maandag 11 november 2019

Een christelijk antwoord aan de groter wordende islam?

Geschreven door Mgr Dominique Rey op www.fr.aleteia.org op 5-11-2019

Hoe kunnen we getuigen van ons geloof ten opzichte van de moslims, vraag Mgr Dominque Rey zich af in zijn laatste boek 'Islam, bedreiging of uitdaging?' (Artège). Moeten we Jezus Christus verkondigen of ons tevreden stellen met christelijk te leven? De bisschop van Fréjus-Toulon herinnert ons aan het voorbeeld van de eerste tijden van de Kerk. De christen moet de dialoog met de ander aandurven om de waarheid naar voor te brengen. Hij moet vooral het getuigenis geven van het verlangen om zelf te leven volgens de boodschap van het Evangelie. 
Wat moet het christelijk antwoord zijn aan de toenemende aanwezigheid van moslims in onze landen? In de context van de nieuwe evangelisatie heeft die vraag een groot belang en moet ook de belangstelling hebben van een groot aantal christenen. Alleen blijft het 'christelijk antwoord' afwezig als het christendom zelf geen antwoord kan formuleren op haar eigen uitdagingen in een context van secularisatie en laïcisme.

Hebben de Katholieken iets relevants te zeggen aan onze maatschappij? Als we onze kerken zien leeglopen, onze clerus verouderen en de deelnemers aan catechisatie zien afnemen, dan kunnen we daaraan twijfelen. Is het christelijke woord nog betrouwbaar als de zondagsdeelname zich reduceert tot een kleine rest, dat seminaries sluiten en de invloed van gelovigen in het publieke debat verstomt?  Zonder cynisme of ontmoediging moet de christen zich afvragen of hij nog de mogelijkheden heeft om een getuigenis te brengen van zijn geloof aan de moslims. Christus nodigt ons trouwens ook uit om blijk te geven van nederigheid en realisme: "Wie onder u zal nu, als hij een toren wil bouwen, niet eerst gaan zitten en berekenen hoeveel het zal kosten en kijken of hij het tot een goed einde kan brengen? Want als hij begint met de fundamenten en het niet kan afwerken dan zal ieder die het ziet met hem lachen en zeggen: 'Zie de man die begonnen is met bouwen en het werk niet kan afmaken!'" (Lc 14, 28-30)

Dus voor de toren van de Nieuwe Evangelisatie te bouwen, moeten christenen eerst henzelf in vraag stellen, hun eigen bevragen over hun identiteit, over wat het hart uitmaakt van hun geloof en hun kan motiveren tot een missionair elan. De Kerk moet aanvaarden om zichzelf te laten evangeliseren, om zich dagelijks te bekeren. Een dergelijke innerlijke bevraging begint met een noodzakelijk werk van herlezen, van een analyse van de geschiedenis van de Kerk om de periodes en plekken te ontdekken waarin ze het meeste vrucht heeft opgebracht en de periodes waarin ze stagneerde of achteruit ging. Dat historisch werk bestaat al en het is onnuttig om analyses te herhalen die al gemaakt zijn. Niettemin, kunnen we bijvoorbeeld de periode naar voor halen toen het christendom het licht zag. Die periode is iets fascinerend voor historici omdat het voor hen moeilijk is om de triomf van het christendom uit te leggen in enkel 3 eeuwen. Hoe moet men de enorme expansie van het christendom verklaren terwijl de christelijke boodschap werd geboren in een geïsoleerde regio van het Romeinse rijk en verkondigt werd door personen die maar weinig cultuur hadden of culturele macht?

Men heeft redenen van economische conjunctuur beschreven of volledig natuurlijke of culturele elementen aangehaald die die snelle ontwikkeling hebben kunnen bevorderen. Maar over het algemeen was het christendom onaanvaardbaar voor de Grieken en werd het gewelddadig onderdrukt door de Romeinen in de eerste eeuwen. Meer nog, men kan zich geen beeld vormen van deze ontwikkeling als men niet op de eerste plaats te rade gaat bij degenen die het meest betrokken zijn: de christenen zelf. Laat ons dus zien wat onze vaders in het geloof ons te zeggen hebben. Zoals Pater Cantalamessa het goed samenvat 'wat de historici van de eerste christenen niet vermelden, of onbelangrijk schijnen te vinden, is hun onwankelbare zekerheid, althans voor de besten onder hen, in de zekerheid van de goedheid en de uiteindelijke overwinning van hun zaak. "Men kan ons doden, maar on nooit deren", zie de martelaar St Justinus voor de Romeinse rechter die hem tot dood beval. Uiteindelijk is het die rustige zekerheid die hun de overwinning heeft gegeven, die de politieke autoriteiten heeft overtuigd van de nutteloosheid van hun inspanningen om het christelijke geloof te onderdrukken.

