal niet veel meer zeggen ('op aanbeveling van mijn advocaat').

'... de nederlaag is een wees ...'









Geen opmerkingen:

Een reactie posten