zaterdag 26 februari 2022

De dictatuur van het relativisme in Antwerpen.

Sinds enige tijd is er opnieuw een Dominicaanse gemeenschap verbonden aan de St Paulus Kerk in Antwerpen. Dominicanen zijn al 800 jaar de predikheren van de Kerk bij uitstek: constant bestuderen zij de leer van de Kerk om die zo goed mogelijk en duidelijk voor te stellen aan de gelovigen. Daarom worden ze vaak de waakhonden van de Kerk genoemd. Veritas is hun moto, omdat ze in hun theologische studie steeds op zoek zijn naar de Waarheid. Niet voor niets is hun logo zwart-wit. 

Maar dat is duidelijk niet aan alle dominicanen besteed. Onderstaande preek komt uit Antwerpen. Het is een krachtig pleidooi voor relativisme. Voor de reductie van Jezus Christus tot een van de vele profeten van deze wereld. Voor een ontkenning van de Christelijke openbaring. 

Precies wat de Heilige Johannes Paulus II beschrijft in Dominus Iesus, geschreven door de Congregatie van de Geloofsleer in het Heilig Jaar 2000: 

'De voortdurende missionaire verkondiging van de Kerk wordt tegenwoordig bedreigd door relativistische theorieën, die het religieuze pluralisme niet slechts de facto, maar ook de iure (of in principe) willen rechtvaardigen. Als gevolg daarvan worden waarheden beschouwd als achterhaald, zoals bijvoorbeeld het definitieve en volledige karakter van de openbaring van Jezus Christus, de aard van het christelijke geloof in verhouding tot de innerlijke overtuiging in de andere religies, de inspiratie van de boeken van de Heilige Schrift, de personele eenheid tussen het eeuwige Woord en Jezus van Nazareth, de eenheid van de heilsorde van het vleesgeworden Woord en de Heilige Geest, de uniciteit en de heilbrengende universaliteit van Jezus Christus, de universele bemiddeling van het heil door de Kerk, de onscheidbaarheid - zij het in onderscheid - tussen het rijk van God, het rijk van Christus en de Kerk, de subsistentie van de ene Kerk van Christus in de katholieke Kerk.'

'De gelovigen zijn ertoe gehouden te belijden dat er een historische, in de apostolische opvolging gewortelde continuïteit bestaat tussen de door Christus gestichte en de katholieke Kerk: "Dit is de enige Kerk van Christus. (...) Onze Verlosser heeft haar, na zijn verrijzenis, aan Petrus als herder toevertrouwd. Aan hem en aan de andere apostelen heeft Hij haar uitbreiding en leiding opgedragen. Haar heeft Hij voor eeuwig opgericht als pijler en grondslag van de waarheid'

'Deze verklaring [Dominus Iesus], waarin enkele geloofswaarheden opnieuw in herinnering worden gebracht en uitgelegd, wil het voorbeeld van de apostel volgen, die aan de gelovigen in Korinthe schrijft: "Want vóór alles heb ik u overgeleverd, wat ook ik ontvangen heb" (1 Kor. 15, 3). Met het oog op enkele problematische of ook onjuiste theorieën wordt het theologisch onderzoek ertoe opgeroepen het geloof van de Kerk opnieuw te beklemtonen en overtuigend en indringend rekenschap af te leggen van haar hoop.

Toen zij spraken over het thema van de ware godsdienst, stelden de Vaders van het Tweede Vaticaans Concilie vast: "Deze enige en ware godsdienst bevindt zich in de katholieke en apostolische Kerk, die van de Heer Jezus de opdracht heeft ontvangen deze godsdienst aan alle mensen te verkondigen, toen Hij tot de apostelen zei: 'Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden alles wat Ik u bevolen heb' (Mt. 28, 19-20). Van hun kant zijn alle mensen ertoe gehouden de waarheid, vooral wanneer deze betrekking heeft op God en op zijn Kerk, te zoeken en haar, zodra zij haar kennen, aan te nemen en te bewaren."

De openbaring van Jezus Christus zal in de geschiedenis "de ware leidster" voor de hele mensheid blijven: "De waarheid, die Jezus Christus is, blijkt nodig als universele autoriteit." Het christelijke mysterie overwint iedere afgrenzing van tijd en ruimte en brengt de eenheid van de mensenfamilie tot stand: "Van verschillende plaatsen en tradities zijn allen er in Christus toe geroepen, aan de eenheid van de familie van Gods kinderen deel te hebben. (...) Jezus haalt de scheidingsmuren omlaag en voltrekt de vereniging op een unieke, verheven manier door de deelname aan zijn mysterie. Deze eenheid is zo diep, dat de Kerk met de heilige Paulus kan zeggen: 'Jullie zijn dus geen vreemden meer, zonder burgerrecht, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God''

Maar dit is duidelijk niet de leer die de Dominicanen in Antwerpen aanhangen. In plaats daarvan komt flower-power-theologie: Iedereen is goed, jij en ik. Alsof men een soort visioen wil schilderen: de leeuw speelt met het lam en het kind in het hol van de slang. Wie in de realiteit leeft, weet dat dat visioen niet de werkelijkheid hier op aarde is. 

Wie spreekt met moslims die zich bekeerden tot de Katholieke kerk, weet hoe zeer zij schrik hadden in de islam, waar God geen vader is. We weten allemaal hoe Katholieken lijden in moslimlanden, en hoe de koran Katholieken als tweederangs-mensen beschouwd. We weten hoe in Indië de Katholieken van Kerala vervolgd worden door het Hindoeïsme. Hoe kan een intellectueel trouwens monotheïsme en polytheïsme over een kam scheren? 

Natuurlijk we zijn allemaal mensen, en dus hebben we onze beperktheden. Maar juist omdat we allemaal mensen zijn, hebben we als Katholieken de taak om iedereen de openbaring van Christus te brengen. Zodat ze niet blijven dwalen in animisme of polytheïsme (Kardinaal Sarah beschrijft hoe wreed en gebukt onder schrik de afrikanen gingen onder het animisme, en hoe bevrijdend het geloof in Christus is).

In de werkelijke wereld eet de leeuw het lam op en het kind wordt gebeten door de slang. Het zijn slechte herders die het kind aanraden te gaan spelen met de slang of de schapen naar de leeuwen sturen. Toch is dat exact wat deze preek doet. Dit is precies het omgekeerde als we van onze herders zouden mogen verwachten. Geen wonder dat de Katholieke Kerk in Vlaanderen leeg is: we hebben onduidelijke herders. Het is de letterlijke claim van Christus, dat de verlossing door Hem gebeurt, niet door een of andere valse profeet, hoe kan een priester dat ontkennen? Als Christus niet verrezen is, is ons geloof waardeloos. De waakhonden van de Kerk, zijn gedomesticeerde schoothondjes geworden, die het gemakkelijker vinden met iedereen vriendjes te zijn - door lukraak zinnetjes uit religies te plukken, zonder de algemene waarheid te willen zien-, in plaats van de Waarheid te verdedigen. Het levert je vast politiek-correcte lof op. 

Het is makkelijk om het geloof in de uniciteit van de openbaring af te doen als 'rigide'. Maar de leer van de Katholiek Kerk is rigide. Christus zelf in het Nieuwe Testament is rigide. Omdat er éen Waarheid is. Veritas. Dé Waarheid, Dé Weg en Het Leven: Jezus Christus onze Heer. Het is een schitterende Waarheid. 

Aan deze dominicaan kan ik dus alleen op zijn Antwerps zeggen: Zwaanst na nie. 


Preek van Didier Croonenberghs, o.p. : februari 2022

Geen enkele religie of filosofie heeft een monopolie op God.
Dit is een vanzelfsprekende verklaring voor sommigen, maar het is waarschijnlijk moeilijk voor anderen om dit te horen… Maar God ontsnapt aan ons verstand en aan onze taal.

Dit is het gevoel dat ik heb bij het lezen van dit Evangelie: God is en blijft een mysterie en we kunnen niet zeggen dat hij het eigendom is van een bepaalde godsdienst! Elke religie stelt op zijn eigen manier een reeks waarden voor, maar het is mogelijk daarin een gelijkenissen en overeenkomsten vinden.

In het centrum van het evangelie staat de gulden regel van de naastenliefde, die door de grote religieuze tradities van de wereld wordt gedeeld.

In de oude Hindoe Mahabharata kunnen we op dezelfde manier lezen: “men moet een ander nooit aandoen wat hij als beledigend voor hem beschouwt”.

In de boeddhistische Nipata Sutta lezen wij: “Zoals een moeder voor haar kind zorgt, zo moet de geest van de mens geheel gegeven zijn aan alle levende wezens”.

In een Taoïstisch geschrift lezen we dat “de goede man de winsten van anderen als de zijne zal zien en hun verliezen op dezelfde manier”.

In de Zoroastrische geschriften staat: “De natuur is alleen goed wanneer zij een ander niet aandoet wat niet goed is voor haarzelf”.

In de Talmoed lezen wij: “Wat u verafschuwt, doet dat niet aan uw gelijken. Dit is de hele Torah”.

En tenslotte lezen wij in een islamitische Hadith de woorden van de Profeet Mohammed: “Niemand is een ware gelovige tenzij hij voor zijn broeder verlangt wat hij voor zichzelf verlangt”.

In al deze zinnen klinkt de gulden regel door uit het evangelie van deze zondag: “Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen,moet gij ook hen behandelen”

Wanneer wij ons bewust worden van de rijkdom van dit religieuze pluralisme, kan geen enkele godsdienst of filosofie beweren de enige weg naar verlossing te zijn! Elk op zijn eigen manier onthult iets van de goddelijkheid. En toch… als we het christendom reduceren tot universeel gedeelde waarden —als we het evangelie reduceren tot vrome sentimenten en vriendelijkheid— wat hebben we dan nog meer te zeggen?
Wat hebben wij te verkondigen dat anders is?
Wat is ons ‘specifieke verschil’’?

“Als ge bemint wie u beminnen, wat voor recht op dank hebt ge dan?”

In dit evangelie ligt dus een wijsheid die in alle spirituele tradities van de wereld te vinden is. Maar er is ook iets ongehoord, onredelijk, paradoxaal en in geen enkele andere religie te vinden… Het is niet alleen een kwestie van anderen niet aandoen wat wij niet willen dat ons wordt gedaan. Maar het gaat over verder gaan… Het gaat over positief, werkelijk, onze vijanden lief te hebben. En om voor hen te bidden… Laten we eerlijk zijn! Is dit niet boven onze macht? Is dat niet teveel van ons gevraagd?

Het lijkt mij dat er een manier is om de liefde van vijanden te begrijpen die binnen ons bereik blijft… Laten we daartoe de tekst nader bekijken. Het Grieks kent vier woorden om liefde uit te drukken: gevoelsliefde, erotische liefde, bloedliefde en liefde van eerbied.
De liefde van vijanden is inderdaad een liefde van eerbied…

Hoe kunnen wij onze vijanden liefhebben? Niet door gevoelens of sympathie. Het is een liefde van de wil, niet vanuit het hart.
Het gaat erom te erkennen dat we niet de hele waarheid over hen kennen, en dat die alleen aan God toebehoort…

Je vijanden liefhebben is erkennen dat ze nog steeds menselijk zijn, in God´s beeld en gelijkenis, ook al ziet ons hart alleen hun onmenselijkheid…

Je vijanden liefhebben is hen niet herleiden tot hun woorden en hun daden, ook al hoort ons hart alleen wat zij gezegd hebben. Wat ze gedaan hebben.

Je vijanden liefhebben vanuit de eerbied werkt ook ontwapenend en behoedt ons, ja bevrijdt ons van gevoelens en daden van haat, die ons belasten en de vijandschap alleen maar aanwakkeren.

Laten wij de Heer vragen om deze wil om lief te hebben,
om met eerbied lief te hebben, hen die wij niet meer liefhebben.
Te beginnen misschien met onszelf.

Dan zal het Evangelie niet alleen maar een eenvoudige spiritualiteit zijn. Maar een unieke radicale, ongehoorde, bevrijdende eis. Amen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten