woensdag 23 maart 2016

Brief van een Katholiek priester aan journalisten

Beste broeder journalist,

Ik ben een simpele katholiek priester. Ik voel me gelukkig en fier op mijn roeping. Het is nu 20 jaar dat ik als missionaris in Angola leef.
Ik lees via vele communicatiemiddelen, vooral in uw krant, de vele berichten over pedofiele priester, op een morbide manier, op zoek naar allerlei details in het leven van priesters, fouten van het verleden.

Er is er een in een stad in de Verenigde Staten in de jaren 70, een andere in Australië in de jaren 80, en zo maar door, andere recenter … Zeker allemaal te veroordelen gevallen!

Er zijn journalistieke voorstellingen die afgewogen en evenwichtig zijn, andere uitvergroot, vol van vooroordelen, en zelfs van haat. Ik voel zelf grote smart voor het immense kwaad dat mensen hebben gedaan, die tekens van de Liefde van God hadden moeten zijn, en een dolk waren in het leven van onschuldigen. Er zijn geen woorden om die daden te rechtvaardigen. Het leidt geen twijfel dat de Kerk niet anders kan dan aan de zijde van de zwakken, van de getroffenen. Daarom zullen maatregelen die men kan nemen voor de beveiliging en de bescherming van de waardigheid van kinderen steeds een absolute prioriteit zijn.

Maar het is toch raar dat er geen enkele interesse is en zo weinig aandacht voor de duizenden priesters die hun leven opofferen en het geven voor het goed van miljoenen kinderen, voor adolescenten en voor de minstbedeelden in de vier uithoeken van de wereld.

Ik denk dat uw krant er zich niet voor interesseert:

1)      Dat ik heel wat graatmagere kinderen over wegen met mijnen door de oorlog in het jaar 2002 heb vervoerd van Cangumbe naar Lwena (Angola), omdat noch de regering iets kon doen, noch de NGOs er de toelating toe kregen.

2)      Dat ik tientallen kinderen heb moeten begraven die stierven door de oorlogsvluchten.

3)      Dat we duizenden mensen het leven hebben gered in Mexico door het oprichten van het enige gezondheidscentrum in een zone van 90 000 km² en het verdelen van voeding en zaden voor gewassen.

4)      Dat we er onderwijs en scholen verschaffen die de laatste tien jaren aan 110 000 kinderen les hebben verschaft.

5)      Het interesseert u vast ook niet dat we met andere priesters hulp hebben kunnen bieden aan 15 000 personen in de kampementen van de guerilla, nadat ze hun wapens hadden ingeleverd, omdat het voedsel van de regering en van de UNO niet aankwamen.

6)      Het is allicht van geen belang dat een priester van 75 jaar, pastoor Roberto, de stad Luanda doorkruist en voor de straatkinderen verzorgt, en hen naar een vluchthuis brengt, waar ze kunnen genezen van de toxische gazoline die ze inademen omdat ze hun kost verdienen als vlammenwerpers.

7)      De alfabetisering van honderden gevangenen is allicht ook geen nieuws.

8)      Dat andere priesters, zoals pastoor Stephane een opvanghuis oprichtten, waar jongeren die misbruikt, geslagen, zelfs verkracht werden kunnen opgevangen worden.

9)      Nog minder dat Pastoor Maiato op 80 jarige leeftijd de huizen van de armen bezoekt, een voor een, om de zieken te bezoeken en de wanhopigen.

10)   Het is ook geen nieuws dat meer dan 6000 van de 40000 priesters en religieuzen hun land en hun familie hebben verlaten om hun broeders te dienen in een leproserie, in ziekenhuizen, in de kampen van vluchtelingen, in de weeshuizen voor kinderen die van tovenarij worden beschuldigd of de wezen van de ouders met aids, in de scholen van de armsten, de centra voor beroepsvorming, de opvangcentra voor de seropositieven, etc.

11)   Of en vooral, die hun leven geven in de parochies en de missies om mensen aan te sporen om beter te leven en vooral om lief te hebben.

12)   Het is geen nieuws dat mijn vriend, pastoor Marc-Aurèle, om kinderen te redden tijdens de oorlog in Angola van kalulo naar Dondo heeft gebracht, en dat hij toen hij terug kwam van die missie, werd neergekogeld op de terugweg; dat broeder François en vijf catechesedames omkwamen in een ongeval toen ze de meest achtergestelde streken van het land gingen bezoeken.

13)   Dat tientallen missionarissen in Angola gestorven zijn door een gebrek aan sanitaire voorzieningen, door malaria.

14)   Dat andere ontploft zijn op een mijn, toen ze hun gelovigen wilden bezoeken; op het kerkhof van Kalulo zijn er op de zone voor de priester geen te vinden die meer dan 40 jaar is geworden ……

15)   Er is geen nieuws aan om een ‘normale’ priester te volgen op zijn werkdag, met zijn moeilijkheden en vreugdes, en zijn leven geeft zonder lawaai tot heil van de gemeenschap die hij dient.

De waarheid is dat we niet in et nieuws willen staan, maar enkel het ‘Goede Nieuws’ willen meedelen, dat Nieuws zonder lawaai, dat begon op de morgen van Pasen. Een boom die valt maakt meer lawaai dan duizende bomen die groeien.

Men maakt veel meer lawaai rond een priester die valt, dan om de duizenden die hun leven geven voor de duizenden armen en kleinen.

Dit is geen apologie voor de Kerk en de priesters.

De priester is geen held en ook geen neuroticus. Het is een gewone mens die men zijn menselijke natuur Jezus probeert te volgen en Hem te dienen door zijn broeders.

Er zijn miseries, kleinheden en fragiliteiten zoals bij iedere menselijke persoon; maar er is ook schoonheid en de grandeur zoals in ieder schepsel … Blijven doorgaan op een obsessionele manier en achtervolgend op een thema dat zo zwaar en pijnlijk is, en tegelijkertijd het zicht op het geheel verliezend, zo creert men beledigende karikaturen van het katholieke priesterschap, waardoor ik me gekwetst voel.

Ik vraag u, mijn vriend journalist, enkel de Waarheid te zoeken, het Goede en het Schone. Dat zal uw beroep groots maken.

In Christus,

 
E.P. Martin Lasarte, sdb

 

“Mijn verleden, Heer, vertrouw ik toe aan uw Barmhartigheid; mijn heden aan uw Liefde; mijn toekomst aan uw Voorzienigheid.”

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten