dinsdag 5 maart 2019

Vastenbrief 2019 Mgr Hoogmartens




Dierbare broeders en zusters
Goede vrienden

In de voorbije weken werden we allen getroffen door de grote klimaatmarsen in Brussel en overal te lande. Aanvankelijk helemaal georganiseerd door scholieren, brachten ze later ook volwassenen en gezinnen op de been. In enkele weken tijd ontstond over de generaties heen een golf van bewustwording rond de milieuproblematiek. Het had invloed op partijprogramma’s en misschien ook al op het gedrag van jongeren en volwassenen.
In ieder geval groeit een collectief besef dat we inzake energieverbruik, mobiliteit, wonen en zo meer, aan een fundamentele ommekeer toe zijn.
Paus Franciscus besprak de klimaatvraagstukken overigens al grondig in zijn zogenaamde groene encycliek Laudato Si’. Hij gaf ook de band aan tussen ecologische vraagstukken en sociale problemen. De consequenties van dit alles zijn nog niet te overzien. Dat er een ommekeer moet komen in onze houding en ons gedrag wordt wel duidelijk.
De veertigdagentijd die met Aswoensdag begint, wil bij elk van ons ook zo’n ‘ommekeer’ teweegbrengen. Deze ommekeer heeft natuurlijk geestelijke wortels, maar hij beoogt ook een verandering van houding en gedrag, vanuit een verdiept en standvastig geloof, zoals Paulus het noemt.
Aswoensdag herinnert ons aan onze vergankelijkheid: “Gedenk o mens, dat gij stof zijt en tot stof en as zult wederkeren.”

Tegelijk roept hij ons op tot een innerlijke ommekeer: “Bekeer u, en geloof in de Blijde Boodschap.”
Zulke ommekeer is maar mogelijk en ook maar vól te houden mits ‘oefening’ en geestelijke groei. Daartoe zijn er de veertig dagen tussen Aswoensdag en Pasen.
De ingrediënten van deze veertigdagentijd zijn sinds eeuwen dezelfde.

-Wij worden uitgenodigd om ons hart meer tot God te keren door te groeien in biddend leven.
-Christenen worden ook uitgenodigd zich meer toe te leggen op een leven vanuit de sacramenten, om ons zo meer één te maken met Christus, die ons als Verrezene voorgaat van dood naar leven.
-Tenslotte worden wij uitgenodigd om te ‘leren geven’. Paus Franciscus schrijft dit jaar in zijn vastenbrief zeer helder over dit ‘geven’: “We geven aalmoezen om onszelf te bevrijden van de waanzin alles voor onszelf op te potten, in de illusie dat we een toekomst kunnen veilig stellen die ons niet toebehoort.”
De ommekeer in houding en gedrag en in geestelijk leven waartoe de veertigdagentijd ons uitnodigt, kan verder natuurlijk door ieder afzonderlijk voor zichzelf worden ingevuld. We weten immers van onszelf best waarin we nog horen te groeien of waarin we ons willen verdiepen…
Ook de liturgie zal ons daarbij helpen. Wie zich door de Heer laat leiden, zo zegt het evangelie van vandaag, zal worden als zijn Meester. De Meester veroordeelt mensen niet. Zo zullen ook wij - vanuit de Heer - niet telkens de kleine kanten gaan zoeken bij de ander, terwijl we onze eigen grove fouten niet eens zien. In de taal van het evangelie:

“We zullen niet zoeken naar de splinter in het oog van de ander, terwijl we de balk in het eigen oog niet zien.”  Verdieping van ons geloof leidt dus tot mildheid voor anderen en tot bescheidenheid. Het leidt ook tot een eerbiediger spreken over mensen en situaties. Want “in het spreken ontdekt men vaak het boze in de mens”, zo vertolkte Jezus Sirach de wijsheid van de tweede eeuw voor onze tijdsrekening.
In de veertigdagentijd kunnen wij wijs worden in de ruimste zin:
- Wijs door in te zien dat niet wijzelf, maar God het centrum is van alles.
- Wijs door niet op te gaan in het consumeren maar eerbied te hebben voor het milieu.
- Wijs door te leren geven en op te komen voor rechtvaardige structuren, want alleen zo komt wereldvrede.
-Wijs ook door de Heer te volgen, want Hij alleen heeft ‘woorden van eeuwig leven’.

Dierbare broeders en zusters, goede vrienden: van harte wens ik jullie dat door de veertigdagentijd de boom van jullie leven vruchten draagt.

Mijn diepste wens is dat jullie vanuit een intensere beleving van de veertigdagentijd, de grootheid van het Paasmysterie beter zullen vatten. Dan groeit er vreugde in jullie hart, en het verlangen om echt dienstbaar te zijn aan onze samenleving.
Dan zullen jullie ook over die vreugde kunnen spreken. Immers, zo zegt ons het evangelie: “Waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.”

Van harte wens ik u een gezegende veertigdagentijd.

+ Patrick Hoogmartens
bisschop van Hasselt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten