In extremis werd aangekondigd dat er morgen van 14 tot 17 uur biechtgelegenheid is in de Kathedraal.
zondag 23 december 2018
woensdag 19 december 2018
Uren H Missen voor Kerstmis in Hasselt
Kerstwake 24 december
18,30 u St Rochus - minderbroeders
19u St Christoffel
20u St Catharina
22u Basiliek Virga Jesse
24u Kathedraal St Quintinus
Kerstmis 25 december
8u St Rochus - minderbroeders
9u St Rochus - minderbroeders
9,30u St Martinus
9,30u H Kruis
10u Basiliek Virga Jesse
10,30u St Catharina
11u H Hart
11u Kathedraal St Quintinus
11u St Rochus - minderbroeders
18u Basiliek Virga Jesse
18,30 St Rochus - minderbroeders
2de Kerstdag 26 december
7,30u St Rochus - minderbroeders
8,30u St Rochus - minderbroeders
9,30u H Kruis
10,30u St Catharina
11u Kathedraal St Quintinus
18,30u St Rochus - minderbroeders
Aan iedereen een Zalig Kerstmis !
18,30 u St Rochus - minderbroeders
19u St Christoffel
20u St Catharina
22u Basiliek Virga Jesse
24u Kathedraal St Quintinus
Kerstmis 25 december
8u St Rochus - minderbroeders
9u St Rochus - minderbroeders
9,30u St Martinus
9,30u H Kruis
10u Basiliek Virga Jesse
10,30u St Catharina
11u H Hart
11u Kathedraal St Quintinus
11u St Rochus - minderbroeders
18u Basiliek Virga Jesse
18,30 St Rochus - minderbroeders
2de Kerstdag 26 december
7,30u St Rochus - minderbroeders
8,30u St Rochus - minderbroeders
9,30u H Kruis
10,30u St Catharina
11u Kathedraal St Quintinus
18,30u St Rochus - minderbroeders
Aan iedereen een Zalig Kerstmis !
zondag 18 november 2018
Einde van het Jaar: Venite Adoremus
In de laatste dagen van het kerkelijk jaar, wordt in de hele kerkprovincie, het jaarlijkse festival Venite Adoremus gehouden, een festival van aanbidding en het sacrament van de biecht.
In het bisdom Hasselt is er maar 1 deelnemende locatie, waarmee ons bisdom dus het minste deelneemt aan dit festival. De kathedrale parochie in Hasselt doet niet mee.
Venite Adoremus in Tongeren:
Donderdag 22 november van 20 uur tot middernacht en vrijdag 23 november van 10 tot 17 uur.
bij de Zaden van het Woord, Clarastraat 1, Tongeren.
zie www.veniteadoremus.be
In het bisdom Hasselt is er maar 1 deelnemende locatie, waarmee ons bisdom dus het minste deelneemt aan dit festival. De kathedrale parochie in Hasselt doet niet mee.
Venite Adoremus in Tongeren:
Donderdag 22 november van 20 uur tot middernacht en vrijdag 23 november van 10 tot 17 uur.
bij de Zaden van het Woord, Clarastraat 1, Tongeren.
zie www.veniteadoremus.be
maandag 15 oktober 2018
Geen aanbidding op 1 november > verschoven naar 8 november
dinsdag 2 oktober 2018
Eerste donderdag: aanbidding van 15 tot 16 uur in de Kathedraal
Zoals iedere donderdag is er van 15 tot 16 uur aanbidding in de Kathedraal. Iedereen welkom.
woensdag 12 september 2018
dinsdag 4 september 2018
zaterdag 1 september 2018
Oremus pro Ecclesia
Oremus, dilectissimi nobis, pro Ecclesia sancta Dei: ut eam Deus et Dominus noster pacificare, adunare et custodire dignetur toto orbe terrarum: subjiciens ei principatus et potestates: detque nobis, quietam et tranquillam vitam degentibus, glorificare Deum Patrem omnipotentem.
Oremus pro Ecclesia,
Amen
zondag 12 augustus 2018
Gaat het nog over geloof, of over politiek?
Mgr Luigi Negri, Aartsbisschop emeritus van Ferrara,
Communione e Liberatione
De verwarring in de Kerk lijkt ver van opgelost. Twee emblematische gevallen: het debat over de doodstraf en de geplande zaligverklaring van de Argentijnse bisschop Angelelli. Het lijkt erop dat er een tendens is om zich te willen confirmeren aan de 'algemene opvatting'
Er zijn recente gebeurtenissen in het leven van de Kerk die aangeven dat de verwarring ver van opgelost of gecorrigeerd raakt. Ik citeer 2 feiten: de eerste gaat over de manier waarover met spreekt over de aanpassing over de doodstraf in de Catechismus.
In realiteit heeft de Kerk in haar magisterium nog nooit een keuze gemaakt noch voor de doodstraf, noch ertegen. In haar dialoog met de maatschappij, neemt de Kerk kennis van de structuur en de principes die het sociale leven op dat moment reguleren. Ze heeft zeker nooit afstand genomen in haar bekrachtiging, meer practisch dan theoretisch, dat de maatschappij haar eigen identiteit en welzijn kan verdedigen, daarin inbegrepen ook het leven beroven van hen die ernstig het sociale leven hebben beschadigd, en waarin niet gegarandeerd kan zijn dat ze dat ook in de toekomst zullen doen. Dat is een belangrijk punt.
Het is daarom totaal onmogelijk om te begrijpen waarom er nu een noodzaak zou zijn om een verklaring met een dogmatisch karakter zou moeten gegeven worden om te zeggen dat de doodstraf in alle gevallen onaanvaardbaar is. Er is al een oriëntatie van vele civiele autoriteiten van talrijke staten die, onder de druk van paus St Johannes Paulus II en Benedictus XVI, een proces zijn begonnen om de doodstraf uit te bannen. Niemand kan een paus verbieden om initiatieven te nemen in zijn eigen vrijheid en autonomie, maar men kan maar moeilijk objectieve redenen vinden waarom deze geste nodig was.
Een tweede gebeurtenis is de zaak van de zaligverklaring van de argentijnse bisschop Enrique Angelelli, waarover de Argentijnse Katholieke gemeenschap volledig verdeeld raakt. De meerderheid slaagt er niet in om in deze bisschop een waardevolle, betekenisvolle en continue verdediging van het geloof te ontdekken, en er is meer dan een twijfel over zijn dood, die gebeurde tijdens een verkeersongeval, en die men wil voorstellen als een dood die werd veroorzaakt door mensen die een moedige protagonist van het kerkelijke leven wilden elimineren. De zaken zijn misschien veel eenvoudiger dat het gaat om een verkeersongeval waarvan het merendeel van het Argentijnse kerkelijke volk denk dat een odium fidei in ieder geval moeilijk te vinden is. Argentijnse analisten zeggen dat een voordurende en duidelijke verdediging van het geloof - een voorwaarde om te kunnen spreken van odium fidei - bij deze bisschop alvast geen karakteristiek was.
Maar deze zaak stelt ons de vraag of deze gebeurtenissen van het hoogste belang als een zaligverklaring of een heiligverklaring, waarin de Kerk haar opperste gezag op aarde laat gelden, er komen uit de bezorgdheid om het geloof zo veel mogelijk te beschermen en te promoten, of dat er hier ideologische en politieke principes de hoofdrol spelen. En die bezorgdheid laat een diepe malaise zien bij een groot aantal Katholieken op dit moment in de Kerk.
Het probleem dat altijd moet beantwoord worden en dat de constante bezorgdheid voor de Kerk moet zijn, is om te weten of het geloof verdedigd wordt. Of het geloof van iedere aanval wordt beschermd, ook van interne: of het leven van barmhartigheid van het christelijke volk wordt verdedigd. Of fundamenteel de Kerk het geloof liefheeft en beschermd meer dan zichzelf. Spijtig genoeg lijkt het dat in veel kerkelijke aangelegenheden de horizon niet zo zeer ligt bij de zorg om het geloof, maar bij de wil om zich te conformeren aan de heersende opvatting.
Zeker zijn bij het begin van dit pontificaat zekere opvattingen van de heersende mentaliteit moedig tegengesproken, maar veel, te vele initatieven van de Kerk vandaag buigen zich spontaan voor de heersende 'pensée unique'. En dat is zeker een bron van zorg.
Communione e Liberatione
De verwarring in de Kerk lijkt ver van opgelost. Twee emblematische gevallen: het debat over de doodstraf en de geplande zaligverklaring van de Argentijnse bisschop Angelelli. Het lijkt erop dat er een tendens is om zich te willen confirmeren aan de 'algemene opvatting'
Er zijn recente gebeurtenissen in het leven van de Kerk die aangeven dat de verwarring ver van opgelost of gecorrigeerd raakt. Ik citeer 2 feiten: de eerste gaat over de manier waarover met spreekt over de aanpassing over de doodstraf in de Catechismus.
In realiteit heeft de Kerk in haar magisterium nog nooit een keuze gemaakt noch voor de doodstraf, noch ertegen. In haar dialoog met de maatschappij, neemt de Kerk kennis van de structuur en de principes die het sociale leven op dat moment reguleren. Ze heeft zeker nooit afstand genomen in haar bekrachtiging, meer practisch dan theoretisch, dat de maatschappij haar eigen identiteit en welzijn kan verdedigen, daarin inbegrepen ook het leven beroven van hen die ernstig het sociale leven hebben beschadigd, en waarin niet gegarandeerd kan zijn dat ze dat ook in de toekomst zullen doen. Dat is een belangrijk punt.
Het is daarom totaal onmogelijk om te begrijpen waarom er nu een noodzaak zou zijn om een verklaring met een dogmatisch karakter zou moeten gegeven worden om te zeggen dat de doodstraf in alle gevallen onaanvaardbaar is. Er is al een oriëntatie van vele civiele autoriteiten van talrijke staten die, onder de druk van paus St Johannes Paulus II en Benedictus XVI, een proces zijn begonnen om de doodstraf uit te bannen. Niemand kan een paus verbieden om initiatieven te nemen in zijn eigen vrijheid en autonomie, maar men kan maar moeilijk objectieve redenen vinden waarom deze geste nodig was.
Een tweede gebeurtenis is de zaak van de zaligverklaring van de argentijnse bisschop Enrique Angelelli, waarover de Argentijnse Katholieke gemeenschap volledig verdeeld raakt. De meerderheid slaagt er niet in om in deze bisschop een waardevolle, betekenisvolle en continue verdediging van het geloof te ontdekken, en er is meer dan een twijfel over zijn dood, die gebeurde tijdens een verkeersongeval, en die men wil voorstellen als een dood die werd veroorzaakt door mensen die een moedige protagonist van het kerkelijke leven wilden elimineren. De zaken zijn misschien veel eenvoudiger dat het gaat om een verkeersongeval waarvan het merendeel van het Argentijnse kerkelijke volk denk dat een odium fidei in ieder geval moeilijk te vinden is. Argentijnse analisten zeggen dat een voordurende en duidelijke verdediging van het geloof - een voorwaarde om te kunnen spreken van odium fidei - bij deze bisschop alvast geen karakteristiek was.
Maar deze zaak stelt ons de vraag of deze gebeurtenissen van het hoogste belang als een zaligverklaring of een heiligverklaring, waarin de Kerk haar opperste gezag op aarde laat gelden, er komen uit de bezorgdheid om het geloof zo veel mogelijk te beschermen en te promoten, of dat er hier ideologische en politieke principes de hoofdrol spelen. En die bezorgdheid laat een diepe malaise zien bij een groot aantal Katholieken op dit moment in de Kerk.
Het probleem dat altijd moet beantwoord worden en dat de constante bezorgdheid voor de Kerk moet zijn, is om te weten of het geloof verdedigd wordt. Of het geloof van iedere aanval wordt beschermd, ook van interne: of het leven van barmhartigheid van het christelijke volk wordt verdedigd. Of fundamenteel de Kerk het geloof liefheeft en beschermd meer dan zichzelf. Spijtig genoeg lijkt het dat in veel kerkelijke aangelegenheden de horizon niet zo zeer ligt bij de zorg om het geloof, maar bij de wil om zich te conformeren aan de heersende opvatting.
Zeker zijn bij het begin van dit pontificaat zekere opvattingen van de heersende mentaliteit moedig tegengesproken, maar veel, te vele initatieven van de Kerk vandaag buigen zich spontaan voor de heersende 'pensée unique'. En dat is zeker een bron van zorg.
woensdag 1 augustus 2018
woensdag 25 juli 2018
Sacrament van Mirakel 2018: Dank aan wie kwam meevieren!
uit de lezing van Mgr Philip Egan, bisschop van Portsmouth, voor de viering van 700 jaar Sacrament van Mirakel op 23-07-2017:
“De Kerk en de wereld hebben een grote nood aan Eucharistische aanbidding. Jezus wacht op ons in dit Sacrament van liefde. Laat ons ruimhartig zijn met onze tijd om Hem te gaan ontmoeten in aanbidding en bezinning, die vol geloof is, en open staat om herstel te geven aan de grote fouten en misdaden van de wereld. Mag onze aanbidding nooit eindigen.”
In Eucharistische Aanbidding, komen Christenen op aarde heel dicht bij waar de Romeinse Canon over spreekt, een locum refrigerii, lucis et pacis, de genadevolle staat van koel licht en vrede. Net als in het Lam Gods van van Eyck, is er een staren in twee richtingen. Inderdaad, kunnen we niet zeggen dat net zoals de leerling de Meester schouwt, ook de Meester Zijn leerling schouwt, een geliefd kind, geschapen door de Vader, bezield door de Geest en in gelijkenis naar de Zoon?
Dank aan iedereen die de viering van 701 jaar Sacrament van Mirakel mogelijk maakten, in het bijzonder voor E.H. Jan Philippe en koster Johan.
Ook in de Gewone Vorm, zijn aspecten van architectuur
of liturgie en de ars celebrandi
zeker belangrijk. Bijvoorbeeld, zou er niet een grote variatie in oriëntatie
kunnen zijn, met bijvoorbeeld, waar mogelijk, ad orientem viering in de Paastijd? Kan een grote centrale crucifix
en tabernakel de focus van harten en geest niet wegnemen van de particuliare
celebrant en gemeenschap naar het Offer van Christus en de Liturgie van de
hemel? De gelovigen moeten een rijkere Eucharistische spiritualiteit
ontwikkelen waardoor ze leren hun gebeden, woorden en daden in hun leven te
verenigen met het zelfoffer van Christus aan de Vader in de Heilige Geest. En
kan een hergebruik van de oude terminologie misschien een eenvoudig en goed
idee zijn, toen men automatisch sprak van het ‘Heilig Misoffer’?
Ten tweede zou de praktijk van Eucharistische Aanbidding
wijd, en actief kunnen worden gepromoot. Als Nieuwe Evangelisatie betekent een
nieuwe, persoonlijke relatie met Christus, dan zijn bronnen nodig om mensen te
helpen om deze kunst van ‘Eucharistisch gebed’ te leren, om een persoonlijke
vriendschap te ontwikkelen met Jezus Christus in de Eucharistie, om zijn
dagelijkse roep tot volgeling-zijn te horen. Het lijkt droef dat heel wat
eigentijdse Katholieken, ondanks twee millennia van spirituele theologie, meer
kennen van Yoga, meditatie en mindfulness dan van de leer van St Teresa van
Avila, Johannes van het Kruis of Franciscus van Sales. In een Brief aan de
priesters van Witte Donderdag, probeerde Paus Johannes Paulus II expliciet de
Eucharistische aanbidding buiten de Mis te promoten: “De Kerk en de wereld hebben een grote nood aan Eucharistische aanbidding. Jezus wacht op ons in dit Sacrament van liefde. Laat ons ruimhartig zijn met onze tijd om Hem te gaan ontmoeten in aanbidding en bezinning, die vol geloof is, en open staat om herstel te geven aan de grote fouten en misdaden van de wereld. Mag onze aanbidding nooit eindigen.”
Tijd die doorgebracht wordt in Eucharistische aanbidding,
voegde hij toe, kan grote verandering teweeg brengen:
“Het is fijn tijd met Hem door te brengen, om dicht aan zijn
borst te liggen zoals de geliefde leerling (cf Jn 13:23) en om de oneindige
liefde te voelen in zijn hart. … Hoe vaak, geliefde broeders en zusters, heb ik
dat zelf ervaren, en uit Hem kracht, troost en steun geput!”
Om aanbidding mogelijk te maken, moeten Kerkgebouwen open
worden gehouden, niet op slot, en een eerbiedige stilte moet er zijn, zodat
allen het Heilig Sacrament kunnen benaderen. Ook Paus Franciscus heeft
opgeroepen dat Christus nooit weggesloten mag zijn:
“De Kerk … is geroepen om het huis van de Vader te zijn, met
deuren die altijd open staan. Een van de concrete tekens van die openheid zou
moeten zijn dat de kerkdeuren steeds open zijn, zodat als iemand, bewogen door
de Geest, daar God kan komen zoeken, en niet een gesloten deur vindt.”In Eucharistische Aanbidding, komen Christenen op aarde heel dicht bij waar de Romeinse Canon over spreekt, een locum refrigerii, lucis et pacis, de genadevolle staat van koel licht en vrede. Net als in het Lam Gods van van Eyck, is er een staren in twee richtingen. Inderdaad, kunnen we niet zeggen dat net zoals de leerling de Meester schouwt, ook de Meester Zijn leerling schouwt, een geliefd kind, geschapen door de Vader, bezield door de Geest en in gelijkenis naar de Zoon?
Dank aan iedereen die de viering van 701 jaar Sacrament van Mirakel mogelijk maakten, in het bijzonder voor E.H. Jan Philippe en koster Johan.
Wachten op ... St Quintinus kijkt alvast toe. |
Het oude baldakijn aan het begin van de 20ste eeuw; later verdween het, om te worden hersteld met een modern exemplaar bij de verbouwingen in de jaren '90. |
maandag 23 juli 2018
Alles in gereedheid voor de herdenking van het Sacrament van Mirakel op 25-07-2018
Woensdag 25-7-2018 is er de 701ste herdenking van het Eucharistisch Mirakel van Viversel.
Dit jaar voor het eerst op het hoogaltaar: Een gordijntje werd gemaakt achter het baldakijn [onze broederschap begint expert te worden in rode gordijntjes], de bloemen zijn er, de kaarsen liggen klaar, net als de boekjes.
Alle zeilen zijn weer bijgezet om op een mooie manier God te danken voor het Eucharistische Mirakel net buiten onze stad.
Iedereen welkom! van 14 tot 17 uur in de Kathedraal van Hasselt
Dit jaar voor het eerst op het hoogaltaar: Een gordijntje werd gemaakt achter het baldakijn [onze broederschap begint expert te worden in rode gordijntjes], de bloemen zijn er, de kaarsen liggen klaar, net als de boekjes.
Alle zeilen zijn weer bijgezet om op een mooie manier God te danken voor het Eucharistische Mirakel net buiten onze stad.
Iedereen welkom! van 14 tot 17 uur in de Kathedraal van Hasselt
vrijdag 13 juli 2018
Hoe aanbidding de Kerk kan redden
vertaling van een artikel van de Catholic Herald over de aanbidding en Nightfever London in de St Patricks kerk in Soho, Londen.
De oproep om de Heer te aanbidden is een antidotum tegen het lawaai van de wereld en het machtigste wapen van de Kerk.
Er is de laatste tijden een duidelijke toename van het aantal mensen die naar de Eucharistische aanbidding gaan in parochies en gemeenschappen, en met name onder jongeren. Aanbidding staat als een antigif tegen het lawaai en de drukte van de wereld.
Als we luisteren naar het verhaal van Elia op de horeb, dan kwam de Heer niet in het onweer, of het vuur of de aardbeving, maar in de 'zachte bries' (1 Kon 19: 9a, 11-16). Na het ontmoeten van deze 'zachte bries' bedekte Elia zijn gelaat met zijn jas en stond aan de ingang van de grot. 'De zachte bries' kan de Heer zijn die ons roept tot het Heilig Sacrament, en de jas een roep tot nederigheid en te knielen in Aanbidding.
London wordt ieder jaar precies drukker en hectischer, niet anders dan op de West End. Het leven van St Patricks, Soho, waar ik parochiepriester ben, is de laatste 10 jaar verstoord door het ondertunnelen en het graven voor Crossrail. Zo ligt het nieuwe stationplatform van Tottenham Court Road precies onder het schip van de kerk. Er zal heel wat structurele schade zijn die hersteld moet worden.
In december, als de Crossrail opent, zullen er ongeveer 80 000 extra mensen per dag rond de straten van de kerk lopen. Binnenkort zal voor het eerst in 230 jaar onze kerk los staan met langs haar alleen de grote transportingang. Door de Catholic Relief Act van 1791 en de Catholic Emancipation van 1829, werden Katholieke kerken in Londen en dus dicht bij het Esthablishment alleen verborgen en wat obscuur gebouwd. Nu echter zal St Patrick heel open staan en zichtbaar, dankzij Crossrail.
De laatste jaren hebben het vuur, de wind en de aardbevingen ons belaagd, maar toch blijft de zachte bries blazen. Weinigen in Londen kennen Soho niet, dat blijft schudden aan het conventionele gedrag. inderdaad zou men kunnen zeggen dat het een uitstalraam is van de hedendaagse cultuur. Hoe je het ook draait of keert, zijn deze shakers en trendsetter van de cultuur antipathiek tegenover deze 'zachte bries', die onze Christelijke cultuur is en de roep van de Heer in het Heilig Sacrament. Terwijl zo veel ons lijkt te overmannen en verslaan, en onze middelen erg beperkt zijn, is ons belangrijkste wapen de Werkelijke Aanwezigheid van de Heer, zoals opgedragen in de Heilige Mis en verlengd in de aanbidding.
De armoede, verstoten van economische vooruitgang, en dakloosheid in onze straten, de morele verwarring bij velen en een diepe spirituele verarming blijven onbeantwoord. De roep om de Heer te vieren en aanbidden is voor velen onder ons het enige en perfecte antigif voor deze malaise.
Tijdens de Paasweek ontvingen we de relieken van St Maria Magdalena uit Vézelay in Frankrijk in voorbereiding van de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. St Maria Magdalena en het octaaf van Pasen bevatten zo sterk wat een parochie als Soho kan betekenen om de cultuur van het leven te verkondigen als een bolwerk tegen de machten van het pluralisme dat ons wil terugdringen tot een curiositeitsshop.
Maria Magdalena is de mooie en eerste getuigenis van de Verrijzenis die een leven van bekering, boete en heling meemaakt, en zij herkende in het diepst van haar wezen wat het betekend om gekend en geliefd te zijn door God. Haar schoonheid komt door hersteld te zijn in haar volle menselijkheid en in staat te worden om te weerstaan aan de verleidingen van 'wind, vuur en aardbeving' zoals Elia aan de Horeb. Zij weet wat het betekent om te evangeliseren, om de straten op te gaan om ieder uit te nodigen die Christus niet kent en Hem te ontmoeten en te aanbidden.
Met een handvol parochianen en een steeds drukker stadscentrum, hoe zou een Kerk als St Patrick de dialoog met onze tijd kunnen aangaan? Het bezoek van de relieken van St Maria Magdalene diende als een uitnodiging om tot die liefdevolle en barmhartige Eucharistische aanwezigheid te komen.
Altijddurende aanbidding zal starten vanaf de opening van de Crossrail in december. Straatevangelisatie, zoals ondernomen tijdens onze Nightfever evenementen, geeft mooie gelegenheden om tegen allen te zeggen 'come and see'.
Het schrijn van Montmartre, dat gewijd werd aan de altijddurende aanbidding, werd in Parijs ingesteld in 1873 als herstel voor de zonden van Frankrijk tegen het Heilig Hart. De Benedictine Adorers of the Sacred Heart of Jesus of Montmartre (Tyburn nuns) zitten aan de ene kant van Oxford Street, en St Patricks aan de andere kant, respectivelijk op de plaats waar vele martelaren werden opgehangen, verdronken en gevierendeeld, en een site waar verschillenden werden doorgetrokken op hun weg naar executie en waar ze nadien werden begraven. op dit ogenblik is er Altijddurende aanbidding aan het West End. Laat ons bidden dat dat ook kan aan de andere kant, dan wordt Oxford Street ten volle omarmd door de liefde voor de Eucharistische Heer.
Door de aanbidding en gebed, laat ons hopen dat velen Christus leren kennen en liefhebben, en weten dat de glorie van God is dat de mens tenvolle levend wordt. Venite Adoremus.
Nightfever London is te vinden op Facebook.
De oproep om de Heer te aanbidden is een antidotum tegen het lawaai van de wereld en het machtigste wapen van de Kerk.
Er is de laatste tijden een duidelijke toename van het aantal mensen die naar de Eucharistische aanbidding gaan in parochies en gemeenschappen, en met name onder jongeren. Aanbidding staat als een antigif tegen het lawaai en de drukte van de wereld.
Als we luisteren naar het verhaal van Elia op de horeb, dan kwam de Heer niet in het onweer, of het vuur of de aardbeving, maar in de 'zachte bries' (1 Kon 19: 9a, 11-16). Na het ontmoeten van deze 'zachte bries' bedekte Elia zijn gelaat met zijn jas en stond aan de ingang van de grot. 'De zachte bries' kan de Heer zijn die ons roept tot het Heilig Sacrament, en de jas een roep tot nederigheid en te knielen in Aanbidding.
London wordt ieder jaar precies drukker en hectischer, niet anders dan op de West End. Het leven van St Patricks, Soho, waar ik parochiepriester ben, is de laatste 10 jaar verstoord door het ondertunnelen en het graven voor Crossrail. Zo ligt het nieuwe stationplatform van Tottenham Court Road precies onder het schip van de kerk. Er zal heel wat structurele schade zijn die hersteld moet worden.
In december, als de Crossrail opent, zullen er ongeveer 80 000 extra mensen per dag rond de straten van de kerk lopen. Binnenkort zal voor het eerst in 230 jaar onze kerk los staan met langs haar alleen de grote transportingang. Door de Catholic Relief Act van 1791 en de Catholic Emancipation van 1829, werden Katholieke kerken in Londen en dus dicht bij het Esthablishment alleen verborgen en wat obscuur gebouwd. Nu echter zal St Patrick heel open staan en zichtbaar, dankzij Crossrail.
De laatste jaren hebben het vuur, de wind en de aardbevingen ons belaagd, maar toch blijft de zachte bries blazen. Weinigen in Londen kennen Soho niet, dat blijft schudden aan het conventionele gedrag. inderdaad zou men kunnen zeggen dat het een uitstalraam is van de hedendaagse cultuur. Hoe je het ook draait of keert, zijn deze shakers en trendsetter van de cultuur antipathiek tegenover deze 'zachte bries', die onze Christelijke cultuur is en de roep van de Heer in het Heilig Sacrament. Terwijl zo veel ons lijkt te overmannen en verslaan, en onze middelen erg beperkt zijn, is ons belangrijkste wapen de Werkelijke Aanwezigheid van de Heer, zoals opgedragen in de Heilige Mis en verlengd in de aanbidding.
De armoede, verstoten van economische vooruitgang, en dakloosheid in onze straten, de morele verwarring bij velen en een diepe spirituele verarming blijven onbeantwoord. De roep om de Heer te vieren en aanbidden is voor velen onder ons het enige en perfecte antigif voor deze malaise.
Tijdens de Paasweek ontvingen we de relieken van St Maria Magdalena uit Vézelay in Frankrijk in voorbereiding van de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. St Maria Magdalena en het octaaf van Pasen bevatten zo sterk wat een parochie als Soho kan betekenen om de cultuur van het leven te verkondigen als een bolwerk tegen de machten van het pluralisme dat ons wil terugdringen tot een curiositeitsshop.
Maria Magdalena is de mooie en eerste getuigenis van de Verrijzenis die een leven van bekering, boete en heling meemaakt, en zij herkende in het diepst van haar wezen wat het betekend om gekend en geliefd te zijn door God. Haar schoonheid komt door hersteld te zijn in haar volle menselijkheid en in staat te worden om te weerstaan aan de verleidingen van 'wind, vuur en aardbeving' zoals Elia aan de Horeb. Zij weet wat het betekent om te evangeliseren, om de straten op te gaan om ieder uit te nodigen die Christus niet kent en Hem te ontmoeten en te aanbidden.
Met een handvol parochianen en een steeds drukker stadscentrum, hoe zou een Kerk als St Patrick de dialoog met onze tijd kunnen aangaan? Het bezoek van de relieken van St Maria Magdalene diende als een uitnodiging om tot die liefdevolle en barmhartige Eucharistische aanwezigheid te komen.
Altijddurende aanbidding zal starten vanaf de opening van de Crossrail in december. Straatevangelisatie, zoals ondernomen tijdens onze Nightfever evenementen, geeft mooie gelegenheden om tegen allen te zeggen 'come and see'.
Het schrijn van Montmartre, dat gewijd werd aan de altijddurende aanbidding, werd in Parijs ingesteld in 1873 als herstel voor de zonden van Frankrijk tegen het Heilig Hart. De Benedictine Adorers of the Sacred Heart of Jesus of Montmartre (Tyburn nuns) zitten aan de ene kant van Oxford Street, en St Patricks aan de andere kant, respectivelijk op de plaats waar vele martelaren werden opgehangen, verdronken en gevierendeeld, en een site waar verschillenden werden doorgetrokken op hun weg naar executie en waar ze nadien werden begraven. op dit ogenblik is er Altijddurende aanbidding aan het West End. Laat ons bidden dat dat ook kan aan de andere kant, dan wordt Oxford Street ten volle omarmd door de liefde voor de Eucharistische Heer.
Door de aanbidding en gebed, laat ons hopen dat velen Christus leren kennen en liefhebben, en weten dat de glorie van God is dat de mens tenvolle levend wordt. Venite Adoremus.
Nightfever London is te vinden op Facebook.
dinsdag 10 juli 2018
Kardinaal Müller: We zien een bekering tot de wereld, in plaats van een bekering tot God
Kardinaal Müller, het voormalige hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer, gaf een interview aan The Catholic World Report (zie www.catholicworldreport.com )
In een exclusief interview met The Catholic World Report bespreekt de voormalige prefect van de Congregatie van de geloofsleer de voorgestelde Heilige Communie voor protestanten, de voortdurende conflicten over de Kerkelijke leer over wijding, homosexualiteit en ideologie.
Kardinaal Gerhard Müller is de voormalige prefect van de congregatie van de geloofsleer en de voormalige bisschop van Regensburg in Duitsland. Hij is een bekende professor in theologie, en president van zowel de Pauselijke bijbelcommissie en de Internationale Theologische Commissie. Hij is ook de auteur van vele boeken, waaronder 'De hoop van de Familie, Priesterschap en Diaconaat' en 'The Cardinal Müller Report: een exclusief interview over de staat van de Kerk'.
Kardinaal Müller beantwoordde recent enkele vragen van Catholic World Report over de situatie in Duitsland, spanningen over de voorgestelde toelating van prostestanten aan de Communie, en het voortdurende conflict over de Kerkelijke leer over de onmogelijkheid van wijding van vrouwen tot priester, en homosexualiteit.
CWR: Sinds 2014 is er in de Kerk een gestage stroom van conflicten en spanningen waarin de meeste Duitse bisschoppen betrokken zijn. Wat is de achtergrond van dit fenomeen? Wat is de bron van deze verschillende conflicten over ecclesiologie, Heilige Communie, en aanverwante onderwerpen?
Kardinaal Gerard Müller: Een groep van Duitse bisschoppen, met hun president [van de Duitse bisschoppenconferentie] als aanvoerder, zien zichzelf als de trendsetters van de Katholieke Kerk in een mars naar moderniteit. Zij beschouwen de secularisatie en ontkerstening van Europa als een onstopbare ontwikkeling. Voor die reden is de Nieuwe Evangelisatie - het programma van Johannes Paulus II en Benedictus XVI - in hun ogen een strijd tegen de objectieve gang van de geschiedenis, alsof het Don Quichotte's strijd tegen de windmolens is. Ze zoeken voor de Kerk een niche waar ze in vrede kunnen overleven. Daarom zien ze al de doctrines van het geloof die niet stroken met de 'mainstream', de sociëtale consensus, als te hervormen.
Een van de consequenties is de vraag voor de Heilige Communie zelfs voor mensen die het Katholieke Geloof niet hebben, net als voor Katholieken die niet in een staat van genade zijn. En wat ook op hun agenda staat: een zegening van homosexuele koppels, intercommunie met protestanten, relativering van de onverbreekbaarheid van het sacramentele huwelijk, de introductie van viri probatie en daarmee de afschaffing van het celibaat voor priesters, het goedkeuren van sexuele relaties voor en buiten het huwelijk. Dat zijn hun doelen, en om die te bereiken zijn ze zelfs bereid om een verdeeldheid binnen de bisschopsconferentie te aanvaarden.
De gelovigen die de Katholieke doctrine serieus nemen worden gebrandmerkt als conservatie en buiten de Kerk geduwd, en staan bloot aan de beschuldigingscampagnes van de liberale en anti-Katholieke media.
Voor veel bisschoppen is de waarheid van de openbaring en het belijden van het Katholieke geloof niet meer als een variabele in de intra-ecclesiale machtspolitiek. Sommigen onder hen citeren individuele goedkeuringen van paus Franciscus en denken dat zijn verklaringen in interviews met journalisten en publieke figuren die heel ver van Katholiek zijn, kunnen rechtvaardigen dat men zelfs de meest vastgelegde onfeilbare waarheden van het geloof (dogma's) kan relativeren ('watering down'). Alles bij elkaar, zijn we getuigen van een overduidelijk proces van protestanisering.
Oecumenisme daarentegen heeft tot doel de volledige eenheid van alle Christenen, zoals die al sacramenteel is gerealiseerd in de Katholieke Kerk. De wereldlijkheid van het episcopaat en de priesters in de 16de eeuw was de oorzaak van de verdeeldheid van het Christendom, die diametraal staat tegenover de wil van Christus, de stichter van de ene, Heilige, Katholieke en Apostolische Kerk. De ziekte van die tijd wordt nu voorgesteld als het medicijn waarmee die verdeeldheid zou kunnen worden overwonnen. De onwetendheid over het Katholieke geloof in die tijd was catastrofaal, vooral onder de bisschoppen en pausen, die zichzelf meer bezig hielden met politiek en macht, dan om te getuigen van de waarheid van Christus.
Vandaag is voor veel mensen, geprezen worden door de media, belangrijker dan de waarheid, waarvoor we ook moeten lijden. Petrus en Paulus ondergingen het martelaarschap in Rome, het centrum van de macht van die tijd. Zij werden niet door de heersers van de wereld in die tijd beschouwd als helden, maar eerder uitgelachten zoals Christus aan het kruis. We moeten nooit de martyrologische dimensie van het Petrusambt en van het bisschopsambt vergeten.
CWR: Waarom willen sommige Duitse bisschoppen nu de Heilige Communie geven aan verschillende protestanten op een regelmatige basis?
Kardinaal Müller: Geen bisschop heeft de autoriteit om de Heilige Communie te geven aan iemand die niet in communie is met de Katholieke Kerk. Alleen in een situatie waar er levensgevaar is, kan een protestant een sacramentele zegen en de Heilige Communie als viaticum ontvangen, als hij het hele Katholieke geloof deelt en in volledige communie met de Katholieke Kerk treedt, maar zijn bekering nog niet officieel heeft kunnen maken.
Spijtig genoeg kennen zelfs bisschoppen vandaag de dag hun Katholieke geloof niet over de eenheid van de sacramentele en ecclesiale communie, en ze rechtvaardigen hun ontrouw aan het Katholieke geloof met een soort pastorale bezorgdheid en met wat theologische uitleggen, die evenwel de principes van het Katholieke geloof tegen spreken. Maar alle doctrinaire praktijk moet ook geworteld liggen in de Heilige Schrift en de apostolische traditie, en moet niet de vroegere dogmatische uitspraken van het Magisterium van de Katholieke Kerk tegenspreken. En dat is zo voor de toelating van niet-Katholieke Christenen om de communie te ontvangen tijdens de Heilige Mis - los van de uitzonderlijke situatie als hierboven beschreven.
CWR: Hoe zou u de gezondheid van het Katholieke geloof in Duitsland, en dan ook, in Europa over het algemeen inschatten? Denkt u dat Europa enigszins haar vroegere Christelijke identiteit kan of zal herontdekken?
Kardinaal Müller: Er zijn heel veel mensen die hun geloof leven, die Christus en zijn Kerk liefhebben, en die hun hoop leggen in God zowel in leven als dood. Maar er zijn er heel wat ook die zich achtergelaten en verraden voelen door hun herders. Vandaag is populair zijn in de publieke opinie een criterium om een goede bisschop of priester te zijn. We zien een bekering tot de wereld, in plaats van tot God, in tegenspraak met de woorden van de apostel Paulus: Tracht ik nu de mensen te winnen of God? Zoek ik soms de gunst van de mensen? Als ik die zocht, zou ik geen dienaar van Christus zijn. (Gal 1:10). We hebben nood aan priester en bisschoppen die bezield worden voor Gods' huis, die zichzelf volledig wijden aan de redding van de mensen op hun pelgrimage van geloof naar het eeuwige Huis. Er is geen toekomst voor een 'Christianity Lite'. We hebben christenen met een missionaire geest nodig.
CWR: De congregatie van de geloofsleer heeft recent de eeuwenoude leer van de Kerk bevestigd over de onmogelijkheid van de Kerk om vrouwen te wijden. Waarom denkt u dat deze leer die de laatste jaren al meermaals bevestigd is, steeds weer wordt aangevallen door velen in de Kerk?
Kardinaal Müller: Jammer genoeg geniet de congregatie van de geloofsleer op dit moment niet zo heel veel prestige, en wordt haar betekenis voor het Petrusambt niet erkend. Het staatssecretariaat en de diplomatieke dienst van de Heilige Stoel zijn heel belangrijk voor de relatie van de Kerk met de verschillende staten, maar de congregatie van de geloofsleer is veel belangrijker voor de relatie van de Kerk met haar Hoofd vanwaar zij alle genade ontvangt.
Geloof is noodzakelijk voor de redding; pauselijke diplomatie kan veel goed doen in de wereld. Maar de verkondiging van het geloof en de doctrine mag niet ondergeschikt zijn aan de verwachtingen en voorwaarden van de aardse krachtspellen. Bovennatuurlijk geloof hangt niet af van aardse macht. Het is zonneklaar in het geloof dat de sacramenten van de wijding van bisschop, priester en diaken alleen kunnen ontvangen worden door een gedoopte Katholieke man, omdat alleen hij symbolisch en sacramenteel Christus kan voorstellen als bruidegom van de Kerk. Als het priesterschap alleen begrepen wordt als een positie van macht, dan natuurlijk wordt de doctrine van het voorbehouden van de wijding tot Katholieke mannen, tot een vorm van discriminatie tegen vrouwen.
Maar dit perspectief van macht en van sociaal prestige is vals. Alleen als we de doctrines van geloof en de sacramenten met theologische ogen zien, in plaats van in begrippen van macht, dan pas zullen de natuurlijke vereisten voor de sacramenten van de wijding en van het huwelijk ook terug duidelijk zijn. Enkel een man kan Christus als bruidegom van de Kerk symboliseren. Enkel een man en een vrouw kunnen symbolisch de relatie van de Christus tot de Kerk voorstellen.
CWR: U schreef recent een introductie voor de Italiaanse versie van het boek van Daniel Mattson Why I Don't Call Myself Gay. Waardoor was u onder de indruk van dat boek en de aanpak? In wat verschilt het van sommige van de 'pro-gay' aanpakken en standpunten die door sommige Katholieken worden aangenomen? Wat kan er gedaan worden om, in positieve termen, de kerkelijke leer over sexualiteit, huwelijk en dergelijken goed uit te leggen?
Kardinaal Müller: Het boek van Daniël Mattson is geschreven vanuit een persoonlijk perspectief. Het is gebaseerd op een diepe intellectuele reflectie over sexualiteit en huwelijk, en dat maakt het anders dan enige soort van ideologie. Daarom helpt het mensen met een homofiele neiging om hun menselijke waardigheid te erkennen en een gunstig pad te volgen in de ontwikkeling van hun persoonlijkheid, en ze niet worden tot speelballen in de handen van de ideologen die de macht hebben. Een menselijk wezen is een innerlijke eenheid van spirituele en materiële organisatorische principes, met als gevolg een persoon en een subject dat vrij handelt met een natuur die tegelijk spiritueel, lichamelijk als sociaal is.
De man is geschapen voor de vrouw en de vrouw voor de man. Het doel van de huwelijksband is niet de macht van de een over de ander, maar een eenheid in zelfopofferende liefde, waarin beiden groeien en samen het doel in God bereiken. Sexuele ideologie dat de mens reduceert tot een sexueel plezier is in feite die vijandig aan sexualitiet, omdat het ontkent dat het doel van sex en eros agape is. De mens kan zich niet laten reduceren tot de status van niet meer dan een verder ontwikkeld dier. Hij is geroepen om lief te hebben. Alleen als ik de ander liefheb om zijnenwil kom ik tot mezelf; alleen dan kom ik los van de gevangenis van mijn eigen primitieve egotisme. Men kan zichzelf niet ontwikkelen op de kap van de anderen.
De logica van het Evangelie is revolutionair in een wereld van consumerisme en narcisme. Want alleen het zaad dat in de grond valt en sterft blijft niet alleen maar draagt veel vrucht. Hij die het leven liefheeft verliest het, en hij die het haat in deze wereld zal het eeuwige leven verwerven (Jn 12:25).
De boeken van kardinaal Müller zijn in nederlandse vertaling te verkrijgen bij bethsaida:
Het fundament van de hoop
De hoop van het gezin
Why I don't call myself gay
In een exclusief interview met The Catholic World Report bespreekt de voormalige prefect van de Congregatie van de geloofsleer de voorgestelde Heilige Communie voor protestanten, de voortdurende conflicten over de Kerkelijke leer over wijding, homosexualiteit en ideologie.
Kardinaal Gerhard Müller is de voormalige prefect van de congregatie van de geloofsleer en de voormalige bisschop van Regensburg in Duitsland. Hij is een bekende professor in theologie, en president van zowel de Pauselijke bijbelcommissie en de Internationale Theologische Commissie. Hij is ook de auteur van vele boeken, waaronder 'De hoop van de Familie, Priesterschap en Diaconaat' en 'The Cardinal Müller Report: een exclusief interview over de staat van de Kerk'.
Kardinaal Müller beantwoordde recent enkele vragen van Catholic World Report over de situatie in Duitsland, spanningen over de voorgestelde toelating van prostestanten aan de Communie, en het voortdurende conflict over de Kerkelijke leer over de onmogelijkheid van wijding van vrouwen tot priester, en homosexualiteit.
CWR: Sinds 2014 is er in de Kerk een gestage stroom van conflicten en spanningen waarin de meeste Duitse bisschoppen betrokken zijn. Wat is de achtergrond van dit fenomeen? Wat is de bron van deze verschillende conflicten over ecclesiologie, Heilige Communie, en aanverwante onderwerpen?
Kardinaal Gerard Müller: Een groep van Duitse bisschoppen, met hun president [van de Duitse bisschoppenconferentie] als aanvoerder, zien zichzelf als de trendsetters van de Katholieke Kerk in een mars naar moderniteit. Zij beschouwen de secularisatie en ontkerstening van Europa als een onstopbare ontwikkeling. Voor die reden is de Nieuwe Evangelisatie - het programma van Johannes Paulus II en Benedictus XVI - in hun ogen een strijd tegen de objectieve gang van de geschiedenis, alsof het Don Quichotte's strijd tegen de windmolens is. Ze zoeken voor de Kerk een niche waar ze in vrede kunnen overleven. Daarom zien ze al de doctrines van het geloof die niet stroken met de 'mainstream', de sociëtale consensus, als te hervormen.
Een van de consequenties is de vraag voor de Heilige Communie zelfs voor mensen die het Katholieke Geloof niet hebben, net als voor Katholieken die niet in een staat van genade zijn. En wat ook op hun agenda staat: een zegening van homosexuele koppels, intercommunie met protestanten, relativering van de onverbreekbaarheid van het sacramentele huwelijk, de introductie van viri probatie en daarmee de afschaffing van het celibaat voor priesters, het goedkeuren van sexuele relaties voor en buiten het huwelijk. Dat zijn hun doelen, en om die te bereiken zijn ze zelfs bereid om een verdeeldheid binnen de bisschopsconferentie te aanvaarden.
De gelovigen die de Katholieke doctrine serieus nemen worden gebrandmerkt als conservatie en buiten de Kerk geduwd, en staan bloot aan de beschuldigingscampagnes van de liberale en anti-Katholieke media.
Voor veel bisschoppen is de waarheid van de openbaring en het belijden van het Katholieke geloof niet meer als een variabele in de intra-ecclesiale machtspolitiek. Sommigen onder hen citeren individuele goedkeuringen van paus Franciscus en denken dat zijn verklaringen in interviews met journalisten en publieke figuren die heel ver van Katholiek zijn, kunnen rechtvaardigen dat men zelfs de meest vastgelegde onfeilbare waarheden van het geloof (dogma's) kan relativeren ('watering down'). Alles bij elkaar, zijn we getuigen van een overduidelijk proces van protestanisering.
Oecumenisme daarentegen heeft tot doel de volledige eenheid van alle Christenen, zoals die al sacramenteel is gerealiseerd in de Katholieke Kerk. De wereldlijkheid van het episcopaat en de priesters in de 16de eeuw was de oorzaak van de verdeeldheid van het Christendom, die diametraal staat tegenover de wil van Christus, de stichter van de ene, Heilige, Katholieke en Apostolische Kerk. De ziekte van die tijd wordt nu voorgesteld als het medicijn waarmee die verdeeldheid zou kunnen worden overwonnen. De onwetendheid over het Katholieke geloof in die tijd was catastrofaal, vooral onder de bisschoppen en pausen, die zichzelf meer bezig hielden met politiek en macht, dan om te getuigen van de waarheid van Christus.
Vandaag is voor veel mensen, geprezen worden door de media, belangrijker dan de waarheid, waarvoor we ook moeten lijden. Petrus en Paulus ondergingen het martelaarschap in Rome, het centrum van de macht van die tijd. Zij werden niet door de heersers van de wereld in die tijd beschouwd als helden, maar eerder uitgelachten zoals Christus aan het kruis. We moeten nooit de martyrologische dimensie van het Petrusambt en van het bisschopsambt vergeten.
CWR: Waarom willen sommige Duitse bisschoppen nu de Heilige Communie geven aan verschillende protestanten op een regelmatige basis?
Kardinaal Müller: Geen bisschop heeft de autoriteit om de Heilige Communie te geven aan iemand die niet in communie is met de Katholieke Kerk. Alleen in een situatie waar er levensgevaar is, kan een protestant een sacramentele zegen en de Heilige Communie als viaticum ontvangen, als hij het hele Katholieke geloof deelt en in volledige communie met de Katholieke Kerk treedt, maar zijn bekering nog niet officieel heeft kunnen maken.
Spijtig genoeg kennen zelfs bisschoppen vandaag de dag hun Katholieke geloof niet over de eenheid van de sacramentele en ecclesiale communie, en ze rechtvaardigen hun ontrouw aan het Katholieke geloof met een soort pastorale bezorgdheid en met wat theologische uitleggen, die evenwel de principes van het Katholieke geloof tegen spreken. Maar alle doctrinaire praktijk moet ook geworteld liggen in de Heilige Schrift en de apostolische traditie, en moet niet de vroegere dogmatische uitspraken van het Magisterium van de Katholieke Kerk tegenspreken. En dat is zo voor de toelating van niet-Katholieke Christenen om de communie te ontvangen tijdens de Heilige Mis - los van de uitzonderlijke situatie als hierboven beschreven.
CWR: Hoe zou u de gezondheid van het Katholieke geloof in Duitsland, en dan ook, in Europa over het algemeen inschatten? Denkt u dat Europa enigszins haar vroegere Christelijke identiteit kan of zal herontdekken?
Kardinaal Müller: Er zijn heel veel mensen die hun geloof leven, die Christus en zijn Kerk liefhebben, en die hun hoop leggen in God zowel in leven als dood. Maar er zijn er heel wat ook die zich achtergelaten en verraden voelen door hun herders. Vandaag is populair zijn in de publieke opinie een criterium om een goede bisschop of priester te zijn. We zien een bekering tot de wereld, in plaats van tot God, in tegenspraak met de woorden van de apostel Paulus: Tracht ik nu de mensen te winnen of God? Zoek ik soms de gunst van de mensen? Als ik die zocht, zou ik geen dienaar van Christus zijn. (Gal 1:10). We hebben nood aan priester en bisschoppen die bezield worden voor Gods' huis, die zichzelf volledig wijden aan de redding van de mensen op hun pelgrimage van geloof naar het eeuwige Huis. Er is geen toekomst voor een 'Christianity Lite'. We hebben christenen met een missionaire geest nodig.
CWR: De congregatie van de geloofsleer heeft recent de eeuwenoude leer van de Kerk bevestigd over de onmogelijkheid van de Kerk om vrouwen te wijden. Waarom denkt u dat deze leer die de laatste jaren al meermaals bevestigd is, steeds weer wordt aangevallen door velen in de Kerk?
Kardinaal Müller: Jammer genoeg geniet de congregatie van de geloofsleer op dit moment niet zo heel veel prestige, en wordt haar betekenis voor het Petrusambt niet erkend. Het staatssecretariaat en de diplomatieke dienst van de Heilige Stoel zijn heel belangrijk voor de relatie van de Kerk met de verschillende staten, maar de congregatie van de geloofsleer is veel belangrijker voor de relatie van de Kerk met haar Hoofd vanwaar zij alle genade ontvangt.
Geloof is noodzakelijk voor de redding; pauselijke diplomatie kan veel goed doen in de wereld. Maar de verkondiging van het geloof en de doctrine mag niet ondergeschikt zijn aan de verwachtingen en voorwaarden van de aardse krachtspellen. Bovennatuurlijk geloof hangt niet af van aardse macht. Het is zonneklaar in het geloof dat de sacramenten van de wijding van bisschop, priester en diaken alleen kunnen ontvangen worden door een gedoopte Katholieke man, omdat alleen hij symbolisch en sacramenteel Christus kan voorstellen als bruidegom van de Kerk. Als het priesterschap alleen begrepen wordt als een positie van macht, dan natuurlijk wordt de doctrine van het voorbehouden van de wijding tot Katholieke mannen, tot een vorm van discriminatie tegen vrouwen.
Maar dit perspectief van macht en van sociaal prestige is vals. Alleen als we de doctrines van geloof en de sacramenten met theologische ogen zien, in plaats van in begrippen van macht, dan pas zullen de natuurlijke vereisten voor de sacramenten van de wijding en van het huwelijk ook terug duidelijk zijn. Enkel een man kan Christus als bruidegom van de Kerk symboliseren. Enkel een man en een vrouw kunnen symbolisch de relatie van de Christus tot de Kerk voorstellen.
CWR: U schreef recent een introductie voor de Italiaanse versie van het boek van Daniel Mattson Why I Don't Call Myself Gay. Waardoor was u onder de indruk van dat boek en de aanpak? In wat verschilt het van sommige van de 'pro-gay' aanpakken en standpunten die door sommige Katholieken worden aangenomen? Wat kan er gedaan worden om, in positieve termen, de kerkelijke leer over sexualiteit, huwelijk en dergelijken goed uit te leggen?
Kardinaal Müller: Het boek van Daniël Mattson is geschreven vanuit een persoonlijk perspectief. Het is gebaseerd op een diepe intellectuele reflectie over sexualiteit en huwelijk, en dat maakt het anders dan enige soort van ideologie. Daarom helpt het mensen met een homofiele neiging om hun menselijke waardigheid te erkennen en een gunstig pad te volgen in de ontwikkeling van hun persoonlijkheid, en ze niet worden tot speelballen in de handen van de ideologen die de macht hebben. Een menselijk wezen is een innerlijke eenheid van spirituele en materiële organisatorische principes, met als gevolg een persoon en een subject dat vrij handelt met een natuur die tegelijk spiritueel, lichamelijk als sociaal is.
De man is geschapen voor de vrouw en de vrouw voor de man. Het doel van de huwelijksband is niet de macht van de een over de ander, maar een eenheid in zelfopofferende liefde, waarin beiden groeien en samen het doel in God bereiken. Sexuele ideologie dat de mens reduceert tot een sexueel plezier is in feite die vijandig aan sexualitiet, omdat het ontkent dat het doel van sex en eros agape is. De mens kan zich niet laten reduceren tot de status van niet meer dan een verder ontwikkeld dier. Hij is geroepen om lief te hebben. Alleen als ik de ander liefheb om zijnenwil kom ik tot mezelf; alleen dan kom ik los van de gevangenis van mijn eigen primitieve egotisme. Men kan zichzelf niet ontwikkelen op de kap van de anderen.
De logica van het Evangelie is revolutionair in een wereld van consumerisme en narcisme. Want alleen het zaad dat in de grond valt en sterft blijft niet alleen maar draagt veel vrucht. Hij die het leven liefheeft verliest het, en hij die het haat in deze wereld zal het eeuwige leven verwerven (Jn 12:25).
De boeken van kardinaal Müller zijn in nederlandse vertaling te verkrijgen bij bethsaida:
Het fundament van de hoop
De hoop van het gezin
Why I don't call myself gay
maandag 9 juli 2018
Eerbiedwaardige Carlo Acutis - Sacrament van Mirakel 25-07-2018
Vandaag heeft het hoofd van de Katholieke Kerk de Italiaanse jongen Carlo Acutis tot eerbiedwaardige bestempeld, op weg naar de Zaligverklaring.
Carlo Acutis (03-05-1991 tot 12-10-2006) stierf aan leukemie, maar droeg zijn lijden op aan paus Benedictus XVI. De laatste jaren van zijn korte leven werkte hij aan een website over Eucharistische Mirakels, en concipieerde een tentoonstelling over Eucharistische Mirakels die over de hele wereld te zien is geweest.
Op 25 juli 2018 vieren we de 701ste herdenking van het Eucharistische Mirakel van Viversel met stille aanbidding in de St Quintinuskathedraal van 14 tot 17 uur. Iedereen welkom!
Carlo Acutis (03-05-1991 tot 12-10-2006) stierf aan leukemie, maar droeg zijn lijden op aan paus Benedictus XVI. De laatste jaren van zijn korte leven werkte hij aan een website over Eucharistische Mirakels, en concipieerde een tentoonstelling over Eucharistische Mirakels die over de hele wereld te zien is geweest.
Op 25 juli 2018 vieren we de 701ste herdenking van het Eucharistische Mirakel van Viversel met stille aanbidding in de St Quintinuskathedraal van 14 tot 17 uur. Iedereen welkom!
donderdag 5 juli 2018
Nieuwe Dominicanen in Antwerpse St Paulus Kerk
Op kerknet staat dat de St Paulus kerk in Antwerpen door mgr Bonny wordt toevertrouwd aan de dominicanen. Omdat er geen Vlaamse roepingen zijn, komen ze dus uit andere continenten.
Prachtig nieuws.
Maar hoe zat dat weer met buitenlandse seminaristen en priesters die we terugsturen naar hun eigen land omdat we hun eigen bisdommen niet van priesters willen beroven? Of was dat een plaatselijk fenomeen rond de vismarkt in Brussel?
Prachtig nieuws.
Maar hoe zat dat weer met buitenlandse seminaristen en priesters die we terugsturen naar hun eigen land omdat we hun eigen bisdommen niet van priesters willen beroven? Of was dat een plaatselijk fenomeen rond de vismarkt in Brussel?
zondag 1 juli 2018
Homilie van kardinaal Sarah aan de pelgrims in Chartres op Pinkstermaandag 2018
Originele tekst en YouTube-filmpje
Beste pelgrims van
Chartres,
Sta me toe om eerst en
vooral hartelijk Z.E. Mgr Philippe Christory, de bisschop van Chartres, te
bedankten voor zijn broederlijke welkom in deze prachtige Kathedraal.
“Het licht is in de
wereld gekomen” dat zegt Jezus ons in het Evangelie, “en de mensen verkozen de
duisternis’.
En jullie, beste
pelgrims, hebben jullie het unieke licht ontvangen dat niet bedriegt: dat van
God? Jullie hebben drie dagen gestapt, jullie hebben gebeden, gezongen, geleden
onder de zon en de regen, hebben jullie het licht in uw harten ontvangen?
Hebben jullie in werkelijkheid de duisternis afgezworen? Hebben jullie besloten
om uw weg verder te gaan door Jezus te volgen, die het Licht is van de wereld?
Laat me toe, beste
vrienden om die radicale vraag te stellen? Want als God ons licht niet is,
wordt al het andere zinloos. Zonder God is alles duisternis!
God is tot ons
gekomen, hij is mens geworden. Hij heeft ons de unieke waarheid geopenbaard die
redt, hij is gestorven om onzentwil en om ons vrij te kopen uit de zonde en,
met Pinksteren, heeft hij ons de Heilige Geest gegeven, hij gaf ons het licht
van het geloof … maar we verkozen de duisternis!
Laat ons rond ons
kijken! De westerse wereld wil zich organiseren zonder God. Ze is overgeleverd
aan de bedrieglijke en flashy lichten van de consumptiemaatschappij, van het
gewin tegen alle prijs, van het opgedrongen individualisme.
Een wereld zonder God
is een wereld van duisternis, van leugen en van egoïsme! Zonder het licht van
God, is de westerse wereld als een losgeslagen boot in de duisternis! Ze heeft
niet genoeg liefde meer om kinderen te ontvangen, om ze te beschermen in de
schoot van hun moeder, om ze te beschermen tegen de agressie van de
pornografie. Verstoken van het licht van God, kan de westerse maatschappij de
ouderen niet meer respecteren, haar zieken niet meer begeleiden naar de dood,
geen plaats meer maken voor de armsten en de zwaksten. Ze is overgeleverd aan
de schaduwen van de angst, van de droefnis en het isolement. Ze heeft alleen
nog de leegte en het zinloze te bieden. Ze laat de meeste gekke ideologieën
ontstaan. Een westerse samenleving zonder God kan de bakermat worden van een virulent
ethisch en moreel terrorisme dat vernietigender is dan het islamitisch
terrorisme. Herinner u dat Jezus ons heeft gezegd: ‘Vrees niets van hen die het
lichaam doden, maar uw ziel niet kunnen doden; Vrees eerder hem die en ziel en
lichaam kan ombrengen in de hel.’ (Mt 10, 28).
Beste vrienden,
vergeef me die beschrijven. Maar we moeten helder en realistisch zijn. Als ik
zo tegen u spreek, dan is dat omdat ik in mijn hart als priester, als herder,
ik medelijden voel voor zoveel verscheurde zielen, verloren, droevig, ongerust
en eenzaam! Wie zal hen naar het licht brengen? Wie zal hen de weg van de
waarheid tonen, de enige ware weg van vrijheid die degene is van het Kruis?
Gaan we hen
overleveren aan de leugen, aan het hopeloze nihilisme, of aan een agressief
islamisme, zonder er iets aan te doen?
We moeten deze wereld toeroepen dat onze hoop een naam heeft: Jezus
Christus, de enige Redder van de wereld en de mensheid! Wij kunnen niet
zwijgen!
Beste pelgrims van
Frankrijk, kijk naar deze kathedraal! Uw voorouders hebben haar gebouwd om te
getuigen van hun geloof! Alles, in haar architectuur, haar sculptuur, haar
glasramen, verkondigt de vreugde van het geloof van gered te zijn en bemind te
worden door God. Uw voorouders waren niet perfect, ze waren niet zonder zonde. Maar
ze wilden het licht van het geloof hun duisternis laten verlichten! Vandaag,
volk van Frankrijk, sta op, wordt wakker! Kies voor het licht! Zweer de
duisternis af!
Hoe dan? Het Evangelie antwoordt: ‘hij die volgens de
waarheid handelt vindt het licht’. Laat ons het licht van de Heilige Geest onze
levens verlichten concreet, eenvoudig, en tot in de meest intieme zones van ons
diepste wezen. Handelen volgens de waarheid, is op de eerste plaats God in het
centrum van ons leven plaatsen, zoals het Kruis het centrum is van deze
kathedraal. Mijn broeders, laat ons kiezen om ons naar Hem te keren, iedere
dag! Laat ons nu het voornemen maken om iedere dag enkele minuten in stilte ons
naar God te keren, om hem te zeggen ‘Heer leef in mij! Ik geef u heel mijn
leven!’
Beste pelgrim, zonder
stilte, is er geen licht. De duisternis voedt zich met het constante lawaai van
deze wereld, die ons hindert om ons tot God te richten. Laat ons voorbeeld
nemen aan de liturgie van de Mis van deze dag. Ze brengt ons tot aanbidding, tot
de kinderlijke vrees en liefde voor de grootsheid van God. Ze bereikt haar
hoogtepunt in de Consecratie waar allen gekeerd naar het altaar, de blik
opheffen naar de hostie, naar het kruis, we communiceren in stilte in
overpeinzing en aanbidding. Beste broeders laat ons die liturgie liefhebben die
ons de stille en transcendente aanwezigheid van God doen voelen, en ons keren
naar de Heer.
Mijn beste broeders
priesters, ik wil me in het bijzonder tot u richten. Het Heilig Misoffer is de
plaats waar ge het licht voor uw dienstbaarheid zult vinden. De wereld waarin
we leven doet constant beroep op ons. We zijn heel de tijd bezig, zonder ons te
denken dat we moesten stoppen en tijd nemen om ons in een verlaten plek wat te
rusten, in de eenzaamheid en stilte, met de Heer. Het gevaar is groot om ons
als ‘sociale werkers’ te beschouwen. Maar dan zouden we het Licht van God niet
meer in de wereld brengen, maar ons eigen licht, dat niet hetgene is dat de
mensen verwachten. Wat de wereld verwacht van de priester: dat is God en het
Licht van zijn Woord dat verkondigt wordt zonder ambiguïteit, zonder
vervalsing.
Laat ons ons kerken
naar God in een rustige liturgische viering, vol respect, stilte en gekenmerkt
door sacraliteit. Laat ons niets uitvinden in de liturgie. Laat ons alles
ontvangen van God en van de Kerk. Laat ons niet het spektakel of succes zoeken.
De liturgie leert ons: Priester zijn, is niet op de eerste plaats veel doen.
Het is met de Heer zijn, op het Kruis! De liturgie is de plek waar de mens God
van aangezicht tot aangezicht ontmoet. De liturgie is het meest sublieme moment
waar God ons leert om ‘in ons het beeld van zijn Zoon Jezus Christus te worden
(gelijkvormig te zijn aan het beeld van zijn Zoon), opdat hij de eerstgeborenen
zou zijn onder vele broeders (Rom 8,29). Zij is niet, en mag niet een reden van
scheuring zijn, evenmin van strijd of discussie. In de gewone vorm, net als in
de buitengewone vorm van de Romeinse ritus, is de essentie dat we ons keren
naar het Kruis, naar Christus, naar onze Oriënt, onze Alles en onze enige
Horizon! Of we nu vieren in de gewone of in de buitengewone vorm, laat ons steeds
vieren, zoals vandaag, zoals het Tweede Vaticaanse Concilie ons leert: met een
edele eenvoud, zonder onnodige overdaad, zonder theatraliteit en esthetische
gekunsteldheid, maar met de zin voor het sacrale, de eerste zorg voor de Glorie
van God, en een ware geest van zonen te zijn van de Kerk van vandaag en van
alle eeuwen!
Beste broeders
priesters, houdt steeds die zekerheid: met Christus op het Kruis zijn, dat
verkondigt het priesterlijke celibaat in de wereld! Het project, door sommigen
weer bovengehaald, om het priesterlijk celibaat weer los te koppelen door het
Sacrament van de wijding (sacrement de l’Ordre) aan gehuwde mannen (de ‘viri
probati’) omwille van, zo zeggen ze, ‘pastorale redenen of noodzaken’, zou
grote gevolgen hebben, en in werkelijkheid definitief breken met de
apostolische Traditie. We gaan een priesterschap naar menselijke maat
fabriceren, maar we verlengen niet, we volbrengen het priesterschap van
Christus niet, gehoorzaam, arm en kuis. Waarlijk, de priester is niet zomaar
een ‘alter Christus’ maar is werkelijk ‘ipse Christus’, hij is Christus zelf!
En het is daarom dat in navolging van Christus en de Kerk, de priester steeds een
teken van tegenspraak zal zijn!
Aan u, beste
christenen, leken die werken in de leven van de Stad, zeg ik met kracht: ‘Heb
geen schrik! Vrees niet om het licht van Christus in de wereld te brengen!’ Uw
eerste getuigenis moet uw eigen voorbeeld zijn: handel naar de Waarheid! In uw
familie, uw beroep, uw sociale relaties, economisch, politiek, dat de Christus
uw licht mag zijn! Heb geen schrik om te getuigen dat jullie vreugde van
Christus komt!
Ik smeek u, verstop de
bron van jullie hoop niet! Integendeel, schreeuw het uit! Getuig! Evangeliseer!
De Kerk heeft nood aan u! Herinner iedereen eraan dat enkel ‘de gekruisigde
Christus de authentieke zin van de vrijheid laat zien!’. Bevrijdt met Christus,
de vrijheid die vandaag aan de ketenen ligt van valse mensenrechten, allen
gericht op de autodestructie van de mens.
Aan u, beste ouders,
wil ik een heel eigen boodschap zeggen. Vader en moeder zijn van een familie in
de wereld van vandaag is een avontuur vol van lijden, van obstakels en zorgen.
De Kerk zegt u: ‘DANK U’! Ja, Dank u voor uw genereuze schenken van uzelf! Heb
de moed om uw kinderen in het licht van Christus op te voeden. Dan zal u moeten
opboksen tegen de wind van de dag, u zal spot moeten ondergaan, en het
misprijzen van de wereld. Maar we zijn hier niet om de wereld te behagen! ‘Wij
verkondigen een gekruisigde Christus, schandaal voor de Joden en dwaasheid voor
de heidenen’ (1 Kor 1, 23-24)
Heb geen schrik! Wijk
niet! De Kerk, door de stem van de Pausen – in het bijzonder sinds de encycliek
Humanae Vitae – vertrouwt u een profetische missie toe: getuig voor iedereen
van onze vreugdevol vertrouwen op God, die ons de intelligente behouders van de
natuurlijke orde maakt. Jullie getuigen van wat Jezus door zijn leven zelf
heeft geopenbaard: ‘De vrijheid vervult zich in de liefde, dat wil zeggen in
het geven van uzelf’.
Beste huisvaders en
huismoeders, de Kerk heeft u lief! Heb de Kerk lief! Zij is uw moeder. Vervoeg
niet hen die haar belachelijk maken, omdat ze alleen maar de rimpels zien in
haar gelaat dat oud is door de eeuwen van lijden en beproevingen. Ook vandaag
is zij mooi en schittert van heiligheid.
En dan wil ik me
richten tot jullie, de jongsten, die hier zo talrijk aanwezig zijn!
Eerst en vooral, laat
ons luisteren naar een ‘Oudere’, die veel meer autoriteit heeft dan ik. Het
gaat om de evangelist St Jan. Buiten het voorbeeld van zijn eigen leven, heeft
St Jan ook een geschreven boodschap nagelaten aan de jongeren. In zijn Eerste
Brief, lezen we de ontroerende woorden van een Oudere aan de jongeren in de
Kerken die hij heeft gesticht. Luister naar zijn stem vol van opgewektheid,
wijsheid en van warmte: ‘Ik schrijf u, jonge mannen, dat u sterk bent. Gods
woord woont in u en u hebt de boze overwonnen. Verlies uw hart niet aan de
wereld of aan de dingen in de wereld! (1 Joh 2, 14-15). De wereld die we niet
moeten liefhebben, zei onlangs pater Cantalamessa in zijn homilie van Goede
Vrijdag 2018, en waar we ons niet op moeten richten, is niet de wereld, dat
weten we goed, de wereld die geschapen en bemind werd door God, het gaat niet
over de mensen van de wereld waar we integendeel, steeds naartoe moeten reiken,
op de eerste plaats naar de armen en de allerarmsten, om hen te beminnen en
nederig te dienen. … Neen! De wereld die we niet mogen beminnen is een andere
wereld; het is de wereld zoals die geworden is onder de leiding van Satan en
van de zonde. De wereld van de ideologieën die de natuur van de mens ontkennen
en de familie vernietigen. …. De VN structuren, die een nieuwe ethiek over de
wereld verspreiden, spelen een belangrijke rol en zijn vandaag een enorme
kracht geworden, die zich doorheen de media met haar onbegrensde technische
mogelijkheden. Vandaag wordt het in heel wat westerse landen een misdaad om
zich niet neer te leggen bij de verschrikkelijke ideologieën. Dat is wat we
bedoelen met het aanpassen aan de geest van de tijd, het conformisme. Een grote
gelovige poëet van Engeland, Thomas Stearns Eliot, heeft in de voorbije eeuw
drie verzen geschreven die er meer over zeggen dan hele boeken: ‘ In een wereld
van vluchtelingen, zal degene die de tegengestelde richting kiest beschouwd
worden als een deserteur’. Beste jonge Christenen, als het toegelaten is dat
een ‘Oudere’ zich tot u richt, zoals St Jan, dan mag ik jullie ook aanmoedigen,
en ik zeg jullie: Jullie hebben de Kwade overwonnen! Vecht tegen iedere wet
tegen de natuur, die men u wil opdringen, verzet u tegen iedere wet tegen het
leven, tegen de familie. Wees onder hen die de tegengestelde richting kiezen! Durf
tegendraad te zijn! Voor ons, Christenen, is de tegengestelde richting niet een
plaats, het is een Persoon, het is Jezus Christus, onze Vriend en onze Redder.
Een taak wordt u met nadruk toevertrouwd: Redt de menselijke liefde uit de
tragische val waarin ze gevangen is: De liefde, is niet meer de overgave van
uzelf, maar enkel nog het bezit van de andere – een vaak tyranniek en
gewelddadig bezit -. Op het Kruis, heeft God zich geopenbaard als ‘agape’, dat
wil zeggen als de liefde die zich geeft tot aan de dood. Echt liefhebben, dat
is sterven voor de ander. Zoals die jonge rijkswachter, kolonel Arnaud
Beltrame.
Beste jongeren, jullie
maken zonder twijfel soms de strijd door tussen de duisternis en het licht, in
jullie hart. Jullie worden soms verleid door de gemakkelijke pleziertjes van de
wereld. Met heel mijn hart van priester, zeg ik u: Aarzel niet! Jezus zal u
alles geven! Op de weg om Heiligen te worden, zullen jullie niets verliezen!
Jullie zullen de enige Vreugde vinden, die nooit teleurstelt!
Beste jongeren, als
Christus u vandaag roept om hem te volgen als priester, als religieus of
religieuze, aarzel dan niet! Zegt Hem: ‘Fiat’, een enthousiast ja zonder
voorwaarden!
God wil jullie nodig
hebben, wat een genade! Wat een vreugde! Het Westen werd geëvangeliseerd door
Heiligen en Martelaren. Jullie, jongeren van vandaag, zullen heiligen zijn en
de martelaren, die de naties verwachten voor een nieuwe evangelisatie! Jullie
landen hebben dorst naar Christus! Stel hen niet teleur! De Kerk vertrouwt op
u! Ik bid dat velen onder jullie antwoorden, vandaag, tijdens deze Mis, aan de
roep van God om hem te volgen, om alles voor hem achter te laten, voor zijn
licht. Beste jongeren, heb geen vrees,
God is de enige vriend die jullie nooit zal teleurstellen.
Als God roept, is hij
radicaal. Dat wil zeggen dat hij tot het einde gaat, tot aan de wortels. Beste
vrienden, we zijn niet geroepen om middelmatige Christenen te zijn! Neen, God
roept ons totaal voor een totale overgave, tot het martelaarschap van het
lichaam of van het hart!
Beste volk van
Frankrijk, het zijn de kloosters die de beschaving van jullie land hebben
opgebouwd! Dat zijn mannen en vrouwen die aanvaard hebben om Jezus tot het
einde toe te volgen, radicaal, die een Christelijk Europa hebben opgebouwd.
Omdat ze alleen God hebben gezocht, hebben ze een mooie en vredevolle
beschaving opgebouwd, net als deze Kathedraal.
Volk van Frankrijk,
volkeren van het Westen, ge zult de vrede en de vreugde pas vinden als jullie
God zoeken! Keer terug naar uw wortels! Keer terug naar de bron! Keer terug
naar de kloosters! Ja, ieder van u, durf enkele dagen in een klooster door te brengen!
In een wereld vol oproer, van lelijkheid en droefheid, zijn de kloosters een
oase van schoonheid en vreugde. Jullie zullen er ontdekken dat het mogelijk is
om God werkelijk in het midden van heel je leven te stellen. Jullie zullen er
een vreugde ervaren die nooit voorbij gaat!
Beste pelgrims, laat
ons de duisternis afzweren. Laat ons het licht kiezen! Vragen we aan de
Allerheiligste Maagd Maria om te durven ‘fiat’ zeggen, ja zeggen, volledig,
zoals zij, om het licht van de Heilige Geest te ontvangen zoals zij. Op deze
dag [pinkstermaandag] dat we dankzij onze paus Franciscus, Maria vieren, als Moeder
van de Kerk, vragen we aan die Allerheiligste Moeder om een hart zoals het
hare, een hart die God niets weigert, een hart dat brandt van liefde voor de
glorie van God, een moedig hart om de mensen het Goede Nieuws te verkondigen,
een genereus hart, een hart groot als het hart van Maria, met de dimensies van
de Kerk, naar de dimensies van het Hart van Jezus!
Amen!
Robert kardinaal
Sarah.
zondag 17 juni 2018
Volk van Leven: Belgische bisschoppen tegen depenalisering van abortus.
Abortus uit strafrecht beslissing met zware symbolische betekenis
icon-icon-persbericht
In ons land is abortus sinds geruime tijd onder bepaalde voorwaarden gedepenaliseerd. In het Belgische parlement zijn nu verschillende voorstellen neergelegd om abortus volledig uit het strafrecht te verwijderen. De huidige praktijk zal daardoor wellicht niet veel veranderen. Toch gaat het om een beslissing met een zware symbolische betekenis. Want tegenover zwangerschapsafbreking zal dan fundamenteel anders worden aangekeken. En de gevolgen daarvan zijn aanzienlijk. Daarom stellen we ons vragen. Het zijn vragen die over de ideologische grenzen heen gesteld worden.
In een democratie staat het strafwetboek borg voor de bescherming van de menselijke waardigheid en de fysieke integriteit van iedere persoon. Mag deze bescherming over het hoofd worden gezien wanneer het om een menselijk leven gaat dat nog groeit naar de geboorte? Het leven waarnaar vele mensen verlangen, waarvoor velen opkomen en vechten, waarvoor de geneeskunde de grootste vooruitgang boekt, dat zo kostbare leven. Waarom zou dat leven in zijn prille begin niet beschermd moeten worden alsof het nog geen leven is?
Abortus zal nooit vanzelfsprekend worden. Ook niet als het uit het strafwetboek gehaald wordt. Het wordt nooit een gewone ‘ingreep’. Het zal nooit van harte gebeuren. Er zijn enkel maar verliezers. Zeker, omstandigheden kunnen mensen radeloos en uitzichtloos maken. Juist dan is een mens zo ontredderd en eenzaam. Als de wet dan alleen maar suggereert dat het om een gewone ingreep gaat, wordt geen recht gedaan aan wat de betrokkenen ervaren en beleven. Waarom dan nog raad of hulp vragen? De vragen zelf dreigen al van meet af aan niet ernstig genomen te worden. Het zal de ontreddering en de eenzaamheid alleen maar groter maken.
Dat is het gevaar waarop we willen wijzen: wanneer abortus uit het strafwetboek wordt gehaald, riskeert het een medische ingreep te worden als een andere. Het is dan geen overtreding meer in de gevallen die de wet voorziet. Het wordt een recht. Wie er vragen bij stelt of wie abortus weigert, zal zich dan moeten verantwoorden. En dat laatste geldt zowel voor de arts als voor de betrokken vrouw. Zelfs wanneer de clausule van de gewetensvrijheid wordt behouden, zal die alsmaar minder kunnen ingeroepen worden. Een medische handeling vergt immers een medische beslissing, en niet zozeer een gewetensbeslissing.
Onze samenleving heeft het steeds moeilijker met alles wat onze plannen doorkruist, met alles wat onze levenswijze verstoort. Dat geldt voor mensen die oud zijn of ziek, voor mensen die gehandicapt zijn, voor armen, vreemdelingen of mensen op de vlucht die bij ons terechtkomen. Dat geldt ook voor het ongeboren leven. In zijn encycliek Laudato Si’ zegt paus Franciscus dat dit alles met elkaar te maken heeft: Wanneer de persoonlijke en gemeenschappelijke gevoeligheid voor het ontvangen van nieuw leven verloren gaat, verdorren ook andere vormen van verwelkoming die het sociale leven ten goede komen (120).
Kardinaal Jozef De Kesel en de bisschoppen van België
In een democratie staat het strafwetboek borg voor de bescherming van de menselijke waardigheid en de fysieke integriteit van iedere persoon. Mag deze bescherming over het hoofd worden gezien wanneer het om een menselijk leven gaat dat nog groeit naar de geboorte? Het leven waarnaar vele mensen verlangen, waarvoor velen opkomen en vechten, waarvoor de geneeskunde de grootste vooruitgang boekt, dat zo kostbare leven. Waarom zou dat leven in zijn prille begin niet beschermd moeten worden alsof het nog geen leven is?
Abortus zal nooit vanzelfsprekend worden. Ook niet als het uit het strafwetboek gehaald wordt. Het wordt nooit een gewone ‘ingreep’. Het zal nooit van harte gebeuren. Er zijn enkel maar verliezers. Zeker, omstandigheden kunnen mensen radeloos en uitzichtloos maken. Juist dan is een mens zo ontredderd en eenzaam. Als de wet dan alleen maar suggereert dat het om een gewone ingreep gaat, wordt geen recht gedaan aan wat de betrokkenen ervaren en beleven. Waarom dan nog raad of hulp vragen? De vragen zelf dreigen al van meet af aan niet ernstig genomen te worden. Het zal de ontreddering en de eenzaamheid alleen maar groter maken.
Dat is het gevaar waarop we willen wijzen: wanneer abortus uit het strafwetboek wordt gehaald, riskeert het een medische ingreep te worden als een andere. Het is dan geen overtreding meer in de gevallen die de wet voorziet. Het wordt een recht. Wie er vragen bij stelt of wie abortus weigert, zal zich dan moeten verantwoorden. En dat laatste geldt zowel voor de arts als voor de betrokken vrouw. Zelfs wanneer de clausule van de gewetensvrijheid wordt behouden, zal die alsmaar minder kunnen ingeroepen worden. Een medische handeling vergt immers een medische beslissing, en niet zozeer een gewetensbeslissing.
Onze samenleving heeft het steeds moeilijker met alles wat onze plannen doorkruist, met alles wat onze levenswijze verstoort. Dat geldt voor mensen die oud zijn of ziek, voor mensen die gehandicapt zijn, voor armen, vreemdelingen of mensen op de vlucht die bij ons terechtkomen. Dat geldt ook voor het ongeboren leven. In zijn encycliek Laudato Si’ zegt paus Franciscus dat dit alles met elkaar te maken heeft: Wanneer de persoonlijke en gemeenschappelijke gevoeligheid voor het ontvangen van nieuw leven verloren gaat, verdorren ook andere vormen van verwelkoming die het sociale leven ten goede komen (120).
Kardinaal Jozef De Kesel en de bisschoppen van België
Volk van Leven: Paus Franciscus tegen abortus
Paus Franciscus, 16 juni 2018:
Ik hoor dat het in de mode is, zelfs gewoon wordt, dat men in de eerste maanden van de zwangerschap onderzoeken doet om te kijken of een kind gezond is of iets heeft, en dat het eerste wat men dan zegt is: laat ons het wegdoen.
Dit is de moord op kinderen ... om zelf een rustig leven te hebben doden we de onschuldigen....We doen hetzelfde als de nazis om ons ras puur te houden, maar dan met witte handschoenen aan.
-----
Enkele dagen geleden rapporteerde het belang van limburg dat in Limburg nog slechts 1 kind met Down Syndroom werd geboren in 2017, waar dat er vroeger een tiental waren.
Ik hoor dat het in de mode is, zelfs gewoon wordt, dat men in de eerste maanden van de zwangerschap onderzoeken doet om te kijken of een kind gezond is of iets heeft, en dat het eerste wat men dan zegt is: laat ons het wegdoen.
Dit is de moord op kinderen ... om zelf een rustig leven te hebben doden we de onschuldigen....We doen hetzelfde als de nazis om ons ras puur te houden, maar dan met witte handschoenen aan.
-----
Enkele dagen geleden rapporteerde het belang van limburg dat in Limburg nog slechts 1 kind met Down Syndroom werd geboren in 2017, waar dat er vroeger een tiental waren.
maandag 11 juni 2018
Het schandaal van de begrafenis van Benjamin Herman in een Kerk
E.H. Fabrice Loiseau: 'Een Katholieke zegening voor de terrorist van Luik die zich bekeerde tot de islam, is een schandaal!'
E.H. Fabrice Loiseau, Katholiek priester, en stichter en overste van de missionarissen van de Goddelijke Barmhartigheid, is pastoor van de St Franciscus a Paulo parochie in Toulon.
De begrafenis van de islamistische terrorist van Luik, Benjamin Herman / Bakar al Belgiki, bekeerde tot de islam, had plaats in een Katholieke Kerk met de goedkeuring van de pastoor van die parochie.
Reactie voor Boulevard Voltaire van EH Fabrice Loiseau, stichter en overste van een gemeenschap die voor roeping heeft de evangelisatie, en dan op de eerste plaats onder de moslims;
De begrafenis van Benjamin Herman, de terrorist van Luik, hebben vandaag plaats. Het was een christelijke ceremonie voorgegaan door een Katholieke priester. Is die ceremonie een probleem vanuit het Katholieke standpunt, gezien Benjamin Herman zich tot de islam had bekeerd?
Natuurlijk is dat een probleem voor de Kerk. Het gaat over het ritueel voor de zegening van een gedoopte. Uitzonderlijk kan, met de goedkeuring van de bisschop, een niet gedoopte worden gezegend als die duidelijke tekenen gegeven heeft van zijn toenadering tot God. Maar daarentegen, een terrorist begraven met een Katholieke ceremonie, is uiteraard een schandaal. Dat kan niet ongemerkt voorbij gaan en ik verwacht een protest in de kerk. Waarom zouden we dan geen requiem missen houden voor Hitler als men die redenering van barmhartigheid doortrekt die niets anders is dan een verraad aan de barmhartigheid.
Nochtans kennen we het voorbeeld van de Priester van Ars die een mis opdroeg voor een zelfmoordenaar.
Maar in dat geval ging het om een persoonlijke zonde. De pastorale aanpak van de Kerk verandert daarover soms. Zelfmoord is een persoonlijke zonde, en is vaak verbonden met psychologische problemen. De Kerk is vandaag ruimer over die zaken.
De pastoor van Ars had een persoonlijke openbaring over die zelfmoordenaar. Hij had gezien dat die de tijd gekregen had om vergiffenis te vragen. Ik geloof niet dat hij een ceremonie in de Kerk heeft gehad. Hij had gezegd aan zijn echtgenote dat hij de tijd had gehad om een acte van berouw te doen. Dat ligt in het geheim van God. Ik kan die mens niet in de hel zetten.
Door een ceremonie in de Kerk te weigeren, willen we duidelijk maken dat er ernstige zaken zijn, zoals de moord op onschuldigen en dat de Kerk nooit zoiets mag aanmoedigen in geen enkel geval door een ceremonie te doen. Dat zou veronderstellen dat barmhartigheid boven de moord op onschuldigen gaat. Dat is een gebrek aan onderscheiding door die priester, en ik vrees, door de bisschop van die plaats, die me catastrofaal lijkt.
Heeft die priester het canonieke rechts gepasseerd voor de emoties van die familie?
Zeker, emotie voor de wet van de Kerk. Men had een wake moeten houden met gebeden voor de slachtoffers, en daar de jongeman in moeten insluiten die ergens slachtoffer werd van een moorddadige ideologie. Maar het gaat toch om een volwassen man. Onschuldigen vermoorden is niet zomaar iets. Het is een echte barbarij die moet worden aangeklaagd alvorens men barmhartig wil zijn tegenover een moordenaar. De barmhartigheid bevat dan uiteraard ook de erkenning van de zonde. We hebben geen enkel teken van berouw. In tegendeel, voor die man, was het doden van onschuldigen een fierheid.
Benjamin Herman komt van een Katholieke familie. Hij is bekeerd tot de islam en heeft zich geradicaliseerd tot deze misdaad. In Toulon komt u geregeld in contact met moslims van de harde lijn. Hoe legt u die bekering van Katholieken tot de islam uit?
Het zijn vaak niet-praktiserende Katholieken die niet veel informatie hebben gehad. Ze worden bekoord door de moslimgemeenschap. De moslims hebben geen schrik om voor hun geloof uit te komen. En, een zekere moslimlogica, haar politieke sociale en religieuze ambities kunnen indrukmakend zijn. Vermits onze samenleving allen een ziekmakend liberalisme aanbiedt, kan de islam aantrekken.
Een hulpbisschop van Parijs zei me dat hij sprakeloos en geschockeerd was door het aantal Katholieken dat zich bekeerd tot de islam in Katholieke scholen.
Het wordt misschien tijd dat we een beetje bewust worden van de ernst van de situatie. Voor jongeren die op zoek zijn naar een ideaal, spiritueel en transcendent, kan de islam ook haar radicale vorm erg verleidelijk lijken. Die jongeren hebben vaak een zwakke psychologie, maar niet allen. Het is al te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid bij een psychische zwakte te leggen. Het gaat hier om een moorddadige ideologie.
E.H. Fabrice Loiseau, Katholiek priester, en stichter en overste van de missionarissen van de Goddelijke Barmhartigheid, is pastoor van de St Franciscus a Paulo parochie in Toulon.
De begrafenis van de islamistische terrorist van Luik, Benjamin Herman / Bakar al Belgiki, bekeerde tot de islam, had plaats in een Katholieke Kerk met de goedkeuring van de pastoor van die parochie.
Reactie voor Boulevard Voltaire van EH Fabrice Loiseau, stichter en overste van een gemeenschap die voor roeping heeft de evangelisatie, en dan op de eerste plaats onder de moslims;
De begrafenis van Benjamin Herman, de terrorist van Luik, hebben vandaag plaats. Het was een christelijke ceremonie voorgegaan door een Katholieke priester. Is die ceremonie een probleem vanuit het Katholieke standpunt, gezien Benjamin Herman zich tot de islam had bekeerd?
Natuurlijk is dat een probleem voor de Kerk. Het gaat over het ritueel voor de zegening van een gedoopte. Uitzonderlijk kan, met de goedkeuring van de bisschop, een niet gedoopte worden gezegend als die duidelijke tekenen gegeven heeft van zijn toenadering tot God. Maar daarentegen, een terrorist begraven met een Katholieke ceremonie, is uiteraard een schandaal. Dat kan niet ongemerkt voorbij gaan en ik verwacht een protest in de kerk. Waarom zouden we dan geen requiem missen houden voor Hitler als men die redenering van barmhartigheid doortrekt die niets anders is dan een verraad aan de barmhartigheid.
Nochtans kennen we het voorbeeld van de Priester van Ars die een mis opdroeg voor een zelfmoordenaar.
Maar in dat geval ging het om een persoonlijke zonde. De pastorale aanpak van de Kerk verandert daarover soms. Zelfmoord is een persoonlijke zonde, en is vaak verbonden met psychologische problemen. De Kerk is vandaag ruimer over die zaken.
De pastoor van Ars had een persoonlijke openbaring over die zelfmoordenaar. Hij had gezien dat die de tijd gekregen had om vergiffenis te vragen. Ik geloof niet dat hij een ceremonie in de Kerk heeft gehad. Hij had gezegd aan zijn echtgenote dat hij de tijd had gehad om een acte van berouw te doen. Dat ligt in het geheim van God. Ik kan die mens niet in de hel zetten.
Door een ceremonie in de Kerk te weigeren, willen we duidelijk maken dat er ernstige zaken zijn, zoals de moord op onschuldigen en dat de Kerk nooit zoiets mag aanmoedigen in geen enkel geval door een ceremonie te doen. Dat zou veronderstellen dat barmhartigheid boven de moord op onschuldigen gaat. Dat is een gebrek aan onderscheiding door die priester, en ik vrees, door de bisschop van die plaats, die me catastrofaal lijkt.
Heeft die priester het canonieke rechts gepasseerd voor de emoties van die familie?
Zeker, emotie voor de wet van de Kerk. Men had een wake moeten houden met gebeden voor de slachtoffers, en daar de jongeman in moeten insluiten die ergens slachtoffer werd van een moorddadige ideologie. Maar het gaat toch om een volwassen man. Onschuldigen vermoorden is niet zomaar iets. Het is een echte barbarij die moet worden aangeklaagd alvorens men barmhartig wil zijn tegenover een moordenaar. De barmhartigheid bevat dan uiteraard ook de erkenning van de zonde. We hebben geen enkel teken van berouw. In tegendeel, voor die man, was het doden van onschuldigen een fierheid.
Benjamin Herman komt van een Katholieke familie. Hij is bekeerd tot de islam en heeft zich geradicaliseerd tot deze misdaad. In Toulon komt u geregeld in contact met moslims van de harde lijn. Hoe legt u die bekering van Katholieken tot de islam uit?
Het zijn vaak niet-praktiserende Katholieken die niet veel informatie hebben gehad. Ze worden bekoord door de moslimgemeenschap. De moslims hebben geen schrik om voor hun geloof uit te komen. En, een zekere moslimlogica, haar politieke sociale en religieuze ambities kunnen indrukmakend zijn. Vermits onze samenleving allen een ziekmakend liberalisme aanbiedt, kan de islam aantrekken.
Een hulpbisschop van Parijs zei me dat hij sprakeloos en geschockeerd was door het aantal Katholieken dat zich bekeerd tot de islam in Katholieke scholen.
Het wordt misschien tijd dat we een beetje bewust worden van de ernst van de situatie. Voor jongeren die op zoek zijn naar een ideaal, spiritueel en transcendent, kan de islam ook haar radicale vorm erg verleidelijk lijken. Die jongeren hebben vaak een zwakke psychologie, maar niet allen. Het is al te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid bij een psychische zwakte te leggen. Het gaat hier om een moorddadige ideologie.
zaterdag 9 juni 2018
The 'brave new world' is een grimmige engel des doods.
"Maar naar mijn gevoel is de grootste vernietiger van de vrede tegenwoordig abortus, omdat het een oorlog is tegen het kind, een direct doden van het onschuldige kind, moord door de moeder zelf.
En als wij accepteren dat een moeder zelfs haar eigen kind kan doden, hoe kunnen we dan andere mensen vertellen elkaar niet te doden? Hoe halen wij een vrouw over geen abortus te plegen? Zoals altijd moeten wij haar overhalen met liefde en herinneren wij onszelf eraan dat liefde betekent dat je bereidheid bent te geven tot het pijn doet. Jezus gaf ons zelfs Zijn leven om ons lief te hebben. (..)
Door abortus leert de moeder niet liefhebben, maar doodt zij zelfs haar eigen kind om haar problemen op te lossen.
En door abortus wordt de vader verteld dat hij geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor het kind dat hij in de wereld heeft gebracht. Die vader zal waarschijnlijk andere vrouwen in dezelfde problemen brengen. Dus abortus leidt tot meer abortus.
Elk land dat abortus accepteert, leert zijn volk niet om lief te hebben maar om geweld te gebruiken om te krijgen wat zij willen. Dit is waarom abortus de grootste vernietiger van liefde en vrede is."
En als wij accepteren dat een moeder zelfs haar eigen kind kan doden, hoe kunnen we dan andere mensen vertellen elkaar niet te doden? Hoe halen wij een vrouw over geen abortus te plegen? Zoals altijd moeten wij haar overhalen met liefde en herinneren wij onszelf eraan dat liefde betekent dat je bereidheid bent te geven tot het pijn doet. Jezus gaf ons zelfs Zijn leven om ons lief te hebben. (..)
Door abortus leert de moeder niet liefhebben, maar doodt zij zelfs haar eigen kind om haar problemen op te lossen.
En door abortus wordt de vader verteld dat hij geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor het kind dat hij in de wereld heeft gebracht. Die vader zal waarschijnlijk andere vrouwen in dezelfde problemen brengen. Dus abortus leidt tot meer abortus.
Elk land dat abortus accepteert, leert zijn volk niet om lief te hebben maar om geweld te gebruiken om te krijgen wat zij willen. Dit is waarom abortus de grootste vernietiger van liefde en vrede is."
St Moeder Theresa van Calcutta
Het belang van Limburg van vandaag, 09-06-2018, meldt met goedkeuring en trots, dat alle - behalve één - van de kinderen met Down Syndroom in ons bisdom vermoord werden in de moederschoot dit jaar. Dit schijnt een teken van vooruitgang te zijn.
Laat ons bidden voor het leven. Laat ons het heel stil maken. Laat ons bidden voor die ouders die zo verward zijn gemaakt dat ze hiermee instemmen. Laat ons bidden voor dat ene kind dat wel mocht geboren worden, dat de ouders veel steun mogen ondervinden.
En als we het heeel stil maken, dan kunnen we misschien onze bisschoppen in hun salon horen mompelen dat het misschien niet heel goed is zo... en dat misschien iemand anders dat eens zou moeten zeggen?
En wie zal de volgende zijn? Spina bifida, gespleten verhemelte, retinitis pigmentosa, ... bruine ogen?
En wie zal de volgende zijn? Spina bifida, gespleten verhemelte, retinitis pigmentosa, ... bruine ogen?
Lezing Broeder Stockman: De Eucharistie als viering van verlossing en verrijzenis.
Tekst van de lezing gehouden door Broeder Stockman op 23 mei 2018 in de Kathedraal van Hasselt, in het kader van Sacramentsdag (31 mei 2018).
Met hartelijke dank aan Broeder Stockman voor zijn komst naar Hasselt, en om te spreken voor onze kleine Sacramentsbroederschap.
Met hartelijke dank aan Broeder Stockman voor zijn komst naar Hasselt, en om te spreken voor onze kleine Sacramentsbroederschap.
De
eucharistie als viering van verlossing en verrijzenis.
Br. René
Stockman
Broeder
van Liefde
Iedere maal wij eucharistie vieren herdenken we de
dood en de verrijzenis van Christus. De
eucharistieviering is dan ook de liturgische plaats bij uitstek om de
verrijzenis van Christus te herdenken, te vieren en ons volledig door de
verrijzenis te laten grijpen. Iedere
eucharistieviering houdt een moment van herdenking in, terugdenken aan het
offer dat Jezus voor ons heeft gebracht.
Maar het houdt ook een moment van vooruitkijken naar de toekomst in,
naar het moment dat we met ons eigen leven volledig zullen mogen delen in de
verrijzenis van Jezus. Het laat ons
steeds vertrekken als mensen van de verrijzenis, gereed om de Blijde Boodschap
te gaan verkondigen en te gaan beleven in de volle werkelijkheid van ons
bestaan. Het is alsof we opnieuw horen
wat Jezus tot zijn apostelen zei op het moment van zijn hemelvaart en waarmee
we ook onze vorige bezinning hebben afgesloten: “Ga, en maak alle volkeren tot
leerling; doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, en
leer hun alles onderhouden wat Ik jullie geboden heb. Weet wel, Ik ben met jullie, alle dagen, tot
aan de voleinding van de wereld” (Mt. 28, 19-20).
Van alle gebed is het vieren van de eucharistie wel
het meest intense en meest directe gebed, omdat we rechtstreeks met de levende
Heer in contact treden via zijn aanwezigheid in de eucharistische brood en wijn
en de Heer ook echt in ons lichaam mogen ontvangen. In de communie worden we één met Hem. Het “blijf dit doen om Mij te gedenken”,
blijft dan ook een opdracht die tot ons allen uitgesproken wordt door de Heer
bij het Laatste Avondmaal en een uitnodiging om dikwijls eucharistie te vieren,
als het kan dagelijks.
In onze bezinning over de eucharistie als viering van
verlossing en verrijzenis willen we eerst stilstaan bij de bijbelse
grondslagen, zowel uit het Oude als Nieuwe Testament. Daarna zullen we de eucharistieviering als
het ware ontleden en bij ieder belangrijk moment of gebeuren even stilstaan om
er de diepere zin van te ontdekken. Ten
slotte willen we ons bezinnen hoe we aan de eucharistie een belangrijke plaats
kunnen geven in ons spiritueel leven, om zo via de eucharistie echter
verrijzenismensen te worden.
- Grondslagen
vanuit de Schriften.
Reeds op de eerste bladzijden van het Oude Testament
worden we geconfronteerd met een offer: Kaïn en Abel offeren aan God: Kaïn de
vruchten van het werk van zijn handen en Abel de eerstgeborenen van zijn beste
schapen (Gen. 4, 3-4). Onmiddellijk
wordt duidelijk hoe belangrijk het is om het offer aan de Heer met een zuiver
hart op te dragen. Het offer van Abel
wordt door God positief bejegend, terwijl het offer van Kaïn door God wordt
afgewezen. Zonder dat de tekst zeer duidelijk is mogen we veronderstellen dat
het feit de Abel de eerstgeborenen van zijn beste schapen offert een teken is
dat zijn intentie zuiverder en edelmoediger is dan dit van zijn broer
Kaïn. Het is een thema dat we in het Oude
Testament nog dikwijls zullen tegenkomen, en ook Jezus zal finaal alle belang
leggen in de zuiverheid van hart waarmee men naar het altaar gaat. Alle offers
die we daarna zullen tegenkomen tot het offer van Abraham zijn steeds bestemd om
aan God dankbaarheid te tonen: dank om bekomen gunsten, dank voor het herwonnen
leven. Het offer dat Abraham moet
opdragen, waarbij hij zijn enige zoon Isaak moet offeren, wordt door God
aangewend om het geloof van Abraham tot het uiterste op de proef te stellen: is
hij bereid zover te gaan in zijn geloof dat hij er zelfs zijn zoon wil voor
opofferen (Gen. 22). Het antwoord van
God is bevrijdend: “Ik weet nu dat u God vreest, want u hebt Mij uw zoon, uw
enige, niet willen onthouden” (Gen. 22, 12).
Exegeten zien hierin ook een duidelijke afwijzing van God van ieder
mensenoffer dat bij de omliggende volken een gewoonte was om de goden goed te
stemmen.
Het offer krijgt een nieuwe invulling met het
Paasmaal, als herinnering aan de bevrijding van het volk van Israël uit het
slavendom in Egypte. De uittocht uit Egypte
gaat gepaard met het eten van ongedesemd brood en het paaslam, waarvan het
bloed aan de deurstijlen werd aangebracht als bescherming tegen de
vernietigende hand van de engel Gods
(Ex. 12-13). Voortaan wordt dit
voor de Israëlieten een nieuw ritueel dat ieder jaar opnieuw als herinnering
aan de uittocht zal gevierd worden. Het
paaslam dat geslacht wordt en wiens bloed wordt vergoten zal ook het beeld
worden van Christus die zijn bloed vergiet op het kruis tot verlossing van
allen. In de woestijn krijgen zowel
het brood als het bloed een plaats in de rituelen van de
Israëlieten. Het manna is het brood dat
uit de hemel neerdaalt (Ex. 16) en in de wet komen er een hele reeks
voorschriften hoe men de offerrituelen moet uitvoeren. Niet minder dan 15 hoofdstukken in het boek
Deuteronomium worden gewijd aan de verschillende offerrituelen die de Joden
voortaan moeten uitvoeren om God te danken, om voor hun zonden te boeten en om
voor vrede te bidden. De eerste vruchten
worden geschonken als dankbaarheid voor de vruchtbaarheid van de aarde, het vet
van de dieren wordt verbrand om vrede te bekomen en het ganse dier wordt
geofferd om voor de zondevergeving te bidden.
De profeten zullen een pleidooi houden om deze
offerrituelen vanuit een grotere spiritualiteit uit te voeren en zich niet
louter aan de wet te houden. Zowel Amos,
Hosea, Jesaja, Jeremia en Ezechiël zijn duidelijk in hun exhortaties. We laten er een aantal klinken. “Barmhartigheid wil Ik, en geen offer, en
meer dan brandoffers, wil Ik kennis van God” (Hos. 6, 6). “Wat heb Ik aan al uw offers? Ik ben verzadigd van de brandoffers van uw
rammen en van het vet van uw mestkalveren. Ik schep geen behagen in het bloed
van stieren, lammeren en bokken” (Jes. 1, 10-11).
Een heel speciale insteek is de beschrijving van
Jesaja van de lijdende dienaar waar in profetische termen de komende Messias
wordt beschreven, die zich zelf als brandoffer op het altaar zal leggen (Jes.
52-53). “Hij heeft zijn mond niet
geopend, zoals een lam dat naar de slacht wordt geleid. En zoals een schaap dat stom is voor zijn
scheerders, heeft hij zijn mond niet geopend” (Jes. 53, 7). “Waarlijk, hij
heeft zichzelf tot een zoenoffer gemaakt” (Jes. 53, 10).
En zo zijn we bij het Nieuwe Testament beland, waar
het eucharistisch offer zoals we het nu als sacrament kennen geleidelijk vorm
krijgt als maaltijd en offer. Bij Jezus gebeurt er heel veel aan tafel en
tijdens maaltijden. Hij begint zijn
openbaar leven met het veranderen van water in wijn bij de bruiloft van Cana,
en de broodvermenigvuldiging wordt door de evangelisten uitvoerig beschreven,
met de klemtoon op de vele manden die aan brokstukken overbleven. We horen de farizeeërs morren en hem als een
gulzigaard bestempelen. “Hij eet met
zondaars….” Wijn en brood: ze moeten er
in overvloed zijn. Het is brood en wijn
dat Jezus in de hand zal nemen bij zijn laatste avondmaal. Ook dit behoorde bij de voorbereiding van het
vieren van het Paasmaal. Brood dat
samengesteld is door granen die helemaal verdwijnen in het brood en wijn door
druiven die eveneens helemaal opgaan in de wijn. Het zijn enerzijds twee basisproducten voor
de maaltijden en tegelijk beelden van zichzelf prijsgeven om leven te geven aan
anderen: graan wordt gemalen en druiven geperst om tot brood en wijn te worden,
levengevend voor velen. Jezus breekt het
brood en schenkt de wijn uit zijn beker, verschillend met wat de gewoonte was
om de wijn in kleine bekertjes te verdelen.
Hij duidt er op een symbolische wijze wat Hij met zijn eigen leven zal
doen: zijn lichaam laten breken en zijn bloed laten vergieten. En dan horen de apostelen de belangrijke
woorden: “Blijf dit doen om Mij te gedenken” (Lc. 22, 19). Ook na zijn verrijzenis zal Jezus
verschillende malen verschijnen tijdens en bij een maaltijd, en aan de
leerlingen van Emmaüs zal Hij zich speciaal laten kennen in het breken van het
brood. “Ze herkenden Hem bij het breken
van het brood” (Lc. 24, 35).
Zowel in de Handelingen van de Apostelen als in de
brieven van Paulus wordt het eucharistisch offer verder uitgeklaard en
geduid. Paulus gaat in tegen misbruiken
die ontstaan en waarbij de eucharistie verwaterd tot een loutere maaltijd. Wat de profeten deden met de offerrituelen,
zal Paulus nu doen naar het offergebeuren dat Jezus instelde bij het Laatste
Avondmaal: het spiritualiseren, verinwendigen.
“De beker van de zegening, die wij zegenen, geeft ons gemeenschap met
het bloed van Christus. En het brood dat wij breken, geeft ons gemeenschap met
het lichaam van Christus. Omdat het één
brood is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allemaal hebben wij deel
aan het ene brood” (1 Kor. 10, 16-17).
Graag verwijzen we nog naar het bijzondere bij de
evangelist Johannes, die de instelling van de eucharistie niet beschrijft in
zijn evangelie, maar wel de voetwassing.
Het is alsof hij ons wil zeggen dat we in de geest van dienstbaarheid
eucharistie moeten vieren. Het is dan
ook treffend dat juist op Witte Donderdag dit heel speciaal een plaats krijgt
in de liturgie en het eucharistisch gebed voorafgaat. Eenmaal men als een dienaar de voeten van de
medemens heeft gewassen, is men in de goede gesteltenis om het brood te breken
en de beker te delen. Tegelijk zal
Johannes een lange rede neerschrijven over het brood, die als de Eucharistische
rede wordt beschouwd. Jezus beschrijft
er zichzelf als het brood dat uit de hemel is neergedaald.
Terwijl de schrijver van de Hebreeënbrief nog eens de
band legt met de vroegere hogepriesters, met Melchisedek en met Jezus, om zowel
de gelijkenissen als de verschillend aan te duiden, zal Petrus in zijn eerste
encycliek ons allen oproepen om steeds naar de kern van het verlossingsgebeuren
terug te keren: “U bent verlost door het kostbaar bloed van Christus, het lam
zonder vlek of gebrek, dat uitverkoren was voor de grondlegging van de wereld,
maar pas op het einde van de tijden in verschenen, omwille van u. Door Hem gelooft u in God, die Hem uit de
doden heeft opgewekt en Hem de heerlijkheid gegeven heeft; daarom is uw geloof
in God tevens hoop op God” (1 Petr. 1, 19-21).
- De
eucharistie als weg tot heiliging.
Bij het tweede deel van deze bezinning verwijzen we
graag naar de verschillende documenten die vanuit het magisterium over de
eucharistie werden aangeboden en die ons echt een bron van inspiratie bieden om
dieper in het mysterie van de eucharistie in te dalen. We denken hier aan de
encycliek van Paus Johannes Paulus II: “Ecclesia de Eucharistia” uit 2003, die
een echte fundamentele tekst is; de instructie “Redemptionis Sacramentum”,
waarin duidelijke richtlijnen worden gegeven hoe men op een waardige wijze de
eucharistie moet vieren (2004), de Apostolische brief naar aanleiding van het
Jaar van de Eucharistie “Mane Nobiscum Domine” (2004), eveneens van Paus
Johannes Paulus II en de postsynodale exhortatie van Paus Benedictus XVI
“Sacramentum caritatis” van 2007. We maken ook dankbaar gebruik van het zeer
leesbare boekje van de predikant van het Pontificale huis, Pater Cantalamessa
die in acht bezinningen een mooi overzicht geeft van de verschillende aspecten
van de eucharistie.
Voor een deel in lijn met het Oudtestamentische
paasmaal kunnen we ook de eucharistie zien als enerzijds een herinnering aan
een gebeuren in de geschiedenis en anderzijds als een vooruitblik naar wat
komen zal. Was het paasmaal een
vooruitblik naar de komst van de Messias, in de eucharistie zien we uit naar de
definitieve wederkomst van de Messias.
Maar de eucharistie is meer dan een herinnering en een vooruitblik: het
is ook een gebeuren in het heden, waarbij het offer van Christus niet alleen herdacht
maar ook effectief opnieuw volbracht wordt.
Het is een sacrament waarin zowel het moment van het Laatste Avondmaal
opnieuw wordt gevierd als het offer van Jezus op het kruis. Met de synoptici gedenken we vooral het
laatste avondmaal, wanneer Jezus woordelijk zijn offer duidde en met Johannes
de kruisdood van Jezus, het moment dat Jezus zijn offer voltrok. Er is een mooie Negro spiritual waarin
gezongen wordt: “Was je daar wanneer ze Jezus kruisigden?” In de eucharistie kunnen we het uitzingen: “Ja,
we zijn er op het moment zelf dat Jezus zich voor onze zonden prijsgeeft”.
De eucharistie kan gezien worden als het hart en de
zon van de Kerk, ja zelfs van het ganse heelal.
We zouden kunnen zeggen dat de Kerk dit weet, terwijl het heelal dit alleen
maar kan vermoeden. Het is de
eucharistie die de kerk maakt, en de kerk is de eucharistie. Het is derhalve ook het centrum en de zon van
ons gebed. Alles centreert zich tot dat gebeuren bij het laatste avondmaal,
waarbij Jezus het brood nam, het brak en het gaf aan zijn leerlingen en er de
veelzeggende woorden aantoevoegde: “Dit is mijn lichaam” (Mt. 26, 26). In het breken van het brood breekt Jezus zijn
eigen leven. In het breken van het brood
toont Jezus zijn totale gehoorzaamheid aan de Vader, gehoorzaamheid die als een
refrein werd door gans zijn leven, de kenosis die zo mooi in de Christushymne
van Paulus wordt bezongen (Fil. 2, 6-11).
Maar Hij geeft het brood aan zijn leerlingen, Hij nodigt daarmee zijn
leerlingen uit om deelachtig te worden aan zijn offer. Wij worden uitgenodigd om zoals Jezus het
brood van ons leven te breken en het te delen met anderen, om helemaal in
dezelfde gesteltenis van Jezus te treden.
Met het delen van de beker en het uitspreken van de woorden over zijn
bloed duidde Jezus duidelijk op zijn dood. Hij zal zijn bloed vergieten, en ook
wij worden uitgenodigd bij het drinken uit dezelfde beker en van dezelfde wijn
om ons leven te geven, ons bloed te vergieten voor het welzijn van onze
medemensen. Onze tijd, onze gezondheid,
onze energie, onze gevoelens: alles willen we offeren en aanbieden voor het
welzijn van onze medemensen en tot glorie van de Vader. Wat Jezus bij het Laatste Avondmaal zei aan
zijn apostelen herhaalt Hij met dezelfde woorden iedere keer dat we participeren
aan de eucharistieviering, en met de apostelen worden we uitgenodigd om
deelachtig te worden aan zijn offer.
Eucharistievieren is dus nooit een vrijblijvende aangelegenheid! Het engageert ons ten volle als mens en als
christen om in de voetsporen van onze Meester te stappen.
Iedere Eucharistie begint met het beluisteren van het Woord.
Het Woord was ook het eerst in de Bijbel, want God was het Woord. Het eerste wat we van God vernemen is dat Hij
sprak, en het was er (Gen. 1). De
mystieke Johannes opent er zijn evangelie mee: “In het begin was het woord, en
het woord was bij God, en het woord was God” (Joh. 1, 1). Het is ook wat de leerlingen van Emmaüs
mochten ervaren: ze waren eerst gegrepen door het woord van de onbekende
tochtgenoot. Het is wellicht één van de
sterkste punten van Vaticanum II dat men de dienst van het Woord zo
opgewaardeerd heeft, als een duidelijk eerste deel van de eucharistieviering
waarin de volle participatie van alle gelovigen wordt gevraagd en verwacht. Allen worden uitgenodigd om eerst naar het
Woord van de Heer te luisteren en het in hun hart te laten afdalen. We moeten infeite iedere eucharistieviering
starten met een lectio divina. Dan pas
kunnen we ons geloof uitspreken, niet als een loutere formule, maar als een
echte belijdenis, uitgesproken met liefde en uit overtuiging. Ja, we zijn bereid, na het beluisteren van
het Woord, ons in volle vertrouwen aan de Heer over te geven. Na deze geloofsbelijdenis, die op speciale
dagen op een bijzondere wijze kan worden uitgesproken, als een herinnering aan
ons doopsel waar we duidelijk kozen voor God en ons afkeerden van het kwade,
openen we onze handen om te offeren:
onze voorbeden, ons leven, de vruchten van ons werk, gesymboliseerd in het
brood en de wijn dat op het altaar wordt gebracht. Al onze gebeden voor onszelf, voor de mensen
in nood, voor de ganse kerk en de ganse wereld, worden op de offerschaal
gelegd, zoals Jezus ook al de zorgen, zonden en lijden van de mensen op zich
nam en meenam op het kruis. Altijd ben
ik getroffen door deze luttele woorden die de priester uitspreekt wanneer hij
een druppel water bij de wijn voegt: “Water en wijn worden één, Gij deelt ons
mens-zijn en neemt ons op in uw goddelijk leven”. We worden hier als het ware meegesleurd in die
opwaartse beweging op het kruis. We
herinneren op een bijzondere wijze de woorden van Ireneus: “God werd mens,
opdat de mens God zou worden”. Wat 2000
jaar geleden gebeurde op Golgota zal nu opnieuw gebeuren in onze realiteit: dat
Jezus ons hele leven opneemt, meeneemt op het kruis en ons verlost, het
perspectief op de eeuwigheid voor ons opent. Het eschatologisch perspectief van
de eucharistieviering komt hier reeds in het zicht.
In sommige riten komt de vredewens vooraleer men het
offergebed zal uitspreken. Men wordt
gevraagd om zich te verzoenen vooraleer men de gaven op het altaar brengt. Het heeft zin, maar ook de vredewens voor de
communie duidt op die band tussen onze communie met de Heer en de communie met
de medemens. Onze communie met de Heer
wordt maar volwaardig als we ook in communie leven met de medemens, en de
communie met de Heer versterkt onze communie met de medemens.
Vooraleer de priester de woorden van de instelling van
de eucharistie herhaalt, bidt hij de
Heilige Geest. Het is inderdaad de
Heilige Geest die het brood en de wijn tot Lichaam en Bloed van Jezus zal
omvormen. Opnieuw kennen we riten waar
de consecratie gebeurt na het uitspreken van de woorden, bij het herhaaldelijk
afsmeken van de Geest dat Hij aanwezig zou komen in hetgeen we aan God hebben
opgedragen.
Ons geloof in de ware aanwezigheid is toch wel
essentieel bij het vieren van de eucharistie. Anders wordt het een gewone
maaltijd rond de tafel van de Heer, zoals in de meeste protestantse kerken
wordt gevierd. Voor ons katholieken is
de ware aanwezigheid via de transsubstantiatie een belangrijk geloofspunt, dat
doorheen de tijden regelmatig bevraagd werd, maar waar de Kerk steeds opnieuw
haar bevestiging heeft over uitgesproken, zich louter baserend op de woorden van
Jezus zelf: “Dit is Mijn Lichaam, dit is Mijn bloed”. Indien Jezus dit als een symbool had willen
aanreiken, dan had Hij gezegd: “Dit is als mijn lichaam, dit is als mijn
bloed”. Het is spijtig dat er vandaag
zelfs priesters zijn die niet geloven in de ware aanwezigheid van Jezus in het
sacrament van het altaar. Op welke wijze
vieren deze dan eucharistie? Ons geloof
in de ware aanwezigheid zal zich juist ook uiten in de eerbied die we hebben
naar het tabernakel toe, waar de geconsacreerde hostie wordt bewaard. Ons knielen, buigen en aanbidden zijn de
enige passende houdingen die we in de kapel of kerk kunnen tonen. Het stoort me dan ook enorm wanneer in
sommige kerken voor en na de eucharistie er lustig gepraat wordt, of zelfs een
tas koffie wordt gedronken. Een sacrale
ruimte moeten we sacraal houden en niet desacraliseren door allerlei
activiteiten die niets met de eredienst te maken hebben. Gaan we dan de wettische toer op, waartegen
de profeten en Jezus zelf hebben geprotesteerd?
Ik denk van niet, en laat ons toch niet vergeten dat Jezus op een
bepaald moment de marktkramers uit de tempel joeg met de woorden dat het huis
van zijn Vader geen marktplein is.
Op het moment van de communie treden we in volle aanwezigheid van de Heer, of beter, komt
de Heer is zijn volle werkelijkheid tot en in ons. Op dat moment wordt bewaarheid wat Jezus in
het evangelie van Johannes zo mooi uitdrukt: “Laten we met elkaar verbonden
blijven, jullie en Ik “ (Joh. 15, 4). Jezus
heeft gekozen voor brood en wijn om op een fysieke manier in ons aanwezig te
kunnen komen. Het is het zoveelste teken
van zijn kenosis: Hij gewaardigde zich niet alleen om zijn godheid opzij te
zetten om mens te worden, hier zette Hij zelfs zijn mens-zijn opzij om aanwezig
te komen in een stuk brood en een druppel wijn.
De incarnatie gaat verder, nu niet alleen door en in Maria, maar ook in
ons. Het is dan ook het moment suprême
van het gebed: bidden tot de Heer die in onze intimiteit komt. Het is als een voorsmaak van de hemel, waar
we voortdurend zullen mogen leven voor Gods aanschijn. Opnieuw moeten we hier aandringen op het
belang om deze tijd echt als gebed te nemen en het een moment van stilte te
maken, zonder zang of muziek. De
dankzegging na de communie zou in de grootste stilte moeten kunnen
gebeuren. Het is het moment van diepe
contemplatie, de vierde stap van de lectio divina die we bij de dienst van het
Woord hebben aangevangen. We hebben
geluisterd naar het Woord bij de lezingen, we hebben gemediteerd over het Woord
tijdens de homilie, we hebben het Woord gebeden tijdens het offerandegebed en
het eucharistisch gebed en nu is het moment aangebroken van de
contemplatie. Een mooi gebed dat hier
zeker passend is, is het Magnificat van Maria, omdat we ons bij de communie in
dezelfde gesteltenis bevinden als Maria bij de boodschap van de Engel, toen zij
Jezus als een vrucht in haar schoot mocht ontvangen. Ook wij mogen bij de communie Jezus in ons
lichaam ontvangen. Opnieuw mogen we met
Ireneus herhalen: “God werd mens in ons, opdat wij met God God mogen
worden”. De afscheidswoorden van Jezus
opgetekend door Mattheus worden in de communie even heel sterk bewaarheid:
“Weet wel, Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld”
(Mt. 28, 20). Hoe zinvol is het om als
gemeenschap rond het altaar te komen om het eucharistisch brood te mogen
ontvangen. Communie met de Heer
versterkt ook onze communie met elkaar, zoals we voorheen reeds aanbrachten.
Jezus gaf brood en wijn aan zijn leerlingen. Wij
ontvangen dikwijls alleen het brood. In
de liturgie in de orthodoxe kerk is er steeds de communie onder de twee
gedaanten. Daarom is het zinvol om ook bij ons bij
bepaalde gelegenheden onder de twee gedaanten te kunnen communiceren, om zo ten
volle als de leerlingen van Jezus te delen in het lichaam en bloed van Jezus:
het lichaam dat gebroken wordt en het bloed dat vergoten wordt.
“Meteen stonden ze van tafel op en gingen terug naar Jeruzalem” (Lc. 24,
33). We spreken hier van de leerlingen
van Emmaüs. Het is met dezelfde
gezwindheid dat we zullen opstaan om vanuit de intense communie met de Heer
Jezus naar de medemens te gaan, in de wereld, om daar de blijde boodschap te
verspreiden: door onze woorden en vooral door onze werken en de uitstraling van
gans ons leven. Iedere
eucharistieviering roept ons op tot dienstbaarheid, de dienstbaarheid die Jezus
zo sterk heeft getoond bij het wassen van de voeten van zijn leerlingen. De leerlingen verstonden op het moment zelf
niet wat Jezus met deze handeling bedoelde: “Wat Ik doe, daar heb je nu geen
begrip van; later zul je het begrijpen” (Joh. 13, 7). Vandaag begrijpen we dat
ten volle. Het is de diaconie waartoe
Jezus ons oproept en waartoe we ook worden opgeroepen telkens we op het einde
van de eucharistie worden “weggezonden” of beter uitgezonden. We worden uitgenodigd om de communie die we
met de Heer mochten beleven nu ook verder te beleven met onze medemensen, en
Jezus ook in hen te ontmoeten, te herkennen en te beminnen. De dienst aan God moet uitmonden in de dienst
aan de armen. Sommigen zullen de
communie letterlijk meedragen om ze aan een zieke medemens te geven; wij zullen
de communie in ons hart meedragen en vanuit ons hart laten schijnen op de
medemens. Hier wordt echt spiritualiteit
geboren: het schijnen van Gods liefde in de wereld, om het met de woorden van
Newman te herhalen.
“Maranatha”,
kom Heer Jezus zingen we in de advent, reikhalzend uitkijkend naar Kerstmis, de
eerste komst van de Heer. Op het einde
van iedere eucharistie mogen we eveneens “Maranatha” zingen, ditmaal uitkijkend
naar de wederkomst op het einde van de tijden.
Het is een dimensie die we misschien wat verloren hebben, en die in de
voor-conciliaire liturgie een speciale invulling kreeg met de lectuur van het
evangelie van Johannes waar juist dit aspect werd belicht. Iedere eucharistie, zoals we het in het begin
aanhaalde, heeft immers ook een eschatologische dimensie in zich: een
reikhalzend vooruitkijken naar de wederkomst van de Heer. “Totdat Hij komt”, bidden we onmiddellijk na
de consecratie. Ons hele leven is als
een pelgrimstocht, op weg naar het beloofde land. We leven in één grote permanente exodus, en
iedere eucharistie opent voor ons opnieuw dit grote perspectief van onze
eindbestemming; het doet ons herinneren dat we hier slechts op doortocht zijn,
dat we hier geen blijvende tenten mogen bouwen, dat we niet alles op het
zichtbare en tastbare mogen bouwen. “Zij
die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan, want de wereld die wij
zien gaat voorbij” (1 Kor. 7, 31), om het met Paulus te herhalen.
Iedere eucharistie is inderdaad een maaltijd, waar de
Heer ons uitnodigt om onze dagelijkse beslommeringen even opzij te zetten om
met Hem aan tafel te gaan en tegelijk gemeenschap te vieren met elkaar. Maar het is meer dan een maaltijd. Het is ook
een offer waarin Christus zich opnieuw offert.
Het is een herinnering aan wat op Golgota gebeurde, maar meer dan een
herinnering. Christus brengt in het heden
van ons leven wat ooit in het verleden gebeurde, en Hij brengt het in volle
werkelijkheid: in zijn en in onze werkelijkheid. En we vergeten nooit het eschatologisch
aspect van het eucharistische offermaal, waarbij onze ogen naar onze ware
bestemming worden gericht, het moment dat Christus zal terugkomen en het moment
dat ik in Christus tot voltooiing zal mogen komen. Het komt er dus op aan om deze drie aspecten
van de eucharistie nooit van mekaar te scheiden maar ze steeds samen te houden:
maaltijd, offer en eschatologie.
- Een
eucharistische spiritualiteit.
Voor dit derde deeltje vonden we ruime inspiratie in
het prachtige boekje van Henri Nouwen: “Ons dagelijks brood”, waarin de
schrijver de leerlingen van Emmaüs op de voet volgt.
De Emmaüsgangers leren ons dat we naar de eucharistie
mogen en moeten gaan vanuit en met onze
volle werkelijkheid. Twee mensen die
een zware verliessituatie amper te boven komen.
Teleurgesteld trekken ze weg uit Jeruzalem waar het allemaal
gebeurde. Ze voeren zwartgallige
gesprekken, waaruit alle hoop lijkt te zijn weggetrokken. Hoe dikwijls bevinden
we zelf ons niet in dergelijke situatie. We hebben een verliessituatie
doorgemaakt of we zijn zwaar teleurgesteld in wat medemensen, misschien zelfs
vrienden ons hebben aangedaan. Het
kunnen ook onze zonden zijn die zwaar op ons geweten leven. We proberen het goede te doen, maar telkens
worden we overweldigd door het kwade en worden we tot zonde aangezet. Het is het verhaal van ieder van ons. Wat doen we ermee? Het wegstoppen, een schuldige buiten ons
zoeken, misschien God zelf de schuld geven van wat ons overkomt? We kunnen er ook ermee voor God verschijnen,
zoals de Emmaüsgangers worden uitgenodigd wat hen op het hart ligt te delen met
de toevallige tochtgenoot. Zo mogen we
iedere eucharistie aanvangen: wat ons hart bezwaard vertrouwvol in Gods handen
leggen en het aan Hem toevertrouwen met een vraag voor troost, voor vergeving, een
vraag om zijn ontferming. In het Kyrie
Eleison erkennen we ons eigen aandeel in de zondigheid van de wereld en we
maken ons hart klaar om Gods genade te ontvangen. Het wordt de genade van de vergeving. Iedere eucharistie nodigt ons uit tot
bekering. We worden gevraagd om ons te
bekeren tot God, maar ook tot onze medemens met wie we in onmin leven. “Dus als je je offergave naar het altaar
brengt, en je herinnert je daar dat je broeder iets tegen je heeft, laat dan je
offergave daar voor het altaar achter, en ga je eerst met je broeder verzoenen,
en kom dan terug om je offergave te brengen” (Mt. 5, 23-24). Of om het met Paulus te zeggen: “Iedereen
moet zichzelf onderzoeken alvorens van het brood te eten en uit de beker te
drinken” (1 Kor. 11, 28).
Het is in plechtige eucharistievieringen dat we na
onze zondebelijdenis en een uitdrukkelijk woord van vergeving het gloria mogen
aanheffen om Gods lof te zingen. Voor
het Kyrie waren we daartoe niet in staat, maar na het ontvangen van Gods
vergeving loopt ons hart over van vreugde en vrede. “Eer aan God in den hoge en vrede op aarde
aan de mensen die Hij liefheeft.”
Daarna komt het moment van luisteren. Zoals de Emmaüsgangers willen we luisteren naar onze
Tochtgenoot, naar het Woord dat Hij ons wil brengen. De Tochtgenoot brengt woorden van
bemoediging, opent de ogen van de twee teleurgestelde leerlingen voor wat er
echt gebeurde en wat de betekenis ervan is.
In het Oude Testament worden de lezingen ingezet met de veelzeggende en
krachtige uitnodiging: “Luister”. Dat is
wat we moeten doen tijdens de Woorddienst: luisteren naar het Woord van God. In de liturgie is er alleen maar ruimte voor
het Woord van God en moeten we vermijden er onze eigen verhalen kwijt te
willen. Het Woord is krachtig want het
is goddelijk! En het is met goddelijke kracht dat het de droefheid in ons hart
kan wegnemen, ons kan confronteren met de verschillende facetten in ons leven,
ons vooral confronteert met de lagen in onszelf die we misschien het liefst
afgesloten laten. De lectio divina
begint met de lectio, met de lectuur en het actief beluisteren van het Woord
van God. Het is belangrijk dat we dit
Woord kunnen voorbereiden en tijd nemen om er verder over na te denken, het
laten bezinken in ons hart. Want daar is
het de plaats waar het uiteindelijk moet terechtkomen. Wanneer we het Woord alleen maar vluchtig
horen tijdens de eucharistieviering zonder voorbereiding en zonder de ruimte om
tot bezinning te komen, dan zal het maar weinig vruchten afwerpen. De Emmaüsgangers zijn één en al aandacht, ze
stellen vragen, en wanneer het verhaal naar zijn einde loopt willen ze nog meer
vernemen. “Blijf bij ons, want het is
bijna avond en de dag loopt al ten einde” (Lc. 24, 29). We moeten het Woord dat we ontvangen in de
liturgie met ons meenemen gedurende de dag en ermee de avond ingaan. Weten we
’s avonds nog wat we tijdens de eucharistieviering ’s morgens hebben
meegekregen als Woord van God? Het is
een goede oefening om ons daarover zo nu en dan eens te bevragen. Nouwen zegt het mooi: “Het woord van de
Eucharistie maakt ons tot deelgenoot van de grotere heilsgeschiedenis. Onze eigen kleine geschiedenis wordt
omhooggeheven naar Gods grote geschiedenis en krijgt daar een unieke plaats.
Het woord tilt ons op en doet ons zien dat ons dagelijkse, gewone leven in
feite een geheiligd leven is, dat een onmisbare rol speelt in de vervulling van
Gods beloften”.
Na het woord van vergeving en het aandachtig
beluisteren van het Woord dat de Heer ons wil meegeven, zijn we gereed om echt
in relatie met Hem te treden. “Blijf bij
ons”. De gast die ze uitnodigen zal nu hun gastheer worden en hen aan tafel
uitnodigen. De rollen worden omgekeerd:
wij gingen eerst naar de Heer, nu komt Hij tot ons, en wel op de meest
volledige wijze mogelijk, werkelijk aanwezig in het brood en de wijn die wij
Hem aanbieden. Zoals reeds aangegeven
zijn we nu gereed om ons geloof in Hem uit te spreken. Dit is meer dan een loutere formule, maar een
uitdrukking van onze liefde, van ons vertrouwen, van ons geloof. Mensen die dagelijks de rozenkrans bidden
starten meestal met deze geloofsbelijdenis.
Het is een echt gebed waarmee we ons in de goede richting zetten en ons
bereid verklaren om Gods liefde ten volle in ons te laten treden. Vanaf nu start één grote opgang naar het
topmoment van iedere eucharistieviering: de consecratie, het moment waarop de
Heer zelf wezenlijk treedt in wat wij Hem vanuit onze armoede aanbieden: een
stukje brood en enige druppels wijn. We
hebben Gods aanwezigheid mogen ervaren in het Woord, nu mogen we zijn
aanwezigheid op een nog sterkere wijze ervaren in het Brood en de Wijn, dat we
bewust met een hoofdletter schrijven.
Want ons geloof in de werkelijke aanwezigheid is substantieel en
fundamenteel, daar mag niet aan geraakt worden.
Anders halen we het hart uit de eucharistieviering en wordt het nog
louter een maaltijd rond de tafel van de Heer.
Op het moment dat de leerlingen de Heer herkennen bij het breken van het
brood, verdwijnt Hij voor hun ogen (cfr. Lc. 24, 31). Hetzelfde gebeurt bij de consecratie: de Heer
die we beluisterden in het Woord en die we aanbaden tijdens onze
geloofsbelijdenis en de offerande, verdwijnt in het brood en de wijn, en
voortaan worden we uitgenodigd Hem te zien en te aanbidden zonder Hem te zien,
alleen in het brood en de wijn dat Hij voor ons heeft gebroken en
vergoten. Het wordt een zien zonder te
zien. Dat is geloven: zien zonder te
zien. Op het moment dat we uiteindelijk
deelachtig mogen worden aan het leven van Jezus bij het nuttigen van zijn Lichaam
en het drinken van zijn Bloed passen grote dankzegging, stilte en diepe
vreugde. De dankzegging na de communie
is het meest innige gebed dat we kunnen bidden.
Ons gebed wordt een ons mateloos openstellen voor Gods aanwezigheid met
zijn liefde in ons. We treden hier in de contemplatie zoals vroeger reeds
aangegeven, de belangrijkste beweging in onze lectio divina. Hoe zouden we moeten verlangen om dit in de
tijd te laten duren en het niet te laten verstoren door nog een mondeling
gebed, mededeling of lied. In vele van
onze liturgische vieringen hebben we de stilte verleerd. Wanneer de priester
iets langer wacht na de communie vooraleer het laatste gebed te bidden en het
volk te zegenen, denkt men al vlug dat hij verstrooid is en horen we schorre
kelen kuchen en ongeduldige stoelen schuiven. Tijdens onze dankzegging kan
alleen maar plaats zijn voor vreugde omdat we waardig bevonden zijn om de Heer
zelf in ons hart te mogen ontvangen.
Alle pijn, onzekerheid, teleurstelling die we bij de aanvang van de
eucharistie nog met ons meedroegen zou hier volledig moeten kunnen
verdwijnen. Wanneer de Heer in ons woont
is er geen plaats meer voor pijn, lijden en teleurstelling, want zijn
aanwezigheid is hartverwarmend. “Was het
niet hartverwarmend zoals Hij onderweg met ons sprak en de schriften voor ons
opende?” (Lc. 24, 32).
Het is met deze vreugde dat we nu op weg mogen gaan en
uitgezonden worden om deze vreugde uit te dragen. Tijdens de offerande hebben we voor onze
medebroeders en medezusters in nood gebeden, nu zijn we gereed om hen ook
effectief te helpen. Iedere gemeenschap
met de Heer vloeit uit in dienstbaarheid voor zijn mensen. Maar het is wel typisch dat we niet zomaar
individueel worden weggezonden, maar als gemeenschap, en het is vanuit die
gelovige gemeenschap dat we ons dienstwerk mogen aanvatten. Dit geldt toch wel in het bijzonder voor een
religieuze gemeenschap die samen eucharistie viert en na deze viering nog samen
de maaltijd neemt om dan ieder op zijn of haar wijze aan zijn of haar missie te
beginnen. Zo wordt het dienstwerk een
dienstwerk dat dubbel gedragen wordt: door de Heer, want we worden vanuit en met
zijn aanwezigheid gezonden en door onze leefgemeenschap, noem het
parochiegemeenschap of religieuze gemeenschap, waar we steeds steun en
inspiratie weten te vinden en met wie we samen Gods aanwezigheid hebben mogen
ervaren.
We kunnen deze bezinning niet afsluiten zonder een
woord te zeggen over de eucharistische
aanbidding. Deze kan verschillende
vormen aannemen. Vooreerst is er de mogelijkheid om een persoonlijke aanbidding
te houden voor het tabernakel. Kunnen we
in de loop van de dag momenten inbouwen waar we even passeren in de kerk om er
de Heer te groeten, even met Hem te verwijlen, zijn Woord dat we ontvingen in
herinnering te brengen en opnieuw de vreugde te smaken die we mochten ontvangen
wanneer de Heer in ons hart aanwezig kwam.
Op sommige plaatsen werd de altijddurende aanbidding
ingesteld, waarbij in een zijkapel van de kerk het Heilig Sacrament dag en
nacht is uitgesteld. Het is passend dat
er steeds iemand aanwezig is om zo er zo echt een altijddurende aanbidding van
te maken. Wanneer we in de mogelijkheid
zijn en daartoe de tijd hebben kunnen we aansluiten bij deze altijddurende
aanbidding.
Besluit.
Het is de eucharistie die de Kerk maakt, en de Kerk is
eucharistie. Met deze zin willen we deze
bezinning afsluiten en het woord “Kerk” door “ons gebed” vervangen. Het mag onze wens zijn dat de ganse
dynamische gebedsbeweging die we in de eucharistie mogen ontdekken, ons
persoonlijk gebed mag beïnvloeden en dat zo ons gebed steeds meer door de
eucharistie mag worden gekleurd.
Bibliografie.
-
Nouwen, Henri, Ons dagelijks brood. Een overweging
over het Eucharistisch leven. Tielt,
Lannoo, 1995, pp. 79.
-
Cantalamessa,
Fr. Raniero, The Eucharist, our sanctification.
Mumbai, Saint Paul Press, 2007,
pp. 134.
-
Benedictus XVI, Paus, Sacramentum caritatis. Postsynodale exhortatie, 2007, pp. 59.
-
Johannes Paulus II, Paus, Mane Nobiscum Domine, apostolic
letter. Rome, ed. Vaticana, 2004, pp.
86.
-
Constitutie over de heilige liturgie. Amersfoort, Katholiek archief, 1966, pp. 95.
-
Johannes Paulus II, Paus, Ecclesia de
Eucharistia. Encycliek. Oegstgeest, Stichting R.K. Voorlichting,
2003, pp. 58.
-
Cothenet, Edouard, L’eucharistie au coeur des Ecritures. Paris, Salvator, 2016, pp. 223.
-
Rutumbu, Juvénal, Demeurer en Lui, malgré tout. Arlon, Demdel, 2016, pp. 220.
Abonneren op:
Posts (Atom)