De christenen die zich vandaag willen wijden aan het werk van de nieuwe evangelisatie moeten die rustige zekerheid terug herontdekken in wat ze aankondigen, om het geloof en de christelijke hoop volledig te omarmen en ook de barmhartigheid van Christus om ervan te leven en te doen uitstralen doorheen de wereld. Het is op de rots van Christus dat de toren van de nieuwe evangelisatie wordt gebouwd; door te dorsten uit de schat van de Kerk - dat is het hart van Christus - dat de christen de noodzakelijke geloofwaardigheid zal terugvinden in zijn missionair werk. In een wereld waar de staat van het christendom in het westen ver van verheugend is, waar de christenen een minderheid zijn geworden in een wereld die haar wortels en haar doopsel vergeten is, moeten ze weten dat Christus hen niet in de steek zal laten als ze Hem laten handelen. De eerste missie van christenen in de wereld is dus Christus lief te hebben, en dus de christelijke barmhartigheid te beoefenen zoals de eerste christelijke gemeenschappen dat deden, met een broederlijke liefde en de barmhartigheid van God doen kennen. Zoals paus Franciscus hen van aan het begin van zijn pontificaat zei "De Kerk is werelds en niet meer dan een armzalige NGO, als ze Jezus niet verkondigt"!

Het antwoord van de christen aan een islam die statistisch groeit is dus een persoon: Jezus. Alleen om Jezus tot een antwoord te maken, moet een vraag gesteld te worden ... tegenover een islam die zich affirmeert en profileert, moeten we de dialoog zoeken, met een houding die op geen enkele manier toegeeft aan syncretisme of relativisme, maar die de broederlijkheid wil bevorderen, de ontvangst, het luisteren maar ook de persoonlijke getuigenis, de aankondiging van het kerygma, en het apologetische. Het woord dialoog mag over zijn tijd lijken en zonder echte inhoud, maar als we het in zijn filosofische betekening aanvaarde, in de betekening die Plato eraan gaf in zijn Dialogen, dan heeft die uitwisseling tot doel om de waarheid te zoeken, haar te kennen om haar te doen kennen. En vermits voor de christen de waarheid  het gezicht heeft van Christus, is de dialoog als ze zo wordt begrepen ook een reële stap van evangelisatie die we moeten aanvatten.

Dan is de vraag of de moslims op de uitnodiging zullen ingaan voor een echte dialoog en of de christenen voldoende christelijk zullen zijn om voor hun geloof uit te komen. Op het eerste deel van die vraag, kunnen we stellen dat de meerderheid van de moslims open staat voor de dialoog: de serieuze devotie die veel gelovigen van de islam hebben vraagt om respect en getuigt van hun goede wil, ondanks de opmars van een agressief religieus fanatisme.

Op het tweede deel van de vraag, moet iedere gedoopte persoonlijk antwoorden. De aankondiging van het Evangelie is de resultante van de gehechtheid van iedere christen aan de boodschap van het Evangelie. Als hij coherent wil zijn met zijn eigen overtuigingen, dan moet de christenen een getuige zijn. Hij is een geëngageerd lid van de Kerk die bestaat voor hen die nog niet tot de Kerk behoren. De Heer wacht op de missionaire volgelingen, maar hebben de volgelingen de dorst naar de missie?


-----

L'Islam: menace ou défi? is een boek geschreven door Mgr Dominique Rey, bisschop van Fréjus-Toulon, het meest dynamische bisdom van Frankrijk.

Het boek is te verkrijgen bij uitgeverij artège. 
Of ook bijvoorbeeld bij de fnac.fr.

In 2017 sprak Mgr Dominique Rey op het symposium 'van Aanbidding tot Evangelisatie' in Hasselt bij de 700ste verjaardag van het Sacrament van Mirakel.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten